Lang, lang geleden, toen Gerald Sibon nog bij Ajax speelde, deden spelers van SC Heerenveen het nog gewoon in hun broek als ze naar Amsterdam moesten. Ze stapten bibberend het veld op, hoopten dat Ajax zo vriendelijk zou willen zijn het bij 2- of 3-0 te laten, om negentig minuten later opgelucht plaats te nemen in de spelersbus. âIn die tijd was er geen enkele tegenstander die ook maar durfde te denken dat er in de Arena iets te halen vielâ, aldus Gerald Sibon. âEr was namelijk ook niets te halen.â
AjaxF-side.NL
Dat jaar, 1998, was het laatste voetbalseizoen dat Ajax nog ouderwets over tegenstanders heenwalste. De kampioenswedstrijd werd al begin april gespeeld, tegen â jawel â Heerenveen.
De Amsterdammers zijn die dag niet zo vriendelijk. Het wordt 7-2, met doelpunten van onder meer Jari Litmanen, Shota Arveladze, Michael Laudrup en Ronald de Boer. Aan het eind van de competitie heeft Ajax 17 punten voorsprong op PSV, met 112 goals voor en 22 tegen.
Kwaliteitsverschil
Elf jaar later is van dat kwaliteitsverschil helemaal niets meer over. En van het Friese ontzag ook niet, trouwens. âWe wisten dat we hier konden winnenâ, zegt Sibon, die tegen zijn oude ploeg voor het eerst in lange tijd weer in de basis mocht beginnen. En inderdaad: Heerenveen wint. Het is nog verdiend ook.
Dezelfde types
Met een cynisch glimlachje constateert Sibon dat de Amsterdammers met hun voorhoede van bijna dertig miljoen euro zelfs tegen de allesbehalve betrouwbare defensie van de Friezen geen echte kans hebben gekregen. âVoorin hebben ze allemaal dezelfde types, behendig en snel. Maar ze zijn vandaag niet gevaarlijk geweest, en er is geen plan B voor als het met die behendige spelers niet lukt. Ajax mist stootkracht.â
Hij zegt het zo dat iedereen weet wat hij bedoelt: Ajax mist een type-Sibon. Als die suggestie wordt opgeworpen, probeert hij nog even verbaasd te kijken (âGrappig, dat zei iemand anders net ook alâ), om daarna toch toe te geven dat hij dat idee helemaal
Plaats reactie