Uit het Oog: 'Ik kreeg maar een halve kans'

door Finn Dekker 7

Uit het Oog: 'Ik kreeg maar een halve kans'

door Finn Dekker 7

Laatst geüpdatet

In de rubriek 'Uit het Oog' spreekt Ajax Showtime met oud-Ajacieden die hun sporen tegenwoordig elders achterlaten. Uit het oog dus, maar niet uit het hart. In deel 33 Jamal Akachar, de amateur van Ajax Zaterdag die binnen een mum van tijd in de ArenA stond.

Er zal bij weinig mensen gelijk een belletje gaan rinkelen bij de naam van Jamal Akachar. Toch was Akachar een spraakmakende Ajacied aan het begin van de 21e eeuw. Niet door zijn lange, succesvolle periode in het eerste van Ajax, wel door zijn op zijn zachtst gezegd bijzondere verhaal. Tot kort voor zijn debuut in Ajax 1 was Akachar nog taxichauffeur en maakte de geboren Bredanaar zijn minuten als amateurvoetballer bij Ajax Zaterdag, totdat John van ’t Schip en Leo Beenhakker gecharmeerd raakten van de balkunstenaar.

‘Elke jongen die naar Ajax kan, vindt dat geweldig. Ik heb geen moment getwijfeld’, begint Akachar over zijn start bij de Amsterdammers, namelijk in de bovenbouw van de Ajax-jeugd. ‘Eerst moest ik op zestienjarige leeftijd stage komen lopen bij de B1. Dat deed ik bij John van ’t Schip. Na een maand beviel dat zo goed dat ik mij het seizoen daarop mocht melden bij de A2.’ Het talent nam afscheid van zijn amateurclub Neerlandia uit Amsterdam-West en sloot aan op De Toekomst.

‘Het niveau lag in een keer een stuk hoger. In een korte tijd leerde ik ontzettend veel.’ Bij de A2 kreeg de middenvelder annex aanvaller te maken met Dirk de Groot, oud-jeugdtrainer van onder meer Frank Rijkaard en tevens lid van de ledenraad van Ajax. ‘Hij was van de oude stempel, de oude manier van trainen. Er was bij hem altijd strijd, terwijl het ook leuk was. Vooral dat leuke was apart binnen Ajax. Het spel werd, anders dan onder andere trainers, niet telkens stopgezet of gedirigeerd.’

Akachar in zijn enige officiële duel in het eerste van Ajax tegen RBC Roosendaal in de ArenA.


‘Je zag dat Wesley veel verder was dan de rest’

‘In het tweede en tevens laatste jaar van de A-jeugd was ik gestopt met school.’ Aangezien Akachar zoals veel andere jongens niet studeerde, moest hij op het jeugdcomplex een cursus volgen. ‘Ik zat toen elke dag samen met Wesley Sneijder al vroeg bij Ajax. Ik deed Engels en Wesley Spaans, geloof ik. Maar eigenlijk waren we vooral aan het voetballen in de gymzaal. We gingen dan doelen in de gymzaal. Alle ventilatieroosters in de zaal waren dicht, op een kapot rooster na. Dan probeerden wij daar de bal in te schieten.’

‘Daar zag je al wat voor traptechniek Wesley had. Een goede trap, snelle handelingssnelheid. Hij draaide zo makkelijk weg, links en dan rechts. Het maakte niet uit. Je zag dat Wesley veel verder was dan de rest.’ Sneijder speelde mee met lichtingen van een of twee jaar ouder, waaronder die van Akachar. ‘Ik heb veel samengespeeld met hem, maar ik spreek hem nu niet meer. Dat zie je meestal in het voetbal. Het blijven uiteindelijk collega’s, het blijft een hard wereldje. Iedereen is er uiteindelijk voor zichzelf.’

‘Of ik niet bij Zaterdag 1 wilde gaan voetballen’
Waar Sneijder uiteindelijk een contract zou krijgen, werd Akachar niet goed genoeg bevonden. ‘Na twee jaar ging het er om of ik een contract zou krijgen. Dat kreeg ik niet. Danny Blind zag het niet in mij zitten.’ Akachar besloot te stoppen met voetbal, ging zijn geld verdienen als taxichauffeur, maar werd na een halfjaar alweer benaderd door Ajax. ‘Ik ging een keer kijken bij mijn oude team. De A1 speelde en ik kende daar nog een paar jongens. Toen kwam ik Dick de Groot tegen. Zijn vraag was of ik niet bij Zaterdag 1 wilde gaan voetballen, aangezien ik nog ingeschreven stond. Dat heb ik toen gedaan.’

‘Mensen denken dat het maar de amateurs zijn, maar ik was pas achttien. Ik was een jongen die dagelijks met voetbal bezig was. Als je dan in de Zaterdag 1 kan spelen en de beste bent en veel speelt, dan zijn er nog genoeg wegen’, doelt Akachar op de vooroordelen over Ajax Zaterdag 1. ‘Op een gegeven moment kon ik tekenen bij FC Utrecht en De Graafschap. Bob de Klerk, destijds trainer van Zaterdag 1, heeft toen technisch directeur Leo Beenhakker benaderd. Beenhakker heeft er toen voor gezorgd dat John van ’t Schip van Jong Ajax naar mij ging kijken.’


Ronald Koeman liet Akachar debuteren, Leo Beenhakker was een van zijn 'ontdekkers'.

Vervolgens ging het snel voor de ‘scorende taxichauffeur’. ‘Het was echt mijn dag. Ik scoorde en speelde goed. Van ’t Schip heeft mij toen bij de beloften gehaald. Binnen een paar dagen moest ik gelijk spelen. Toen ik ook daar goed speelde en opnieuw scoorde, werd ik vast opgenomen in de selectie van Jong Ajax.’ Bij Jong Ajax proefde Akachar al aan het betaalde voetbal. ‘Ik scoorde onder meer in de derde ronde van de Amstel Cup, die in de ArenA werd afgewerkt, tegen Willem II, waarvan wij uiteindelijk met 2-1 wonnen.’

‘Ik rende de hele A-selectie eruit op Escude na’
De sterke ontwikkeling van de aanvaller bleef niet onopgemerkt binnen de club. Hoofdtrainer Ronald Koeman gaf de rechtspoot een kans. ‘Koeman selecteerde mij na een training in het Amsterdamse bos. In het bos moesten wij als training vier kilometer hardlopen. Ik was als snelste terug’, aldus Akachar, die daarmee zijn visitekaartje afgaf. ‘Koeman vond dat opmerkelijk, dat ik de hele A-selectie eruit rende op Julien Escude na. Escude kwam net na mij binnen. Na die training werd ik gelijk geselecteerd. Ik mocht gelijk meetrainen.’

‘In april van 2003 kreeg ik op een dag van Van ’t Schip te horen dat ik bij de selectie van het eerste zat voor de thuiswedstrijd tegen RBC Roosendaal.’ Akachar zat op de bank, viel in en won in zijn debuut. ‘Rond de zestigste minuut kwam ik erin voor Steven Pienaar. Ik deed mijn ding, naar mijn idee ging het goed. Ik had zelfs kunnen scoren. Andy van der Meyde stond op de achterlijn, ik op de vijf meter. Maar hij koos voor een moeilijke bal op Maxwell bij de tweede paal’, blikt Akachar vijftien jaar terug op zijn enige officiële duel in een Ajax-shirt.

Twee weken later zou Akachar opnieuw meegaan. Dit keer uit naar AC Milan voor de return van de kwartfinale in de Champions League, ware het niet dat Jari Litmanen roet in het eten gooide. ‘Het ging op het laatste moment niet door omdat Litmanen weer fit was geworden. Ik kreeg een dag van tevoren van Koeman te horen dat ik niet meeging.’ Het talent werd thuisgehouden, zag Ajax voor de televisie uitgeschakeld worden en bleef wachten op de volgende kans. Een kans die nooit meer zou komen.


Ajax werd zonder Akachar uitgeschakeld door AC Milan, dit ondanks een goal van de herstelde Litmanen. 


‘Ik heb maar een halve kans gekregen’

‘Het verwaterde. Ik dacht: ik ben jong, ik krijg nog een kans. Maar deze kans kwam niet meer’, klinkt het teleurgesteld. ‘Het is allemaal snel gegaan, heel snel. Eerst begin je op een achterveldje tegen Breukelen met Zaterdag 1, niet veel later sta je met het eerste voor vijftigduizend man te spelen in de ArenA.’ Het ontbrak in deze fase aan de juiste begeleiding. ‘Dat vind ik eigenlijk wel jammer, dat Ajax mij niet daarin heeft beschermd. Bovendien, als je iemand zo snel een dergelijke kans geeft, moet je diegene ook daadwerkelijk de kans geven. Ik heb maar een halve kans gekregen.’

Zijn avontuur bij Ajax ging als een nachtkaars uit, dus koos Akachar eieren voor zijn geld en vertrok de voetballer naar Cambuur. ‘Daar werd ik ziek. Drie jaar had ik last van paniekaanvallen. Daardoor had ik niet meer de drive, daar is het misgegaan. Daarna heb ik nooit meer echt gevoetbald.’ Zo snel als zijn carrière in de lift zat, zo hard daalde Akachar af. ‘Als ik terugkijk en mezelf vergelijk met de jongens die nog wel voetballen, dan baal ik wel. Ik ga niet zeggen dat ik beter was, maar ik zat zeker op hun niveau. Je wordt niet in Ajax 1 opgesteld omdat je lief bent.’

‘Maar ik kan er zelf niet zoveel aan doen dat het zo gelopen is. Ik heb nog geprobeerd om terug te komen, maar het was klaar’, besluit Akachar, die via een andere weg alsnog van zijn hobby zijn beroep heeft weten te maken. ‘Ik ben nog dag en nacht bezig met voetbal. Ik heb een voetbalacademie, waar ik de jeugd train en begeleid. Ik ben nog heel veel bezig met voetbal. Het geeft mij veel voldoening, maar ik vind het jammer dat het niet gelukt is. Als alles goed was gegaan en ik gezond was gebleven, had ik ver kunnen komen.’

Finn Dekker (Twitter: @FinnDekker | e-mail: f.dekker@ajaxshowtime.com)

Lees hier alle voorgaande verhalen van de rubriek 'Uit het Oog' terug.

Koop FIFA 18 bij de FIFA Xperience en ontvang een gratis pizza!

Lees meer over:
Plaats reactie
Laad meer reacties

Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.