Door columnist Peter R. de Vries - Ajax is weliswaar een beursgenoteerde onderneming, maar dat wil nog niet zeggen dat het een normaal bedrijf is. Een blik op het aan- en verkoopbeleid maakt wat dat betreft veel duidelijk. Er zijn weinig bedrijven die zich op dat punt zo een kapitaalsvernietiging kunnen veroorloven, zonder dat dit tot opstand van de aandeelhouders leidt. Ajax won vorig seizoen de touwtrekkerij om de door velen begeerde Albert Luque. Er werd een paar miljoen transfergeld aan Newcastle United betaald en de Spaanse voetballer werd â naar verluidt â meteen de best betaald Ajacied met een jaarsalaris van 3 miljoen euro. Dan moet je een aardig balletje kunnen trappen, dunkt mij.
De komst van Luque werd bovendien breed gedragen binnen Ajax, hij werd met trots in de Arena gepresenteerd. Maar zie wat er gebeurde: na een handvol wedstrijden en een incidentje met Suarez viel Luque om nooit toegelichte redenen in ongenade en zat niet eens meer op de bank aan het einde van het seizoen. Kon hij ineens niet meer voetballen? Het werd echter nog erger. Deze week kreeg Luque te verstaan dat hij niet meer gewenst was bij de A-selectie en nog slechts een balletje bij de beloften mocht meetrappen. Hoe kan iemand die eerst nog een salaris van drie miljoen waard was, nu ineens van nul en generlei waarde meer zijn voor de club? En dat terwijl ik hem in ieder geval een mooie, goede voetballer vind. Ik wil Van Basten uiteraard niet het recht ontzeggen om zijn team samen te stellen zoals hij dat wil, maar toch wringt er iets. Het is als een fabrieksdirecteur (Lees: Ajax-bestuur) die â na overleg met iedereen â een peperdure machine aanschaft en dan van de nieuw aangetrokken bedrijfsleider (Lees: Van Basten) te horen krijgt dat hij die net aangeschafte machine al bij het oud vuil heeft gezet. In het bedrijfsleven heeft zo iemand dan een probleem. In de voetballerij niet. Daar gelden andere wetten, die voor u en mij soms onbegrijpelijk zijn.
Het zelfde verhaal geldt voor
Plaats reactie