Sheraldo Becker kreeg in zijn Ajax-tijd het vertrouwen van Marc Overmars en Edwin van der Sar, maar hoofdtrainer Frank de Boer zag het niet zitten in de aanvaller. Dat vertelt de oud-Ajacied, die nu bij Union Berlin speelt, in gesprek met Voetbal International.

Nadat Becker terugkeerde van een verhuurperiode aan PEC Zwolle mocht de aanvaller met het eerste elftal van Ajax meedoen in de voorbereiding. 'Dat ging prima. Vond ik, vond iedereen. Behalve de trainer blijkbaar, die wilde me weer naar Jong Ajax hebben. Marc Overmars zag het echt in me zitten, Edwin van der Sar zag het in me zitten. Maar Frank de Boer dus niet.'

Volgens Becker wilde Overmars het contract van de aanvaller met drie jaar verlengen. 'Maar ik heb hem gezegd dat zolang De Boer daar trainer was, ik toch geen kans zou krijgen. Zijn broer Ronald de Boer was mijn trainer. Die is nog met hem gaan praten, maar Frank wilde echt niet. Nee, dat snap ik natuurlijk niet. Ben het daar ook niet mee eens. Ik ben geen ja-knikker. In mijn tijd waren er daar veel van, ja-knikkers. Jongens die gepusht werden ook.' Toch kent Becker geen wrok richting De Boer. 'Nee, Frank de Boer werd vier keer kampioen toch? Wat moet je dan zeggen? Dan heeft hij het goed gedaan. Ik ben gewoon gegaan en heb daar geen spijt van.'

'Dan kocht Ajax ze weer terug voor veel geld'

Toch speelt Becker nu bij de koploper van Duitsland, dan maar via een omweg, zoals hij zelf zegt. 'Dat is bij Ajax het verhaal met veel jongens die van de pleintjes komen. Die lijken misschien lastig, maar komen ook voor zichzelf op; iets wat je in het veld ook moet hebben. Ik ben niet de enige die het elders laat zien. Veel jongens hebben de Arena nog gehaald, nadat ze werden weggestuurd. Dan kocht Ajax ze weer terug voor veel geld. Quincy Promes, Steven Bergwijn. Jongens die het voetbal op straat geleerd hebben. Zonder trainers of leiders die beslisten. Wij regelden het zelf. Dat zorgt voor spelers met een winnaarsmentaliteit.'