Piet de Visser geldt als de superscout, de man met een uniek neusje voor talentvolle voetballers, iemand die komt op plaatsen waar anderen nooit waren. Maar is dit wel zo, is het terecht dat Visser op handen wordt gedragen?
De Visser (73) staat bij PSV op de loonlijst als adviseur. Hij heeft formeel geen verantwoordelijkheid. De Visser kwam twaalf jaar geleden via Frank Arnesen bij PSV binnen.
De oud-coach kreeg de vrije hand om tips over jonge talenten te vergaren. Een van de eerste spelers die hij aanbracht was Claudio, uit Brazilië. In die tijd kwamen er veel Brazilianen naar Eindhoven. De meesten van hen haalden nooit het eerste elftal, maar kostten de club vaak wel behoorlijke transfersommen en dito salarissen.
Zijn eerste grote vis was Mateja Kezman. PSV betaalde destijds volgens de financiële mensen binnen de club 14 miljoen euro voor de Serviër, die enkele keren topscorer werd en uiteindelijk voor iets meer dan de helft aan Chelsea werd verkocht.
Dankzij de Chelsea-connectie van De Visser kon PSV goud geld verdienen aan Arjen Robben, vond Kezman een nieuwe club en kwam verdediger Alex naar Eindhoven. Later werd zijn voorbeeld gevolgd door Alcides en Rajkovic.
Vrijwel alle spelers die De Visser aanbracht bij PSV worden begeleid door zaakwaarnemer Vlado Lemic. Onder hen ook doelman Gomes, de grootste vondst van De Visser. Afgelopen zomer kwamen Lazovic, Jonathan, Fagner en Cassio Ramos binnen via Lemic en De Visser.
PSV heeft de afgelopen weken een duidelijk inzicht gekregen in de scoutingsrapportages die De Visser de laatste jaren maakte. De adviseur bracht sinds het jaar 2000 tweeëntwintig spelers aan. Drie van die versterkingen werden een succes: Gomes, Alex en Kezman.
Tegenover de successen staan zeventien aankopen, die sportief en/of financieel niet goed hebben uitgepakt. Het gaat veelal om spelers die op jonge leeftijd werden gehaald en nauwelijks aan voetballen toekwamen. Deze groep kostte aan transferkosten ruim 20 miljoen euro e
Plaats reactie