Edwin van der Sar is van mening dat de sportwereld - de voetbalwereld in het geval van hem en Ajax - een vuist moet vormen tegen racisme. Het is een onderwerp dat al lang speelt in de voetballerij en nu lijkt het moment daar om er écht tegen op te staan.

'De samenleving komt op een punt waarop er doorgepakt moet worden', vertelt Van der Sar erover aan tafel bij NOS Studio Sport. Het maken van statements door spelers na het scoren van een doelpunt bijvoorbeeld, moet kunnen. 'De FIFA, UEFA en KNVB moeten dit soort acties door de vingers zien. De noodzaak om door te pakken op dit soort zaken is er nu.'

De algemeen directeur van Ajax beseft echter ook dat er een grens moet worden getrokken in welke politieke boodschappen er wél en welke níét zomaar geuit mogen worden. 'Je hebt heel veel politieke boodschappen. Er zijn ook twee landen die tegen elkaar in gevecht zijn. Als je dan voor een vol uitvak je shirt omhoog trekt, dan kan dat problemen geven. Je zal apart moeten kijken naar ieder geval.'

Ook Van der Sar trad de afgelopen week op social media naar buiten met een zwart vlak om zich tegen racisme te keren. 'De afgelopen tijd ben ik er wat verder over na gaan denken', vertelt hij dan ook. 'Je moet het luider laten horen dan in het verleden. Mensen moeten meer opstaan en dan kan ik ook naar mezelf en mijn eigen club wijzen.'

Met Stanley Menzo en André Onana kent Van der Sar twee getinte voetballers - toevalligerwijs keepers - die te maken hebben gehad met racisme. 'Het gebeurt vaak in Oost-Europese landen, maar in Nederland ook. Dit jaar hebben we het gehad en in mijn tijd is het ook geweest. We zullen er met z’n allen aan moeten trekken om ervoor te zorgen dat racisme de wereld uitgaat.'