Ajax en Argentijnse verdedigers zijn de afgelopen jaren een match made in heaven geweest. Lisandro Martínez werd in vrijwel alles een doorslaand succes in Amsterdam en weinig spelers in de recente geschiedenis van de club zijn zo unaniem geliefd bij de fans als Nicolás Tagliafico. Naast hun kwaliteiten als voetballers, werden beide spelers vooral populair door de volle overgave waarmee ze ieder duel aanvlogen. Hun Grinta. In Gastón Ávila is er na een jaar pauze weer een Argentijn aan de achterste linie in Amsterdam toegevoegd. En of hij ook over een beetje grinta beschikt?
‘Hij zit vol gogme en grinta’, is één van de eerste dingen die Dave Peters, presentator bij de Belgische zender Eleven Sports, over Ávila zegt. ‘Hij straalt echt wat uit, hij heeft echt een aura en hij is heel intimiderend om tegen de voetballen.’ Ook Niels Van Essche, werkzaam bij Het Laatste Nieuws, begint al snel over Ávila in de duels. ‘Hij is vrij snel en sterk en gaat stevig door in het duel’, vertelt hij onder meer over de Argentijn.
Het antwoord op de grintavraag is dus een volmondig ‘ja’, maar – om even een stap terug te doen – wat voor speler is Ávila los daarvan? ‘Hij is een linksachter, of linkervleugelspeler, die heel omnipresent is’, aldus Peters. Van Essche legt uit dat Ávila in Argentinië en ook bij Antwerp nog even als centrale verdediger heeft gespeeld, voor trainer Mark van Bommel hem naar linksback schoof. ‘Aan de bal heeft hij een goede voorzet en een goed schot. Hij is niet de meest verfijnde voetballer, maar wel een oerdegelijke linksachter.’
Dat Van Bommel Ávila tot linksback bombardeerde, vindt Van Essche dan ook een goede zet. ‘Ik vind hem daar het beste, want ik vind hem centraal achterin wat te impulsief. Antwerp heeft het ook nog even geprobeerd met hem als centrale verdediger, maar daar zijn ze snel vanaf gestapt en toen hebben ze hem weer teruggeschoven.’ Ávila mag dan vol grinta zitten en al zijn duels invliegen, Van Essche vindt hem ook aanvallende waarde hebben. ‘Hij haalde vaak de achterlijn en gaf veel voorzetten. Daar ging veel dreiging vanuit.’
Martínez en Tagliafico
Een linksbenige Argentijn, vol grinta, die zowel op linksback als links in het centrum van de verdediging uit de voeten kan, dus. De vergelijkingen met Martínez en Tagliafico zijn in dat opzicht snel gemaakt. ‘Ik ken die twee niet zo heel goed, maar ik weet wel dat ze een beetje eenzelfde reputatie hebben’, zegt Van Essche desgevraagd. Daarmee doelt hij op het zijn van een keiharde verdediger. ‘Het is ook een beetje iets Argentijns. In die competities gaat het er bikkelhard aan toe. Ávila zei zelf ook weleens dat het er daar harder aan toe gaat in de duels, dan hier en dat hij zich hier wat meer moest inhouden.’
Peters durft de directe vergelijking met Martínez en Tagliafico niet te maken. Wat Ávila’s beide voorgangers echter met elkaar gemeen hadden is dat ze door hun strijdbare karakter al snel uitgroeiden tot publiekslievelingen. En de fans opzwepen, daar is Ávila ook niet vies van, vertelt Peters. ‘Stel hij staat voor de tribune van de harde kern en er komt een bal op hem af die hij eigenlijk gewoon kan controleren, wil hij hem nog wel eens in één keer naar voren jagen, ook om het publiek op te jutten. Hij heeft een enorme presence, al moet hij op alle vlakken nog bijleren, maar hij is wel echt een figuur.’
‘Geen beenhouwer’
Ávila’s hardheid leverde hem in België al gauw een reputatie op, vertelt Peters. ‘Veel mensen denken dat hij een ongeleid projectiel is dat alleen maar kaarten verzamelt.’ Zowel Peters als Van Essche vinden dit echter onterecht en wijzen op Ávila’s cijfers bij Antwerp. In 29 wedstrijden voor de club pakte de verdediger zowel eenmaal geel als rood.
Vooral die rode kaart heeft Ávila veel negatieve beeldvorming opgeleverd, vertellen beide heren. De Argentijn kreeg de kaart begin dit seizoen in de wedstrijd om de Belgische Super Cup, voor een onbesuisde tackle op de voet van zijn tegenstander. ‘Toen zei iedereen meteen: “Zie je wel? Dit hadden we wel verwacht. Ávila is roekeloos en pakt veel te veel kaarten”’, stelt Peters, wiens woorden door Van Essche beaamd worden. ‘Hij is geen ordinaire beenhouwer, maar dat werd er toen wel een beetje van gemaakt.’ Peters sprak Sven Jaecques, de algemeen directeur van Antwerp, erover. ‘Die zei daarover: “hij is snugger, want het ziet er bij hem allemaal heel explosief en gevaarlijk uit, maar het is berekender dan je zou denken.”’
Ávila’s hardheid is dan ook meer een wapen dan een last, vertelt Van Essche. ‘Daardoor heeft hij vaak ballen die andere verdedigers niet zouden hebben. Dat heeft ook weleens zijn minpunten, dat hij bijvoorbeeld uit positie is of te veel ruimte in zijn rug laat, doordat hij doorgaat. Hij wint er echter meer ballen mee, dan dat hij ze verliest of dat zijn ploeg in de problemen komt. Dat is één van zijn grote kwaliteiten.’
Technisch voldoende
Verdedigend lijkt het bij Ávila dus wel in orde te zijn, maar bij Ajax worden verdedigers ook geacht goed aan de bal te zijn. Zowel Van Essche als Peters ziet daar nog wel ruimte voor verbetering. Eerstgenoemde vergelijkt Ávila met Owen Wijndal, die Ajax juist inruilde voor Antwerp, als vervanger van de Argentijn. ‘Hij is voetballend meer een afgewerkt product dan Ávila. Ik vind Ávila geen slechte voetballer, maar het is niet zijn sterke punt’, aldus Van Essche, die wel ziet dat de verdediger een goede pass en vrije trap in huis heeft. ‘Echter puur in de combinatie, het voetbal dat Ajax toch wil spelen, denk ik wel dat hij een beetje uit de toon zou vallen.’
Peters durft evenmin te zeggen dat Ávila zonder meer mee kan op het niveau dat Ajax nastreeft aan de bal. ‘Ávila speelde zich wel in de kijker, maar ik ben ook wel benieuwd of hij het bij Ajax gaat halen.’ Daarmee wil Peters niet zeggen dat Ávila het niet in zich heeft om te slagen, ‘maar hij zal wel een tandje bij moeten schakelen en zijn niveau moeten opkrikken om op het Ajax-niveau te komen.’
Slag om de arm
Geen van beide heren lijkt er dus op voorhand al van overtuigd dat Ávila bij Ajax een onverdeeld succes zal worden. ‘Ik schrok wel van de transfer’, geeft Van Essche eerlijk toe. ‘Ook omdat het Ajax is. Het is de top van Nederland, de subtop van Europa. Dat is toch wel een flinke stap omhoog.’ Ook het bedrag dat Ajax voor Ávila betaalde, zag Van Essche toch wel als een verrassing. ‘Het is een groot bedrag voor een verdediger en voor Ávila ook.’
De onzekerheid over of Ávila zal slagen in Amsterdam, zit hem bij Van Essche vooral in de voetballende kwaliteiten van de Argentijn, benadrukt hij nogmaals. ‘Bij Antwerp kon hij voetballend zeker mee, dat is het probleem niet’, vertelt hij. Ajax wordt echter toch als een niveau hoger gezien. ‘Maar wie weet dat zijn integratie bij Ajax meevalt. Dat het minder moeilijk wordt dan je zou verwachten.’
Voorlopig moet Ávila zich focussen op het afdwingen van een basisplaats en zo goed mogelijk presteren bij Ajax. Dat kan even duren, want ook bij Antwerp stond de Argentijn er niet vanaf het eerste moment. ‘Hij had best een lange aanpassingsperiode nodig, dus hij kwam er pas ergens halverwege het seizoen in. Daarna is hij echter niet meer uit de basis verdwenen.’
Sfeermaker
De tijd zal dus moeten leren hoe gelukkig het huwelijk tussen Ávila en Ajax wordt. Van Essche is voorzichtig, maar ziet de potentie wel. ‘Hij is ambitieus en kan het ook wel ver schoppen met zijn manier van spelen. Bij Ajax zal hij vooral aan zijn voetballende kwaliteiten moeten schaven. Als dat lukt, zie ik het zeker een goede match zijn.’ Ook Peters ziet wel degelijk kansen op succes voor Ávila in Amsterdam. ‘Bij Ajax zitten er natuurlijk wel genoeg kenners. Dus als ze er twaalf miljoen voor neer willen tellen – iets wat in België toch wel als een geslaagde transfer wordt beschouwd – dan zegt dat ook wel dat hij goed is en potentieel heeft.’
En als het allemaal een beetje goed uitpakt, lijken de fans ook weer een speler te hebben om verknocht aan te raken. ‘Hij is iemand die ook voor het publiek wil laten zien dat hij de beste is’, vertelt Peters. Van Essche bestempelt Ávila ook als ‘sfeermaker’. Hij haalt een anekdote op aan de huldiging van Antwerp van afgelopen seizoen. ‘Toen stond hij op het podium een Vlaams liedje te zingen met Spaans refrein. Dat was fantastisch’, lacht Van Essche.
Hoe goed hij precies kan worden, is dus nog afwachten, maar in Ávila heeft Ajax in ieder geval weer een speler aangetrokken die altijd 110 procent geeft. Iemand die vol overgave en met het mes tussen de tanden speelt. Iemand met grinta.
Bademba Barrie (Twitter: @Bademba__Barrie | E-mail: B.Barrie@Ajaxshowtime.com)
Topreactie
WantAmsterdam +116219
Ah ja, weer iemand die spelers na een wedstrijd afschrijft.
Plaats reactie