DE MEESTER SPREEKT - De Toekomst is enkele dagen overspoeld met talent op het jaarlijkse HETT-tournooi. Een uitgelezen moment voor Ajax-scout Co Meijer om z'n arendsoog over het veld te laten glijden. 'Sommigen zijn nog maar een jaar of zes, maar nu al zie je dat ze talent hebben. Als een speler met z'n hoofd omhoog dribbelt, dan vormt dat meestal een teken dat ze overzicht hebben.' 'Dat zeg ik ook altijd tegen de spelers die ik train: doe maar alsof je naar de meisjes kijkt.’ Meijer is een van de 35 scouts die elke zaterdagochtend de velden afloopt op zoek naar talent. Deze scouts bepalen of ze op stage mogen in Amsterdam. 'We werken vooral met behulp van tips. Een goede scout heeft een netwerk om zich heen van waaruit hij signalen opvangt over mogelijk talent.'
'Vervolgens beoordeel je dat jongetje tijdens een wedstrijd. Ja, soms valt dat tegen. Dan denk je: hoe heeft iemand hier een topspeler in gezien? Maar de keer daarop blijkt er geen woord aan gelogen. Daarom moet je elke tip serieus nemen. Doe je dat niet, dan bestaat de mogelijkheid dat je op den duur niet meer wordt getipt.'
Als gepensioneerde zestiger is Meijer nog altijd vol passie over zijn werk. 'Weet je hoe geweldig het voor ons scouts is dat Stefano Denswil en Joël Veltman in de basis stonden tegen Celtic? Het vormt het bewijs dat datgene wat wij doen zinvol is. Niet overal krijgt de jeugd een kans, maar waarvoor heb je dan een scoutingapparaat? Bij Ajax vormen wij de levensader van de jeugdopleiding. Dat durf ik wel te beweren.’
Vooral bij passing en aannames herken je talent, zegt Meijer. 'De Duitsers hebben daar een mooi woord voor: fingerspitzengefühl. Want een goede pass is moeilijk te omschrijven. Niet te hard, niet te zacht. Verder kom je meestal niet. Maar op het veld kan ik het meteen zien. Tenminste, dat denk ik te kunnen.’
Plaats reactie