Volgende week valt het boek 'In de geest van Cruijff en Keizer, Ajax tiende finale' van Jaap Visser en Mattie Verkamman bij de kopers op de spreekwoordelijke deurmat. Het boek wordt ingeleid met een lang interview met Dennis Bergkamp. Ajax Showtime plaatst er bij wijze van voorpublicatie een stuk van.
- 'Eerlijk gezegd heb ik voor mijzelf nog geen sluitende verklaring voor dit succes.' Dennis staat dagelijks op het trainingsveld bij het eerste elftal en hij is de bewaker van de Ajax-cultuur binnen het Technische Hart van de club, de oud-voetballer ook die weet wat er bij het eerste elftal wordt gevraagd en welke jeugdspelers aan die vraag kunnen voldoen. Bergkamp ziet de enorme vorderingen bij Ajax, maar ook de tekortkomingen, 'zaken die nog niet goed gaan.'
Onder Frank de Boer was Dennis assistent bij een elftal dat vier jaar achtereen kampioen werd, maar dat in de Champions League geen voet aan de grond kreeg. 'Frank verschilde als hoofdtrainer niet veel van hoe hij als jeugdtrainer was. Hij zat er bovenop en had heel veel aandacht voor het individu. Hij hield ook vast aan zijn speelstijl, 4-3-3 in verschillende varianten. Daar konden de spelers op terugvallen, ze hadden houvast. Bosz is anders, hij laat het meer los; het systeem is minder bepalend, de spelers krijgen veel vrijheid. Ook de jongeren en dat die daar zo goed mee omgaan, heeft vooral te maken met de verbetering van de opleiding. Mentaal, fysiek, voetbaltechnisch en tactisch zijn de spelers die nu overkomen uit de jeugd verder dan de talenten van drie jaar geleden. Ja, dat mag je een compliment voor de opleiding noemen.'
Welke veranderingen in het trainen van de Ajax-jongeren hebben volgens Bergkamp tot die verbetering geleid? 'Simpel gesteld: er wordt meer en harder getraind. Jeugdspelers worden in de bovenbouw sneller doorgeschoven, daar nemen we meer risico mee en op dit moment pakt dat goed uit. Uiteindelijk maken spelers ook eerder de overstap naar het eerste elftal en dat ze daar makkelijker kunnen aanhaken, komt ook omdat we tegenwoordig wat minder hard trainen. Voorheen moesten jonge gasten die nieuw waren bij het eerste enorm aan de bak, ze moesten wennen aan de trainingsintensiteit.'
Bij Ajax is Bergkamp nu de verbindingsman tussen hoofd opleidingen Saïd Ouaali, in wie hij een pittige sparringpartner voor voetbaltechnische discussies heeft, en Peter Bosz. Inmiddels zijn keeper André Onana, verdediger Matthijs de Ligt, de middenvelders Frenkie de Jong, Abdelhak Nouri en Donny van de Beek, en de aanvallers Kasper Dolberg en Justin Kluivert van De Toekomst overgeheveld naar de Arena. En deze eigen kweek heeft Ajax 1 strijdvaardiger, offensiever en dus leuker gemaakt.
De jonge garde heeft de drang naar voren die het voetbal van Cruijff en Keizer kenmerkte. Bergkamp: 'Met Saïd heb ik het vaak over: hoe kunnen we onze opleiding nóg breder maken waardoor onze talenten nóg veelzijdiger worden? En: hoe kunnen we onze tegenstanders nóg beter opjagen, ze nóg vroeger onder druk zetten?' Dat vereist durf en zelfdiscipline. Ajax-voetballers moeten risico’s durven innemen, individuele acties maken, maar tegelijk het teamverband in het oog houden zodat zij plotseling balverlies weer goed kunnen maken. Soleren ten dienste van het elftal, dat was het functionele individualisme waarmee Johan Cruijff en Piet Keizer Ajax naar de Europese top voerden. -
Het boek is natuurlijk nog steeds te verkrijgen. Bestel dit prachtige aandenken hier!
Plaats reactie