Sjaak Swart heeft tijdens zijn voetballoopbaan ooit de aanbieding gekregen om bij aartsrivaal Feyenoord te spelen. De ex-vleugelflitser nam tijdens Ajax' opmars naar de top in de jaren zeventig afscheid bij de enige club die hij diende en is tot op de dag van vandaag blij dat hij nooit op de Rotterdamse avances is ingegaan.
‘Sjakie was onlosmakelijk verbonden met het elftal. Toen ik instroomde als jongetje, was Sjaak er natuurlijk al', vertelt David Endt in een video van AT5 over het afscheid van het clubicoon als speler. 'Op een gegeven moment was er die wedstrijd tegen Spurs in 1973 en iedereen had het gevoel dat Sjaak nog mee had gekund. Die was nog fit genoeg en ik had het gevoel dat hij met een beetje tegenzin op de schouders ging.’
Swart was een populaire speler onder supporters en als speler dus al onlosmakelijk verbonden met Ajax. Toch kwam de bijnaam Mister Ajax voor de rechtsbuiten van weleer pas daarna volgens Endt. ‘Dat gebeurde eigenlijk pas toen hij afscheid nam. Toen realiseerde men pas hoeveel wedstrijden hij had gespeeld en wat hij betekend had voor de club. Ook wat een gemis het was om Sjaak niet meer bij die groep te hebben. Het was ook een soort kameraadschap.’
Volgens Swart zelf had hij desondanks nog langer kunnen blijven voetballen. ‘Als ik door was gegaan wel ja. Ik had makkelijk tot mijn 42e door kunnen spelen.’ Dit was dan wellicht niet meer in Amsterdam geweest, zo moet de oer-Ajacied bekennen. ‘Ik kon naar AZ. Ik kon meteen tekenen en ze zaten te wachten op mij. Maar ik heb dat niet gedaan. Ajax is mijn club en had afscheid genomen in het Olympisch Stadion met zestigduizend mensen. Dat kun je tegenover het publiek niet maken.'
Tekst gaat verder onder de foto.

Swart naar Feyenoord?
Toch was de club uit Alkmaar niet de enige club die tijdens de carrière van Swart op diens handtekening aasde. 'Feyenoord wilde me ook nog hebben. Ze hebben ook nog tweeënhalve ton geboden, maar Ajax vroeg drie ton in die tijd. En ik wilde ook niet, dat had ik allang gezegd.’
Swart is vooral blij met een record dat hij tegen Feyenoord heeft behaald. ‘Ik ben topscorer aller tijden tegen Feyenoord. Dat kunnen ze niet meer inhalen, want je speelt geen zes, zeven jaar meer in een elftal. Ik heb er negentien gemaakt in 36 wedstrijden, voor een buitenspeler is dat veel. Degene die na mij komt is Cor van der Gijp van Feyenoord, die had er dertien. Dat is hoog zat.’
De voormalig buitenspeler heeft ook nog wel een mooie anekdote aan de Klassiekers uit de jaren zestig van de vorige eeuw, toen hij zelf nog werkte in een sigarenwinkel. ‘Het leuke is: als het Ajax – Feyenoord was, had ik 25 bussen voor mijn sigarenwinkel staan. Dat zijn twaalfhonderd mensen. Dus wat deed ik dan? Dan kochten ze een slofje sigaretten of sigaren en om elf uur ging ik naar het Leidseplein om te verzamelen en mijn vader handelde het met die bussen mensen af. En het mooie was: als we wonnen, had ik de volgende morgen tweehonderd mensen voor mijn deur staan.’
Plaats reactie