Sjaak Swart vindt dat Ajax Antony deze zomer niet meer mag laten gaan. De clubicoon ziet dat de Braziliaan enorm belangrijk is voor de Amsterdamse club en alleen een extreem hoge transfersom zou Ajax aan het denken mogen zetten, zo legt Swart uit in De Telegraaf.
Voor nu vindt Swart dat een transfer van Antony onbespreekbaar moet zijn. 'Omdat Alfred Schreuder hem graag wil behouden. Marc Overmars gooide zijn telefoon ooit in een laatje en dat moeten Gerry Hamstra en Klaas-Jan Huntelaar misschien ook maar doen. Of in elk geval Engelse telefoonnummers niet meer beantwoorden', zegt Swart, die er wel een 'maar' aan toevoegt. 'Als het aan mij ligt, zou ik hem voor tachtig miljoen of meer wél laten vertrekken. Wat een geld…'
Na het WK in Qatar - dat gehouden wordt in november en december - vindt Swart dat het mogelijk wel een goed moment is om Antony te verkopen. 'Zulke transfersommen zijn niet te weigeren. Bovendien heeft Ajax met Steven Berghuis en Mo Ihattaren al twee heel goede vervangers in huis', aldus Swart, die benadrukt dat hij hoopt dat alles goed komt rondom Ihattaren. 'Ik hoop dat Ihattaren snel weer kan trainen, want hij is een prachtige speler. Nu moet hij laten zien hoe goed hij is en beseffen dat hij een voetballer is. Hij moet alle randzaken loslaten en zich honderd procent focussen op datgene waar hij zo goed in is: voetballen.'
'Echte uitblinker vond ik Steven Bergwijn'
Na afgelopen zondag - toen Ajax met 6-1 en zeer overtuigend spel won van FC Groningen - heeft Swart er zin in dit seizoen. 'Van Ajax-FC Groningen heb ik echt genoten. Antony was goed, maar de echte uitblinker vond ik Steven Bergwijn. En wat was Brian Brobbey sterk, hè? Door zijn fysieke kracht is hij niet door twee man van de bal af te krijgen en creëert hij ruimte voor anderen. Ik vond het jammer dat hij niet scoorde, want dat had Brian echt verdiend.'
Topreactie
Sunny +9547
Off over een andere uitblinker!
In de rubriek Da’s Logisch analyseert Het Parool elke week ‘het spel achter het spel’. Met deze keer aandacht voor de opmerkelijke ontwikkeling van Edson Álvarez.
Dat Edson Álvarez in defensief opzicht van levensbelang is voor Ajax, moet inmiddels zelfs zijn grootste criticaster kunnen toegeven. De cijfers zijn overduidelijk: zonder Álvarez op het veld is Ajax in de eredivisie sinds 2019 een redelijk presterende ploeg, mét de Mexicaan heeft het (ruim) de beste defensie op de Nederlandse voetbalvelden.
Maar in de spectaculaire overwinning op FC Groningen (6-1) is goed te zien dat Álvarez inmiddels meer is dan een defensieve breker van de buitencategorie. Als passer is de controleur zichtbaar gegroeid.
Op drie fronten heeft Álvarez zich zichtbaar ontwikkeld als passer.
Speloverzicht door verbeterde balaanname
In de openingsfase zien we Álvarez, voorheen toch zeker niet berucht om zijn lange passes, een aantal keer het spel vlug verleggen naar de flank, met een uitgemeten diagonale pass.
In de eerste helft vindt Álvarez drie keer op die manier de ruimte op rechts bij Antony, die voor rust de nieuwe Groningse linksback Isak Määttä volledig dol speelt.
Dat Álvarez meermaals het spel naar de flank kan verplaatsen via een pass met een hogere moeilijkheidsgraad, is vooral te danken aan wat hij vóór deze passes doet. De aannames van de Mexicaan zijn namelijk aanzienlijk verbeterd ten opzichte van zijn beginperiode in Amsterdamse dienst. Doordat Álvarez nu aanzienlijk soepeler is geworden in zichzelf opendraaien vanuit de balaanname, verschaft hij zichzelf meer ruimte en tijd om moeilijker ballen te geven.
De kwaliteitssprong op dit vlak tekent de arbeidslust van Álvarez. Dat een 24-jarige speler nog dit soort grote stappen in zijn ontwikkeling maakt, is alleen mogelijk met flinke extra investeringen op het trainingsveld.
Verticaal vertrouwen
Het toegenomen zelfvertrouwen als passer is niet alleen bij lange ballen te zien. Ook qua keuzes in de passing speelt Álvarez zichtbaar met meer durf.
Meermaals kiest Álvarez voor de risicovollere, verticale pass op Dusan Tadic in de as van het veld, terwijl er een simpeler alternatief is in de vorm van een breedtepass op rechtsback Devyne Rensch. Waar Álvarez in zijn beginperiode in Amsterdam (te) regelmatig voor de veilige optie zou gaan uit angst voor balverlies, voegt de controleur nu veel vaker een voorwaartse bijdrage toe met zijn passes door het midden.
Dat Álvarez meer zelfvertrouwen heeft gekregen als voorwaartse passer, komt de nieuwe samenstelling in de voorhoede van Ajax goed uit. In de opstellingsvariant tegen Groningen, waarin de Amsterdammers nu met aanvaller Tadic achter de spits spelen in plaats van een traditionelere invulling met Davy Klaassen (als loper) of Steven Berghuis (als passer), zal de ‘nummer 10’ minder vaak te vinden zijn als extra helper in de spelopbouw.
Sluwe opbouwer
Maar waar de verbetering in aannames, lange ballen en passkeuzes makkelijk te spotten zijn, heeft Álvarez ook op een wat subtieler vlak een flinke sprong voorwaarts gemaakt. De Mexicaan is aanzienlijk handiger geworden in het vrijkomen uit de ‘dekkingschaduw’ van de aanvallers van de tegenstander. Als eerste aanspeeloptie op het middenveld moet je aanvoelen wanneer er ruimtes in de rug van afjagende tegenstanders vallen. Een kwaliteit die Álvarez tegen Groningen veelvuldig toont.
Plaats reactie