Ajax is na een tumultueuze zondagmiddag in de Eredivisie nog steeds koploper. Vraag niet hoe, maar na een 0-2 achterstand, intens veel slordigheden, eigenlijk een verlies in het tactisch steekspel en een onterechte penalty, werd het alsnog gelijk. Arek Milik maakte vlak voor tijd vanaf elf meter 2-2, waardoor de Amsterdammers met een beter doelsaldo (het verschil met PSV is zes doelpunten), aan kop blijven in Nederland.
Zo stevent Ajax af op de vijfde titel in het zesde seizoen onder Frank de Boer. Een erelijst om trots op te zijn, maar het succes verbloemt veel. Want FC Utrecht was, net als in De Galgenwaard eerder dit seizoen, tactisch beter dan Ajax. Men kwam niet voor niets 0-2 voor in Amsterdam. Ten Hag had het goed neergezet, er werd gestructureerd met drie man op de drie-mans-verdediging van Ajax druk gezet en Ajax grossierde mede daardoor in vele breedtepasses en balverlies. Mike van der Hoorn en Nick Viergever waren immers de spelers met de meeste balcontacten in de eerste helft.
Waar De Boer steeds resultaatgerichter voetbalt, de Amsterdammers staan met een recordaantal punten onder De Boer bovenaan in de competitie, zijn de resultaten meer te danken aan de verschillen in kwaliteit tussen de teams, dan het opleggen van de wil. Ajax past zich bijna wekelijks aan aan de tegenstander, wat Johan Cruijff al eens niet begreep. De overleden wereldvoetballer- én persoonlijkheid zei dat een topclub als Ajax altijd van eigen kracht uit moet uitgaan in Nederland, omdat je simpelweg meer kwaliteit hebt dan je tegenstander. Pak je opponent bij de strot met hoog pressievoetbal, laat hem niet meer los, creëer veel doelpogingen en win met grote cijfers.
Het lijkt meer een illusie, want Ajax lijkt tegen mindere tegenstanders die met hun goed recht inzakken, steevast moeite te hebben. De Boer probeert 'muren te breken' met aanpassingen in zijn basisformatie, door een valse spits erin te zetten of met een tien te spelen, maar als Ajax nog vijf keer tegen teams als FC Utrecht speelt, zorgt men vier keer voor een 2’tje of een 3’tje in de TOTO.
Ajax heeft minder moeite gehad dit seizoen met teams in de Eredivisie door iets opportunistischer te spelen. Dat houdt in: eerder een bal inbrengen, eerder een voorzet geven en simpelweg hopen op geluk. 'Dan moet hij een keer goed vallen', heeft De Boer meermaals in een interview gezegd. En als je na een snellere lange bal die weggewerkt wordt, druk op de bal kan houden, dan ontstaan kansen vanzelf. Het lukt tegen tegenstanders die doorgaans aanvallen en in de Arena verdedigen, maar het lukt niet tegen tegenstanders die elke week in een gesloten verdediging spelen.
Zo pakten Heracles Almelo, NEC en nu ook FC Utrecht een punt in de hoofdstad, door simpelweg te bepalen waar Ajax de bal had. De balcirculatie van de Amsterdammers was niet hoog genoeg, de spelers zijn te matig, het was een offday, het komt op zulke dagen allemaal voorbij. Wat niet voorbij komt is de tactische onkunde van de trainer zelf. Zondag ook weer. Ajax keek 85 minuten lang naar zijn eigen tomeloze rondspelen waardoor ze een fluitconcert veroorzaakten bij de supporters. Omdat de (rest)verdediging niet goed stond, scoorde de club uit De Domstad zelfs nog tweemaal. Maar na geluk werd De Boers tactische wanprestatie weer overschaduwd door de koppositie.
Je moet De Boer nageven dat hij in vijf-en-een-half jaar een vast plan heeft ontwikkeld, maar om compacte tegenstanders stuk te spelen, ontbreekt de tactische kennis. Daarom zit Ajax al jaren vast, daarom gaan aankopen niets oplossen en daarom komt Ajax niet verder in Europa. Het team ontwikkelt zich niet meer. En dan kan men denken dat het door de kwaliteit van de spelers komt, maar het talent in de selectie is immens en misschien wel beter dan de afgelopen jaren. Het speelplan moet echter kloppen. Alleen dan wint Ajax van Heracles, NEC en FC Utrecht. Misschien wel met flitsend, aanvallend, Ajax-voetbal. Als dat nog bestaat.
Door Sjors van Veen (Twitter: @SjorsvanVeen)
Plaats reactie