Robbert Schilder bewaart goede herinneringen aan zijn periodes bij Ajax en Heracles Almelo. De voormalig Ajacied doorliep de jeugdopleiding van Ajax, debuteerde in dienst van de Amsterdamse club in het betaalde voetbal en zette zijn eerste échte stappen in de Eredivisie bij Heracles Almelo. Ajax Showtime sprak hem over die periode, zijn eigen ambities in het voetbal en het huidige seizoen van Ajax.
Schilder volgde vorig jaar een master Sport Management aan het Johan Cruyff Institute en tegelijkertijd liep hij een jaar mee bij Ajax in de middenbouw. Daar was hij voornamelijk aanwezig bij Ajax O14. ‘Dat deed ik als assistent-trainer. Ik heb er ook bij het scoutingsoverleg en bij meetings gezeten. Dit omdat ik me ook wat breder wilde oriënteren dan alleen als assistent-trainer, omdat ik eigenlijk niet de ambitie heb om trainer te worden. Ik heb er veel gezien en geleerd en momenteel oriënteer ik me binnen het voetbal wat ik wil gaan doen.’
Je wilt dus geen trainer worden. Zie je jezelf wel binnen een organisatie van een voetbalclub werken?
‘Ja. Iets meer in de scouting of dat ik me bezig ga houden met de langetermijnvisie van een club of dat ik beleidsmatig ga meedenken. Dat is iets wat meer bij mij past dan trainer zijn. Dat is toch meer van dag tot dag en in mijn ogen vaak van de korte termijn. Ik vind het interessanter om meer voor de lange termijn te denken en te werken. Dat is dan eerder op technisch gebied, niet op een marketingafdeling of op de media-afdeling. Er zijn nog wel wat gesprekken gaande, maar het is nog niet heel concreet. Of Ajax een optie is? Dat zou kunnen. Maar wat ik al zei, het is nu niet heel concreet.’
'Bij Heracles écht mijn eerste stappen in het betaalde voetbal gezet'
Je speelde in je carrière voor zowel Ajax als Heracles. Is de wedstrijd voor jou nog een bijzondere?
‘Nee, voor mij is het geen bijzondere wedstrijd meer. Het is ook al lang geleden dat ik daar speelde. De eerste paar jaar na je vertrek is het nog wel bijzonder, omdat je dan nog spelers en mensen die er werken kent, maar inmiddels is er zoveel veranderd. Toen ik bij Heracles speelde, was de club net gepromoveerd. In al die jaren daarvoor speelden ze in de Eerste Divisie. Het was toen een hele andere club dan het nu is. Ze hebben het goed voor elkaar. Het stadion is twee keer zo groot, dus dat hebben ze goed gedaan.’
Je hebt twee keer op huurbasis (2006/07 en 2007/08) gespeeld bij Heracles. Hoe kijk je terug op die periodes?
‘Met heel veel plezier, ik heb het daar heel leuk gehad. Voor mijn gevoel heb ik daar - al had ik wel al mijn debuut gemaakt bij Ajax - mijn eerste stappen gezet in het betaalde voetbal. Als twintigjarige stond ik daar in de basis en speelde ik een heel seizoen. Ik maakte er minuten en ik heb geleerd wat het inhoudt om een Eredivisiespeler te zijn. Daarnaast leerde ik hoe het was om niet altijd de bal te hebben. Het was een ander soort spel. Ik ging er ook voor het eerst op mezelf wonen en dat aan de andere kant van het land. Het was een behoorlijke stap. De eerste stappen, zowel in het voetbal als privé, zijn natuurlijk behoorlijk. Het was een hele leuke en warme club. Op dat moment was ik iets totaal anders gewend bij Ajax. Het was bij Heracles een stuk gemoedelijker en op dat moment paste dat wel heel goed bij mij.’
Vond je de wereld in Amsterdam te hard?
‘Nou, kijk. Bij Ajax is het: je komt aan bij de ArenA en dan heb je daar honderden kantoren en mensen en alles. Bij Heracles zat je gewoon te lunchen met de mensen die ook op kantoor werken. Het was wat overzichtelijker. Bij Ajax is het als jonge jongen zoeken naar je plek, zeker als je niet speelt. Bij Heracles was dat veel makkelijker.’
Voor Heracles zal het duel met FC Twente de wedstrijd van het jaar zijn. Hoe kijken ze in Almelo naar wedstrijden tegen Ajax?
‘Voor de meeste clubs is Ajax de grootste naam die langs kan komen. Twente is wel belangrijker. Dat leeft daar heel erg. Wedstrijden tegen Ajax waren toen wel heel bijzonder. Tot het jaar ervoor speelde Heracles op een lager niveau en dan is het natuurlijk heel bijzonder als Ajax ineens in Almelo op bezoek komt. Inmiddels spelen ze zo lang op het hoogste niveau dat dat gevoel een beetje weg is. Het is gewoon een grote club die langskomt. Dat is mijn ervaring.’
Mooie wedstrijden tegen Fiorentina en Olympique Marseille
In het seizoen 2008/2009 speelde je nog best veel wedstrijden voor Ajax. In de UEFA Cup deed je vijf wedstrijden mee. Wat was voor jou dat seizoen het hoogtepunt?
‘Ik kan me herinneren dat we toen uit bij Fiorentina hebben gewonnen. Met een winnende goal van Kennedy Bakırcıoğlu. Ik heb ook meegespeeld tegen Marseille. Dat was ook een hele grote wedstrijd, die we helaas in de verlenging verloren. Dat waren wel grote wedstrijden die ik toen heb gespeeld. Uiteindelijk heb ik dat seizoen nog veel meer gespeeld dan ik van tevoren had verwacht. Ik zou eigenlijk weggaan, maar toen moest ik toch nog blijven. Onder Van Basten heb ik toen uiteindelijk best wel veel gespeeld. Uiteindelijk was het niet genoeg en ik vond dat ik ergens wel echt meer minuten moest gaan maken. Daarom ben ik toen naar NAC gegaan en dat was voor mij een goede stap.’
Bij Ajax heb je vorig seizoen kunnen zien hoe het eraan toegaat bij de club. Hoe kijk je naar het Ajax van dit seizoen? Had je verwacht dat de club zo diep kon zinken in het najaar?
‘Nee, natuurlijk niet. Niemand denk ik. Maar er is natuurlijk veel verkeerd gegaan en dat heeft iedereen wel kunnen zien. Op alle belangrijke posities binnen de club waren er positiewisselingen en nieuwe mensen. Er is zoveel gebeurd en er is heel veel niet goed gegaan. Dat heeft gewoon iedereen kunnen zien. Er is veel reparatiewerk nodig om het te herstellen.’
Wat vind jij dat er bijvoorbeeld mis is gegaan bij Ajax, als je dat vanuit een voetbaltechnische kant bekijkt?
‘Kijk, de aanstelling van de trainer (Maurice Steijn, red.) is geen goede keuze gebleken. Ik denk ook - en daar hoef je geen verstand van het spel voor te hebben - dat als je een technisch directeur (Sven Mislintat, red.) aanstelt die de club eigenlijk niet zo goed kent en je hem zoveel ruimte geeft om zijn ding te doen, dan kan het natuurlijk hartstikke verkeerd gaan. Als je dat laat gebeuren en dat is gebeurd, denk ik.’
Jij hebt in je carrière veel als linksback gespeeld. Die positie is vaak een zorgenkindje bij Ajax. Ajax heeft er jaren over gedaan om met Nicolás Tagliafico een goede linksback te vinden, maar daarvoor en daarna is het wisselvallig op die positie en dat is ook dit seizoen het geval. Hoe kijk jij nu naar Martha en Sosa?
‘Martha is pas net linksback, hij speelt er zijn eerste wedstrijden en het is moeilijk om in te schatten hoe zich dat gaat ontwikkelen. Sosa lijkt technisch vaardig, maar je bent in eerste instantie natuurlijk wel een verdediger. Het lijkt erop dat er geen vaste linksback is. Nu is er ook geen linksback die die positie heeft gegrepen. Ze zullen denk ik de komende tijd nog zoeken naar de beste optie op die positie.’
Ajax en de strijd om plek drie
Wat verwacht jij dit seizoen nog van Ajax?
‘Dat vind ik moeilijk te zeggen. Voor de vijfde plek wist je: die heb je met een paar overwinningen. Maar het gat met de top-vier was best wel groot. Toen dacht ik - als ik eerlijk ben - dat ze voor de rest van het seizoen vijfde zouden blijven staan, want het verschil was te groot. AZ en FC Twente zijn niet zo stabiel als Feyenoord of PSV, maar ik had wel verwacht dat zij hun punten zouden blijven pakken en ik dacht ook dat Ajax niet goed genoeg zou zijn om alles te blijven winnen. Het gat zou te groot zijn om het nog in te halen.’
‘Maar ze komen nu toch wel dichterbij. AZ heeft het moeilijk. Maar het is wel zo dat Ajax zijn wedstrijden nog niet overtuigend wint. Dat Ajax nu dichterbij komt, is wel mooi. De derde plaats kan wel echt een doel worden. Het was natuurlijk heel saai geweest als Ajax vijfde zou staan en AZ en Twente zouden hun wedstrijden maar blijven winnen.’
AZ staat nog maar op drie punten en Ajax kan op drie punten van FC Twente komen als het zelf wint bij Heracles en Twente verliest bij Feyenoord. Het is dus best nog in te halen, zou je denken?
‘Het is een cliché, maar ze zullen eerst hun eigen wedstrijden moeten blijven winnen. Daar hebben ze toch nog best wel moeite mee. Het gaat ze niet gemakkelijk af. Maar die overwinningen van nu zijn natuurlijk wel goed voor het vertrouwen. Van ‘t Schip heeft ook de meeste van zijn wedstrijden gewonnen. Het zal nog stabieler worden en op termijn zullen ze wedstrijden makkelijker gaan winnen, maar nu gaat het ze nog niet heel gemakkelijk af.’
Ajax komt eigenlijk nog heel broos over.
‘Ja, het is broos. Het vertrouwen is ook broos. Het is ook even afwachten hoe ze bijvoorbeeld met een tegenslag om zullen gaan. Maar voor de competitie is het leuk dat ze weer zicht hebben op de derde plaats.’
Verwacht je dat Henderson nog een belangrijke rol kan gaan spelen om Ajax stabieler te maken?
‘Dat is altijd afwachten. Als je kijkt naar waar Ajax op zoek was, dan lijkt het natuurlijk wel een soort droomkandidaat. Het is alleen wel een heel ander voetbal dan hij gewend is. Ik ga er wel vanuit dat hij er fysiek goed voor staat, maar hij heeft wel een tijdje in Saudi-Arabië gespeeld. Ik begrijp natuurlijk wel volledig dat Ajax nu vol voor hem is gegaan. Ik denk dat het ook wel het beste is wat ze konden doen. Aan de andere kant denk ik dat Ajax in een ideale situatie niet zo snel een hele dure jongen van 33 jaar zou halen.’
Misschien niet, maar in dit Ajax is er wel een gebrek aan leiderschap en ervaring.
‘Ja, en ook juist op die positie natuurlijk. Dus hij heeft wel dat hele plaatje. Dus ik begrijp volledig dat ze hiervoor gaan. Ook als hij niet geweldig speelt, dan denk ik wel dat hij iets met zich meebrengt. Waar andere jongens baat bij kunnen hebben. Op het veld en buiten het veld.’
Bart Veenstra (X: @Bart_Veenstra | e-mail: b.veenstra@ajaxshowtime.com)
Plaats reactie