Ricardo van Rhijn is nog altijd trots op het feit dat hij 163 keer in Ajax 1 heeft mogen spelen. Het jeugdexponent van de Amsterdamse club debuteerde in 2011 en won tot zijn vertrek in de zomer van 2016 vier prijzen in de hoofdstad, waaronder drie keer de kampioensschaal.

De voormalig rechtsback van de club debuteerde in het seizoen 2011/12 in Ajax 1. Met de club won hij vervolgens landstitels in 2012, 2013 en 2014. In een video van AT5 zit hij aan tafel met onder meer Sjaak Swart, die onderdeel uitmaakte van de generatie die in de zeventiger jaren drie keer de Europacup I achter elkaar won. Van Rhijn merkt dat dit ook in zijn tijd als speler van Ajax als maatstaf gold.

‘Als je zo’n prijs drie keer achter elkaar kan winnen, leg je zo’n basis voor alle jaren die daar op volgen. Met veel respect blikken we daar op terug, ook al lijkt het steeds verder weg. Maar het is zo’n basis voor onze club, dat mogen we niet vergeten. Zeer terecht dat we daarover blijven praten.’

Tekst gaat verder onder de foto.

‘Ik ben van een andere generatie en heb die momenten nooit meegekregen, alleen op beelden', vervolgt de oud-speler van onder meer Ajax en het Nederlands elftal. 'In 2002/03 kwam ik op De Toekomst terecht en daar hingen toen al portretten van Sjaak, Johan, iedereen uit de jaren zestig en zeventig. Dat is heel bewust zo ingericht van: Ja jongens, dit zijn de mannen die de basis voor ons hebben neergelegd. Die mannen kregen toentertijd al een prominente plek in de jeugdopleiding.’

Van Rhijn begon niet als rechtsback bij Ajax, maar kwam na wat positiewisselingen uiteindelijk op die plek terecht. ‘Ik kwam binnen als rechtsbuiten, maar kwam er toen wel achter dat daarvoor wel iets meer nodig was dan alleen hard rennen. Ik heb ook op het middenveld gespeeld en later ook veel in het centrum. Op die positie heb ik het grootste gedeelte van de jeugd gespeeld en ook mijn debuut gemaakt. Later ben ik uitgeweken naar de rechterkant.’

Complimenten van Mister Ajax

De keuze van de oud-trainers van Van Rhijn om hem op die plek te zetten kan Swart wel bekoren. ‘Hij was een goede rechtsback. Opkomend, snel, een goed schot. Ik heb hem een paar doelpunten zien maken... Zo moet een rechtsback in mijn ogen spelen. Bikkelen in de tackles, bal afpakken en als hij gepasseerd werd, haalde hij hem na twee meter alweer in. Net als Suurbier met Krol in mijn tijd. Zo’n type was het.’

De oud-verdediger won bij Ajax drie landstitels en een Johan Cruijff Schaal. Toch wist de club in die tijd niet aan te haken bij de Europese (sub)top. ‘Toen ik in het eerste elftal speelde, hadden we niet de kwaliteiten om in Europa veel te doen. Maar desondanks is het heel mooi dat je drie landstitels op rij hebt mogen winnen. De eerste van de vier (titels onder Frank de Boer, red.) tegen FC Twente heb ik niet meegemaakt, toen speelde ik nog in Jong Ajax en stond Gregory (van der Wiel, red.) op mijn positie.’