Keje Molenaar heeft niet meer de hoop dat Ajax aan het eind van dit seizoen met de schaal in handen staat. Dat vertelt de oud-speler van onder meer de Amsterdammers in gesprek met het Algemeen Dagblad. 'Als je elk jaar twee, drie bepalende spelers ziet vertrekken, gaat het toch een keer knellen', blijft de 56-jarige Volendammer realistisch.
'Toen ik de selectie deze zomer zag, dacht ik eerlijk gezegd al dat we er rekening mee moesten houden dat Ajax een keertje geen kampioen zou worden, ook gelet op de spelersgroep van PSV. Dat kan een keertje gebeuren, al had ik voor de winterstop nog hoop', vertelt hij. 'De conclusie is: alleen met jeugd ga je het niet redden. Je zult moeten investeren in routine. Tegen AZ was alleen Lasse Schöne nog over toen Niklas Moisander was weggestuurd. Dan is het niet zo verwonderlijk dat het inzakt. Dat is geen verwijt, sommige jongens zijn de status van A-junior amper ontgroeid. Die komen een stadion binnen en denken: wat gebeurt hier?'
'Als ik naar mezelf kijk: ik was achttien toen ik debuteerde bij Volendam. De puistjes nog in mijn snoet, maar ik had wel mannen als Dick de Boer en Dick Bond naast me op het veld', zo blikt Molenaar terug op 'zijn tijd'. 'Ajax heeft talent genoeg, ik zie zo'n Ricardo Kishna groeien, Daley Sinkgraven heeft iets moois, maar je kunt het niet alléén met deze jongens. Ze moeten bij de hand genomen worden.'
'Meer routine dus en dan niet in de breedte met Niki Zimling, maar proberen oud-spelers bereid te vinden, zoals Rafael van der Vaart, John Heitinga, Wesley Sneijder of Hedwiges Maduro. Daar zijn Marc Overmars en Frank de Boer ook van overtuigd', denkt Molenaar. 'Ik weet dat dat niet gemakkelijk is, maar je kunt de talenten in de huidige selectie niet laten zwemmen. De voordelen: iedereen bij Ajax kijkt dezelfde kant op, er is rust én geld.'
Plaats reactie