Ajax hoopt zich deze zomer te plaatsen voor het hoofdtoernooi van de Europa League. Niet alleen de opzet van het toernooi verandert voor het komende seizoen. Ook veranderen de te verdienen premies voor dit toernooi, net als voor de Champions League en Conference League. Hoe zit het nu? Ajax Showtime zet het op een rij.
In de Champions League, de Europa League en de Conference League doen in het komende seizoen niet 32, maar 36 teams mee aan het hoofdtoernooi. Als deelnemer aan deze toernooien ontvangen alle deelnemers een startpremie. Daarnaast komen daar nog premies bij die gebaseerd zijn op de prestaties in het toernooi. Nieuw in het systeem van de UEFA is de zogeheten waardepilaar. Hierover later meer.
In totaal gaat de UEFA 3,317 miljard euro verdelen. Ruim 74 procent gaat naar de Champions League: 2,467 miljard euro. Daarnaast gaat 17,02 procent naar de Europa League, wat neerkomt op een te verdelen bedrag van 565 miljoen euro. Tot slot gaat 285 miljoen euro - dat komt neer op 8,6 procent - naar de Conference League.
Champions League vergeleken met de Europa League en Conference League
Startpremie
Wat betreft de Champions League stijgt de totale prijzenpot dus van 2,03 miljard naar ruim 2,4 miljard. Een deel wordt al verdeeld tijdens de kwalificatierondes, hetgeen ook geldt voor de Europa League en Conference League. Voorheen was de startpremie in de Champions League 15,65 miljoen euro. De UEFA heeft dit startbedrag verhoogd naar 18,62 miljoen euro.
In de Europa League krijgt iedere deelnemer nu een startpremie van 4,31 miljoen euro. Voorheen was dit 3,63 miljoen euro. Wat betreft de Conference League kregen deelnemende teams 2,94 miljoen euro aan startpremie. Dat wordt vanaf nu 3,17 miljoen euro.
Startpremie | Voorheen | 2024 - 2027 |
Champions League | 15,65 miljoen euro | 18,62 miljoen euro |
Europa League | 3,63 miljoen euro | 4,31 miljoen euro |
Conference League | 2,94 miljoen euro | 3,17 miljoen euro |
Prestatiebonussen in Champions League, Europa League en Conference League
In de Europese toernooien ontvangen clubs, net als in voorgaande jaren, bonussen op basis van hun prestaties. Zo krijgen de clubs een bonus voor zeges en gelijke spelen. In de Champions League ontvang je 2,1 miljoen euro (voorheen 2,8 miljoen euro) voor een overwinning. Een gelijkspel levert 700.000 euro (voorheen 930.000 euro) op.
Wat betreft de Europa League ontvangen clubs vanaf nu 450.000 euro (voorheen 630.000 euro) voor een overwinning. Een gelijkspel is nu 150.000 euro waard (voorheen 210.000 euro). In de Conference League krijgen clubs nu 400.000 euro (voorheen 500.000 euro) voor een zege en 133.000 euro voor een gelijkspel (voorheen 166.000 euro). De bonussen voor zeges en gelijke spelen zijn dus verlaagd, al spelen alle clubs in de Champions League en Europa League nu wel acht duels in de competitiefase, terwijl dit er in de groepsfase voorheen zes waren. In de Conference League spelen de ploegen nog wel zes duels in de competitiefase.
Premies | Voorheen | 2024-2027 |
Groepszege Champions League | 2.800.000 euro | 2.100.000 euro |
Gelijkspel Champions League | 930.000 euro | 700.000 euro |
Groepszege Europa League | 630.000 euro | 450.000 euro |
Gelijkspel Europa League | 210.000 euro | 150.000 euro |
Groepszege Conference League | 500.000 euro | 400.000 euro |
Gelijkspel Conference League | 166.000 euro | 133.000 euro |
Er valt nóg meer te verdienen in de competitiefase van de Europese toernooien. Zo krijgen ploegen ook een bonus op basis van hun plek op de uiteindelijke ranglijst. Hoe hoger je eindigt, hoe hoger de premie is die je als club ontvangt. Per competitie zijn er 36 ‘aandelen’ te verdelen. De nummer laatst ontvangt 1 aandeel en per plek hoger op de ranglijst ontvang je een aandeel. Zo ontvangt de nummer 1 dus 36 aandelen. In de Champions League is zo’n aandeel 275.000 euro waard, terwijl in de Europa League zo’n aandeel 75.000 euro waard is. In de Conference League is dat 28.000 euro.
Daarnaast keert de UEFA nog een premie uit op basis van de eindstand van de competitiefase. De nummers 1 tot en met 8 krijgen in de Champions League nog een premie van twee miljoen euro, terwijl de nummers 9 tot en met 16 een premie krijgen van een miljoen euro. In de Europa League krijgen de nummers 1 tot en met 8 een premie van 600.000 euro, terwijl de nummers 9 tot en met 16 een bonus krijgen van 300.000 euro. In de Conference League krijgen de nummers 1 tot en met 8 400.000 euro en de nummers 9 tot en met 16 200.000 euro.
De ploegen die play-offs gaan spelen voor een plek in de achtste finales ontvangen ook een premie. Het gaat om de ploegen die eindigen tussen de plekken 9 en 24. Deze ploegen krijgen in de Champions League een premie van 1 miljoen euro, in de Europa League 300.000 euro en in de Conference League 200.000 euro.
Vervolgens kunnen clubs voor het bereiken van de achtste finales, kwartfinales, halve finales en finale een premie verwachten. De winnaar ontvangt ook nog eens een premie. In de tabel hieronder is een overzicht te zien van de premies die de UEFA gaat verdelen in de Europese competities.
Premies | Champions League | Europa League | Conference League |
Play-offs na groepsfase | 1.000.000 euro | 300.000 euro | 200.000 euro |
Achtste finales | 11.000.000 euro | 1.750.000 euro | 800.000 euro |
Kwartfinales | 12.500.000 euro | 2.500.000 euro | 1.300.000 euro |
Halve finales | 15.000.000 euro | 4.200.000 euro | 2.500.000 euro |
Finale | 18.500.000 euro | 7.000.000 euro | 4.000.000 euro |
Winnaar | 6.500.000 euro | 6.000.000 euro | 3.000.000 euro |
Waardepilaar is nieuw in de Europese toernooien
Nieuw in de Europese toernooien is de zogeheten waardepilaar. Dit is een combinatie van de voormalige marketpool (marktwaarde per land) en de individuele clubcoëfficiënt. De waardepilaar bestaat uit twee delen - een Europees deel en een niet-Europees deel - en kent in de Europa League een waarde van 198 miljoen euro. In de Champions League is dat 853 miljoen euro en in de Conference League 57 miljoen euro.
De UEFA laat weten dat de bedragen die aan het Europese deel en aan het niet-Europese deel worden toegewezen evenredig zullen zijn aan de feitelijke uitkomst van de verkoop van mediarechten voor die competitie in UEFA-markten (het Europese deel) en alle andere markten (het niet-Europese deel). De verhouding tussen het Europese deel en het niet-Europese deel is gebaseerd op de contracten die zijn afgesloten met mediamarkten voor de hele cyclus aan het begin van het seizoen.
Voorbeeld: de waarde van alle Europese mediarechten voor de Europa League is 75 procent van de totale mediarechteninkomsten. In dat geval wordt de waardepilaar voor de competitie verdeeld in 75 procent voor het Europese deel en 25 procent voor het niet-Europese deel. Elke club ontvangt het totaal van zijn aandelen in de twee delen.
Het Europese deel
De landen van de clubs die aan een Europees toernooi deelnemen worden gerangschikt op basis van de bijdrage van hun binnenlandse uitzenders (in Nederland is dat komend seizoen Ziggo Sport) aan de totale mediabaten voor de hele cyclus in het desbetreffende Europese toernooi. Op de individuele ranglijst nemen de clubs een positie in die is bepaald door de stand in hun binnenlandse competitie.
Stel: het land dat op de eerste plaats staat op de ranglijst van marktwaarde van mediarechten heeft vier deelnemende clubs aan een Europese competitie. Deze clubs worden dan gerangschikt in de ranglijst van clubmarktwaarde. De posities van deze vier clubs worden bepaald op basis van hun Europese deelnames - lees: groepsfases - in de afgelopen vijf jaar. Voor deelname aan de Champions League staan drie punten, voor deelname aan de Europa League staan twee punten en voor deelname aan de Conference League één punt.
Het land dat op plek twee staat op de ranglijst van marktwaarde van mediarechten zou bijvoorbeeld drie deelnemende clubs kunnen hebben. Zij worden dan gerangschikt van plek 5 tot 7 in de ranglijst van clubmarktwaarde, enzovoort. Deze procedure wordt vervolgens toegepast op alle landen en hun clubs tot positie 36. Er wordt ook een aparte ranglijst van deelnemende clubs van 1 tot en met 36 opgesteld op basis van de vijfjarige UEFA-clubranking die van toepassing is aan het begin van het seizoen.
De algehele rangschikking van het Europese deel wordt bepaald door het gemiddelde aantal rangschikkingspunten dat door elke club wordt behaald in de twee ranglijsten. Hoe lager de punten, hoe hoger de rang. Een club die op plek vier staat in de clubwaarde-ranking en op de zesde plaats staat in de clubcoëfficiëntenranking, zou een gemiddelde van vijf punten hebben in de cumulatieve ranglijst. Op die manier zal de club worden gerangschikt.
In totaal zijn er 666 aandelen (1+2+3+...+35+36) beschikbaar om te verdelen. Het laagst gerangschikte team ontvangt één aandeel. Als het Europese deel 75 procent waard is, is een aandeel 223.000 euro waard. Aan elk rangnummer wordt één aandeel toegevoegd. Op die manier heeft het hoogst gerangschikte team 36 aandelen.
Het kan ook voorkomen dat clubs of landen gelijk zijn in een van de verschillende berekeningen. In dat geval worden onderstaande criteria toegepast om een rangschikking te bepalen.
- Wanneer de marktwaarde van twee deelnemende landen gelijk is, wordt de nationale bond die hoger staat in de toegangslijst hoger gerangschikt.
- Als clubs hetzelfde aantal punten hebben binnen hun land, wordt de berekening per seizoen uitgebreid door de vorige seizoenen (tot maximaal vijf seizoenen) totdat er een verschil wordt gevonden. Mochten in dat geval, na dus in totaal tien berekende seizoenen, de clubs nog steeds gelijk zijn, wordt de club met de hogere rangschikking in het nationale kampioenschap in het meest recente seizoen hoger gerangschikt.
- Het kan ook dat twee clubs gelijk zijn op hun coëfficiënt. In dat geval wordt de club met de meeste punten in het meest recente seizoen - waarin de twee betreffende clubs niet dezelfde coëfficiënt hadden - hoger gerangschikt. Het kan gebeuren dat clubs dan nog steeds gelijk zijn (als de twee clubs bijvoorbeeld nooit in een Europese competitie hebben gespeeld). In dat geval wordt de club met hogere nationale kampioenschapsrangschikking in het meest recente seizoen hoger gerangschikt.
- Wanneer twee clubs gelijk zijn in totale rangschikkingspunten, wordt de club die hoger staat op de coëfficiëntenranglijst hoger gerangschikt.
Niet-Europees deel
Het niet-Europese deel verdeelt de UEFA in elke competitie op basis van de tienjarige UEFA-coëfficiëntenranglijst van de 36 deelnemende clubs. Deze ranglijst bevat geen bonuspunten voor de titels in eerdere clubcompetities van de UEFA.
Net als bij het Europese deel wordt het totale bedrag dat beschikbaar is verdeeld over 666 aandelen (1+2+3+... +35+36). Het team dat het laagst gerangschikt is krijgt één aandeel. Als het niet-Europese aandeel 25 procent is, dan komt dat neer op 74.000 euro per aandeel. Per plek hoger op de ranglijst, stijgt het aantal aandelen per club. De club die bovenaan staat, krijgt 36 aandelen.
Het kan gebeuren dat twee clubs dezelfde coëfficiënt hebben. In dat geval wordt de club met de meeste punten in het meest recente seizoen waarin de twee clubs niet dezelfde coëfficiënt hadden, hoger gerangschikt. Wanneer de clubs dan nog steeds gelijk zijn, wordt de club met de hogere nationale ranglijst in het meest recente seizoen hoger gerangschikt.
Bart Veenstra (X: @Bart_Veenstra | e-mail: b.veenstra@ajaxshowtime.com)
Plaats reactie