De beste keeper van Nederland keept bij ons in de zaal. Ik noem zijn achternaam niet, anders zijn we hem kwijt. Alleen wij kennen zijn zwakke plekken. John heeft een piercing in zijn zak en op maandagavond zit hij op Franse les.
John heeft een massief lijf, waarmee hij bijna alles tegenhoudt. Hij doet dat met zijn blote klauwen. Zo slachtte hij ooit koeien, nadat hij het vee een voor een met een kopstoot had gedood trouwens. Dat was volgens hem humaner dan zoân pen door het hoofd schieten.
Keepershandschoenen? John maakt een wegwerpgebaar. Alleen homoâs dragen keepershandschoenen. Toen we hem een roze keepersshirt gaven, scheurde hij het aan stukken, vrat het op en spoog het uit. Daarna zei hij tegen onze aanvoerder dat hij dat soort rare fratsen nooit meer moet uithalen.
Niet altijd heb ik geluk gehad met keepers. Ik herinner me Peer die maar één oog had. Bij voorzetten van links zag hij er nooit goed uit. Wij ontzagen hem niet vanwege zijn handicap en scholden hem uit voor blinde. Had-ie maar niet moeten gaan keepen.
En dan was er Sproet. Die lul bleef altijd op zijn lijn staan. Nou had hij schitterende reflexen maar ja, elke wedstrijd komt er wel een spits op je af. Sukkel.
Eén keer heb ik met Freek gespeeld. Als een tegenstander schoot draaide hij zich van angst om. Toen we voor de vierde keer zijn banden hadden laten leeglopen, begreep hij het eindelijk. Nooit meer gezien.
Dan Bas. Had maar negen vingers. Nooit een bal klem.
Roelof bezat een Rottweiler, die hij vastbond aan de doelpaal. Toen de scheidsrechter dat niet pikte, weigerde Roelof zijn hond te ontkoppelen; wedstrijd gestaakt. Toen liet hij dat beest wel los. Ik heb nog nooit een scheids zo hard zien rennen.
Plaats reactie