Hij begon ooit als wiskundeleraar, nu is Rik van den Boog algemeen directeur van Ajax. En probeert hij de club omhoog te stuwen. In de nieuwe Sportweek spreekt hij openhartig over zijn samenwerking met Marco van Basten, supporters op het trainingsveld en het zoveelste leerjaar van de Amsterdammers, zonder landstitel. ‘Daar baal ik zelf ook van.’

Hieronder een aantal passages uit het uitgebreide interview.

Door Edwin Struis & Bart Vlietstra

Gaat u nog toenadering zoeken tot Johan Cruijff?
“Nee. Cruijff ís Nederlands voetbal. Als ik hem ergens zie staan, zal ik zeker naar hem toestappen. Dat wat ik dan van hem kan stelen, zal ik stelen. En als hij van mij wat wil oppikken, vind ik dat ook goed.”

Het probleem met Cruijff binnenhalen is dat hij meteen de baas wil spelen.
“Dat kan dus niet, want ik ben hier de baas. Dan heb ik jullie toch antwoord gegeven? Ik heb een simpele filosofie: als Cruijff een betere baas is voor Ajax en iedereen juicht dat toe; prima, dan moet hij dat worden. Als hij dat kan brengen. Maar op dit moment is er hier maar één baas en dat ben ik.”

En die baas wil van Ajax weer de leading lady van de eredivisie maken?
“Minstens.”

En internationaal?
“We willen elk jaar overwinteren. Het liefst in de Champions League. Daarin spelen clubs die verder zijn, het kost zeker één, twee jaar om dichter bij de internationale top te komen. Hopelijk werkt de recessie in ons voordeel.”