Quincy Promes is gedurende het seizoen gegroeid in zijn rol bij Ajax. De aanvaller kwam afgelopen zomer over van Sevilla FC en was een grote aankoop, maar desondanks begon de rappe buitenspeler niet gelijk in de basis van Erik ten Hag. Promes moest geduldig zijn in de openingsfase van het seizoen.

'Ik ben geen speler meer die gaat zeggen: ik moet spelen. Nee, je moet het eerst laten zien. Als je dat realiseert en je werkt keihard, dan komt je kans vanzelf.' Deze kans kwam ook. Tegen Sparta Rotterdam, in de vierde speelronde, stond Promes voor het eerst in de Eredivisie in de basis. De nummer elf scoorde gelijk de openingstreffer.

'De trainer weet wat ik kan. Ik had vrede met mijn rol. Je moet vechten voor je plek, ook volgend jaar weer. Het is nooit dat je de grote meneer bent bij Ajax. Je moet het altijd laten zien', vervolgt Promes in een interview met FOX Sports, dat donderdag een seizoensoverzicht van 2019-2020 uitzond.

Promes wist bij zijn komst naar Amsterdam dat het moeilijk ging worden. 'Ik kwam in een draaiend team. De voorste vier hadden zich het seizoen ervoor bewezen, dat ze van topniveau waren. Het was niet makkelijk.' In het thuisduel met LOSC Lille in de Champions League, waarin Promes eveneens scoorde, drukte hij naar eigen zeggen voor het eerst echt zijn stempel. 'Vanaf toen ging ik los.'

Blessures

De aanvaller veroverde een basisplaats, maar moest wel een aantal wedstrijden missen, waar hij behoorlijk van baalt. 'Ik neem het mijzelf kwalijk dat ik dit seizoen drie blessures had. Ik moet mijn lichaam nog beter verzorgen, om zulke blessures niet meer te hebben en het team niet meer te benadelen.'