In de vorige editie van Diepe Zakken ging het over de verdiensten van Miloš Malenović in de zomer van 2022. Daaruit bleek onder andere dat hoewel Ajax formeel geen intermediairskosten betaalde aan hem, er mogelijk toch via andere wegen vergoedingen betaald zijn. Deze route buiten de reguliere paden blijkt vrij gebruikelijk, in het buitenland, maar ook bij PSV en Feyenoord. Het zet zaakwaarnemerskosten in perspectief en de vraag is of Ajax daadwerkelijk het meeste betaald, ook wat betreft jeugdcontracten. Daarover meer in deel 2 over zaakwaarnemers van Diepe Zakken.
In de Premier League gaat het al enige tijd over een salarisplafond en, zonder te ver in de details te gaan daarover, spelen de zogeheten ‘squad costs’ een belangrijke rol in de berekening. Deze ‘squad costs’ zijn de spelerssalarissen, plus afschrijvingen van transfers, plus de intermediairskosten. Het idee is dat het maximale dat clubs hieraan mogen uitgeven vijf keer de squad costs zijn van de kleinste club.
De topclubs zijn al bezig om delen van die intermediairskosten weg te zetten als kosten (diensten) voor de club in plaats van aan de speler gerelateerde kosten. Dus vallen ze niet onder de ‘squad costs’, dus worden uitgaven gedrukt en daardoor kan er meer aan salaris en transfers uitgegeven worden. Ook de FIFA gebruikt soortgelijke ‘squad costs’ bij hun nieuwe Financial Sustainability Rules (de opvolger van Financial Fair Play) en loopt mogelijk tegen dezelfde trucs om in een poging de grip op intermediairskosten te krijgen.
KNVB-cijfers geven een beperkt overzicht
Naast dat het clubs een uitweg biedt om toch meer uit te geven, maakt deze boekhoudkundige ‘truc’ ook de kosten aan zaakwaarnemers (nog) minder transparant. Het lijkt erop dat ook Ajax een dergelijke oplossing heeft toegepast bij Malenović; een eenmalige (consultancy) vergoeding in plaats van intermediairskosten.
Dit kwam aan het licht doordat bepaalde transfers ontbraken in de gegevens van de KNVB. Ajax geeft al veruit het meeste uit aan zaakwaarnemers en als er dan bedragen ontbreken, wordt dat alleen maar meer. Maar het blijkt dat er ook bij PSV en Feyenoord spelers ontbreken op de lijst.
De vraag rijst hiermee of Ajax wel echt het meeste uitgeeft aan spelersmakelaars. In relatieve zin dan, want aangezien de kosten voor intermediairs gekoppeld zijn aan transfersommen en salaris, gaat Ajax in absolute termen altijd meer uitgeven met veruit het grootste budget. Vooralsnog dan, want de meest recente cijfers gaan over 2022/23 en pas daarna zijn er meer Champions League-inkomsten gekomen voor PSV en Feyenoord.
Relatieve verschillen tussen de topclubs zijn kleiner
Om een beter relatief beeld te schetsen, kunnen de intermediairskosten afgezet worden tegenover de omzet, salariskosten en een aangepaste vorm van ‘squad costs’ (afschrijvingen plus salaris). In de grafiek hieronder is dat overzicht te zien voor het jaar 2022/23.
Als baseline staat links het percentage dat de club heeft uitgegeven van het totale bedrag dat door alle Nederlandse clubs is betaald aan intermediairs volgens de KNVB (41 miljoen euro). Ajax is zoals bekend het grootste: bijna 40 procent van het totaal, twee keer zoveel als Feyenoord en drie keer zoveel als PSV.
Kijk je naar de andere financiële indicatoren, dan liggen de drie clubs veel dichter bij elkaar en geven ze dus naar verhouding bijna net zo veel uit. Grofweg vijf tot tien procent van de omzet, hetzelfde deel van ‘squad costs’ en tot vijftien procent van totale salariskosten.
Ook in andere jaren zijn die verschillen niet zo groot als de absolute bedragen doen denken. Waar in 2022/23 Ajax relatief nog het meeste uitgaf in vergelijking met hun begroting, was het in 2021/22 eerder PSV dat relatief veel uitgaf aan intermediairs, en in 2020/21 was dat Feyenoord.
Intermediairskosten per individuele transfer of contract
Wat veel mensen willen weten is hoe hoog die intermediairskosten zijn per transfer (of verlenging of jeugdcontract). Het is erg lastig te achterhalen wat deze bedragen zijn. Geen van de betrokken partijen heeft er iets aan om dit openbaar te maken. En de KNVB geeft expliciet geen individuele bedragen, voornamelijk vanwege de privacy van individuele contracten.
Bovendien is het algemeen bekend dat er vele wegen zijn waarop zaakwaarnemers kunnen profiteren van transfers. Dubbele vertegenwoordiging (speler en verkopende club) of drievoudige vertegenwoordiging (plus aankopende club) is toegestaan en komt regelmatig voor.
Wat wel te benaderen is, zijn de percentages die afgedragen worden bij uitgaande transfers. Ajax geeft met hun transferresultaat aan wat zij overhouden aan deze transfers. Het deel dat naar intermediair en speler (en kleinere, overige kosten) gaat, is vrij consistent gemiddeld vijftien procent.
Naast grote transfers gaat er ook geld naar jeugdcontracten
Dit percentage is niet zomaar toe te passen op inkomende transfers, omdat intermediairs vrijwel altijd een combinatie krijgen van een deel van de transfersom en het salaris. Op basis van een inschatting van deze totale dealwaarde, is in onderstaande berekening te zien dat het percentage mogelijk hoger is dan dertien procent, maar minder dan vijftien procent. Er moet immers geld van het totale intermediairsbedrag ‘overblijven’ voor de verlengingen en jeugdcontracten (zestien in 2022/23).
Gezien de recente informatie over hoe groot de dealwaardes bij de jeugd zijn, zal er daar ook flink geld naar zaakwaarnemers gaan. Bijvoorbeeld de verlenging van Amouricho van Axel Dongen ging naar verluidt om een salaris van 850.000 euro; tien tot vijftien procent daarvan gaat al snel om een ton of meer.
Nu zal er met de toenmalige verlengingen van Anass Salah-Eddine, Youri Regeer of Olivier Aertssen, of de eerste contracten van Jorrel Hato, Skye Vink of Don-Angelo Konadu iets minder geld gemoeid zijn, maar zo gaan er elk seizoen toch aanzienlijke bedragen naar tussenpartijen van jeugdspelers.
Saillant is overigens dat het contract van Rayane Bounida hier niet tussen staat. Dat betekent dat hij formeel niet bijgestaan is door een intermediair. Kort voor zijn vertrek brak hij met zijn vertegenwoordiger en ná het tekenen bij Ajax sloot hij zich aan bij het kantoor van Rafaela Pimenta (de opvolgster van Mino Raiola).
PSV betaalt bij veel contracten geen intermediairskosten
Het ontbreken van intermediairs gaat bij Ajax dus om Bounida en de spelers die via Miloš Malenović kwamen. Bij zowel PSV als Feyenoord ontbreken er ook significante spelers op de lijst. Zo was er bij PSV formeel géén intermediair betrokken bij de transfers van Guus Til of Anwar El-Ghazi. Hetzelfde geldt voor de huurspelers (Patrick van Aanholt, Thorgan Hazard, Fabio Silva, Ki-Jana Hoever, Jarrad Branthwaite en Savio). Bij de transfervrije spelers ontbreken Walter Benitez en Boy Waterman.
Waar ging de vijf miljoen euro aan intermediairskosten dan naartoe? Blijkbaar vooral naar de transfer van Luuk de Jong (drie miljoen transfersom), het aantrekken van Xavi Simons (met de PSG-clausule), de verlenging van Cody Gakpo (net voor zijn winterse vertrek) en verder achttien jeugdcontracten.
Voor Feyenoord ontbreken Javairo Dilrosun, Sebastian Szymanski en de huur en transfervrije spelers (o.a. Mohamed Taabouni en Ousamma Idrissi). De intermediairskosten van zeven miljoen euro gingen naast de transfers naar de verlengingen van Lutsharel Geertruida, Gernot Trauner en Mats Wieffer en naar twintig jeugdcontracten.
Het is opmerkelijk dat de kosten van Ajax en Feyenoord vooral naar ‘reguliere’ transfers gaan. Bij PSV ging er waarschijnlijk relatief veel naar drie contracten en van een groot aantal transfers betaalde PSV geen intermediairskosten. Dat kan, maar lijkt onwaarschijnlijk. Realistischer is dat het via andere constructies heeft plaatsgevonden. Dat zou kunnen via betalingen aan de zaakwaarnemer door spelers zelf, via contracten met de club (of de verkopende club) of misschien zelfs via derden. Niet per se illegaal, wel nog minder transparant.
Zaakwaarnemerskosten zijn vooral ontransparant
Een compleet overzicht van betalingen aan intermediairs blijft een illusie. De cijfers die wel bekend gemaakt worden, zijn een beperkte afspiegeling van de werkelijkheid en roepen eigenlijk alleen maar meer vragen op. Hoewel Ajax niet weinig uitgeeft aan zaakwaarnemers, ontbreken er te veel gegevens, met name vanuit PSV, om te stellen dat Ajax ‘kampioen’ intermediairskosten is. De pogingen om meer controle en inzicht te hebben over deze kosten lijken vooral te resulteren in meer alternatieve, ontransparante constructies. Een kat-en-muisspel over veel geld.
José de la Verde (X: j_berden)
Lees meer 'Diepe Zakken':
Deel 1: Europese inkomsten bepalen mogelijkheden voor volgend seizoen
Deel 2: Vijf kostenbesparingen om volgend seizoen verlies te beperken
Deel 3: Verdiensten van verkoop jeugdspelers laten dalende trend zien
Deel 4: De Malenovic-miljoenen en de lessen voor Kroes
Plaats reactie