Francesco Farioli zag zijn ploeg tegen Sparta Rotterdam lang worstelen, maar de winst in de slotfase alsnog binnenhalen. De oefenmeester merkt dat de vele wedstrijden in de eerste seizoenshelft hun tol hebben geëist, maar kan niks anders dan trots zijn op zijn selectie.

‘Eerst en vooral wil ik de supporters bedanken voor hun steun. Niet alleen vandaag (zondag, red.), maar tijdens alle wedstrijden. Aan de andere kant wil ik deze zege opdragen aan meneer Van Gaal, die er vandaag was. Hij weet waarom’, begint Farioli aan zijn persconferentie na Sparta - Ajax. De trainer wil niet zeggen wat hij en Van Gaal besproken hebben. ‘Dat is persoonlijk.’

Ajax creëerde op Spangen weinig kansen en pas in de 74e minuut wist het tot de eerste doelpoging te komen. Toch zag Farioli dat zijn ploeg al eerder had kunnen toeslaan. ‘In de eerste helft hadden we in mijn ogen een aantal grote kansen. Ik weet niet of de kans voor Chuba (Akpom, red.) aan het eind van de eerste helft telt als schot op doel. In dit soort wedstrijden komen we altijd in dezelfde situatie terecht; als clubs tegen Ajax spelen, rennen de spelers als gekken in de eerste helft en proberen ze vol spirit voor de tweede ballen te gaan om ons spel slordiger te maken.’

Tekst gaat verder onder de foto.

'In dit soort wedstrijden gaat het naar mijn mening om geduld'

Uiteindelijk pakte Ajax na een uur spelen de volledige controle en wist het met 0-2 te winnen. ‘In de tweede helft zag je ook weer twee, drie spelers bij hen het veld verlaten met kramp of fysieke problemen. Dit verklaart veel', zo vindt Farioli. 'In dit soort wedstrijden gaat het naar mijn mening om geduld, om het juiste moment vinden om kansen te creëren, die nodig zijn om te winnen, en vooral om zo min mogelijk incasseren.’

Zeker voor rust speelde Ajax veel lange ballen richting spits Wout Weghorst. Dit leverde niet het gewenste resultaat op. ‘Ik denk dat we veel andere beslissingen hadden moeten nemen', stelt Farioli achteraf, al heeft de Italiaan wel een idee waar dit aan lag. 'Nu de lange reeks aan wedstrijden voorbij is, kunnen we het weer over het woord ‘vermoeidheid’ hebben. Ik denk dat dit de laatste dagen of weken wel aanwezig was en om je te kunnen onderscheiden van een tegenstander moet je wel een bepaalde intensiteit kunnen brengen. Ik denk dat we dit gedeelte de laatste tijd wel gemist hebben.’