‘Frenkie de Jong doet denken aan Johan Cruijff’, ‘Matthijs de Ligt is misschien wel de beste verdediger van de wereld’, ‘Donny van de Beek is wat Real Madrid nodig heeft’, ‘Pep Guardiola wil Dusan Tadic’, ‘Daley Blind is de absolute leider van dit Ajax’. Ik heb het allemaal voorbij zien komen. Zo’n beetje iedere Ajacied is tot in het oneindige opgehemeld. Toch moeten we in mijn ogen een belangrijk deel van de verklaring van het succes dit seizoen ergens anders zoeken. Ik zoek het bij Ajax’ jeugdproduct Noussair Mazraoui.
De huidige international van Marokko sloop als een dief in de nacht door de gehele jeugdopleiding heen, waar hij als achtjarig jochie in 2006 begon aan zijn Amsterdamse avontuur. Vanuit Alphen aan den Rijn werd hij dagelijks met het taxibusje naar Sportpark De Toekomst gebracht, waar hij dan in de schaduw van onder andere Donny Van de Beek en Abdelhak Nouri mocht voetballen, om vervolgens weer met het busje naar huis te gaan. Tien jaar lang zag hij spelers om hem heen geprezen worden, maar hij zag er nog meer verdwijnen. Elk jaar vielen er tientallen spelers af, maar Nous bleef geruisloos zijn ding doen.
Linksbuiten. Rechtsbuiten. Op ‘tien’. Op ‘zes’. Rechtsback. Nous speelde in het Jong Ajax van 2016/2017 op al die posities. Het was de grote Appie, Donny en Frenkieshow dat jaar. Met een geruisloze, maar cruciale bijrol van Nous, die op amateurbasis voor zijn laatste kans bij Ajax mocht gaan. Na twee seizoenen een dragende kracht te zijn geweest van Jong Ajax en kampioen van de Jupiler League te zijn geworden stond hij aan het einde van het seizoen 2017/2018 opeens in de Johan Cruijff ArenA. Erik ten Hag begon met Nous op rechtsback het team te vormen waarmee het het volgende seizoen móest gaan gebeuren.
En het gebeurde. En hoe goed onze vedettes ook waren dit jaar, voor mij is niet Donny, niet Matthijs, maar Nous de belichaming van dit Ajax. Net als hoe hij zijn carrière begon, sloop ook Ajax als een dief in de nacht door de voorrondes van de Champions League heen. Niemand in Europa had ons aan zien komen, niemand had ooit verwacht dat deze krachten los zouden komen bij de Amsterdamse godenzonen. Ook het gros van onszelf niet.
Tot 2 oktober 2018 rond een uurtje of half 10 in de avond. In de Allianz Arena in München staat Ajax met 1-0 achter tegen het grote FC Bayern. Op het middenveld krijgt Nous de bal. Hij ziet zijn kans schoon en passeert met een slimme dribbel twee man, waarna hij de 1-2 met de wat teruggezakte spits Tadic aangaat. Hij loopt perfect het ontstane gat in, krijgt de bal terug van de Serviër, neemt ‘m in een vloeiende beweging mee en legt de bal koeltjes langs de paal tegen de touwen. Nous is los, Ajax is los. Deze goal is het startschot van alle mooie momenten die we dit seizoen hebben gekend. Het uitvak ontploft en de pullen bier op de Oktoberfeesten staan te trillen op de tafels. Sinds dit moment is het vertrouwen geboren waarmee we Europa’s harten hebben gestolen.
De grote bijdrage van onze rechtsback blijft niet bij dat ene moment in het zuiden van Duitsland. In Amsterdam scoort Nous in de slotseconden van de wedstrijd tegen het Portugese Benfica een reuzebelangrijke goal. Enkele maanden later speelt hij een cruciale rol bij de wereldgoal van Tadic in Madrid, die de hele wereld over ging. Het talent gooide zijn hele hebben en houden in de strijd om een ogenschijnlijk kansloze bal binnen te houden, en hij flikt het. Nous is niet te stoppen.
Ik zie het daarom ook als een prachtig en volledig terecht gebaar dat Ten Hag onlangs bij de huldiging namens de gehele technische staf Nous heeft benoemd tot talent van het jaar. En ondertussen beweegt de nog altijd maar 21-jarige speler zich weer geruisloos verder. Dit keer naar het middenveld, waar hij als vervanger van Lasse Schöne een aantal keren een uitstekende indruk maakte.
Het zou mij inmiddels niets meer verbazen als Nous zich -heel stilletjes en heel geruisloos- ontpopt tot een hele grote meneer.
Reinand Visscher (Twitter: @ReinandVZR | e-mail: r.visscher@ajaxsshowtime.com)
Plaats reactie