Ajax kan in de aankomende zomer niet 'ongebreideld' geld uitgeven. Dat valt te lezen in de column van Valentijn Driessen in De Telegraaf. Na de nederlaag op bezoek bij AZ (2-0) is de derde plek - die recht geeft op een ticket voor de voorronde van de Champions League - ver weg.
Zodoende zal Ajax zich vermoedelijk voor de tweede keer op rij niet plaatsen voor het miljardenbal. 'Terwijl de recordkampioen nog steeds een huishouden runt op Champions League-niveau', weet Driessen. 'De huidige inkomsten staan niet in verhouding tot de extreme uitgaven. Financieel directeur Susan Lenderink is vooral veel geld kwijt aan de post salarissen, vaak langjarige contracten op Champions League-niveau. De Conference League biedt daarvoor geen uitkomst. Waar Ajax bij winst zo’n twintig miljoen euro (de teller staat nu op 12 miljoen euro) toucheert, zal de UEFA nu al zo’n zestig miljoen euro overmaken naar PSV.'
De zorgen richting de nabije toekomst zullen dan ook groot zijn in de hoofdstad. 'De penibele financiële situatie en het missen van de Champions League betekent dat Ajax komende zomer niet ongebreideld geld kan uitgeven op de transfermarkt. Verkopen zal voor kopen gaan en het is serieus voor te stellen dat de hand op de knip gaat voor transfers boven de tien miljoen euro.'
Wanbeleid bij Ajax met alle gevolgen van dien
Volgens Driessen is het een gevolg van technisch wanbeleid. 'Gevoerd door voorbijgangers als Sven Mislintat, die door directieleden en commissarissen de sleutels in handen kregen zonder serieus toezicht. Van ’t Schip moet het seizoen overleven met het aanwezige bewezen tekortschietende spelersmateriaal. Als hij vermoedt dit te realiseren zonder Cruijffs voetbalvisie te volgen, dan kan hem dat in Ajax’ huidige toestand moeilijk kwalijk worden genomen. Want evenals zijn vertrokken voorganger Maurice Steijn ondervindt hij aan den lijve dat de meeste clubs uit het linkerrijtje te sterk zijn voor Ajax. Met samengeknepen billen wachten ze daarom in de Johan Cruijff ArenA op het bezoek van het schier onverslaanbare FC Utrecht.'
Plaats reactie