Het was weer eens een avondje huilen met de pet op in de Amsterdam ArenA. Persoonlijke fouten waren er in overvloed, maar het was vooral een collectief falen. Om iets voor zeven uur zette ik mijn televisie met goede moed aan. Martin Jol had aangekondigd het publiek te gaan vermaken, dus ik ging er even lekker voor zitten. Bakkie chips erbij. Het begin was nog redelijk, maar na iets meer dan twaalf minuten zag ik het alweer gebeuren.
Een persoonlijke fout van Gregory van der Wiel, die zich liet aftroeven door een 16-jarige kleuter. Van der Wiel, vaste kracht in Ajax 1 en bovendien meervoudig international, laat zich in een kopduel wegzetten: 0-1. Enfin, een foutje, kan gebeuren. Maar als vervolgens aanvallend niets meer lukt en Oleguer alle ballen die hij in zijn bezit heeft, inlevert bij de tegenpartij, zie ik het alweer fout gaan. Een prachtige pass van de Spanjaard, die elke amateurvoetballer zou kunnen hebben zien aankomen, wordt onderschept. Nog geen tien seconden later laat onze Twitter-vriend zich opnieuw aftroeven door onze Belgische puber en is de stand: 0-2.
Natuurlijk kunnen we dan zeggen: we waren al geplaatst, of: we speelden met een b-team. Maar als je zulke fouten maakt, bovendien niet alleen gemaakt door invallers, moeten we ons dan niet vreselijke zorgen gaan maken? Waar topclubs als Manchester United en FC Barcelona dit soort wedstrijden met een C-team nog met 3-0 weten te winnen, wordt Ajax gewoon finaal van de mat getikt als er op vier posities een andere speler rondloopt.
Na de dubbele achterstand lukt er helemaal niets meer bij Ajax. Aanvallend wordt er niet meer geproduceerd dan welgeteld één afzwaaier. Vervolgens gaat men achterin weer enorm de fout in. Een voorzet gaat voorlangs, niets aan de hand zou je zeggen. Dan vind Van der Wiel het nodig om de bal terug te leggen, in plaats van er overheen te springen. Stekelenburg was ook niet in staat de bal vast te houden. Dan krijgt Oleguer, u weet wel, die Champions League-winnaar en o
Plaats reactie