Bruno Varela is van mening dat hij bij Ajax niet heeft laten zien wat hij in zijn mars heeft. Als reserve achter eerste doelman Andre Onana kwam hij in anderhalf jaar tijd tot slechts een handjevol wedstrijden en daarin kon hij zich niet goed laten zien.

In eerste instantie zou Varela, die door Benfica verhuurd werd aan Ajax, enkel de tweede helft van het seizoen 2018/19 in Amsterdam vertoeven, maar zijn huurperiode werd met een seizoen verlengd. Reden voor hem om nog langer bij de Nederlandse recordkampioen te blijven was een eventueel vertrek van Onana. 'Het was een beetje fifty-fifty of Onana zou blijven', herinnert hij zich in gesprek met Voetbal International. 'Ik wist dat ik in een moeilijke situatie zou komen als hij geen transfer zou maken. Mocht hij vertrekken, was het een geweldige kans voor mij om voor Ajax te spelen.'

Varela besloot naar eigen zeggen het risico te nemen en bleef zodoende bij Ajax. 'Maar er volgde helaas een seizoen zonder al te veel speelminuten. Maar goed, ik had het mezelf ook nooit vergeven als Andre wel was vertrokken en ik het aanbod van Ajax had afgewezen.' De Portugees, nu actief bij Vitória SC, bleef positief en probeerde er het beste van te maken. 'Zo sta ik in het leven, maar natuurlijk was ik door de situatie niet honderd procent gelukkig. Ik moest de situatie accepteren en geduldig wachten op mijn kansen.'

Drie keer kwam die kans: in de KNVB Beker tegen Spakenburg, in de competitie tegen FC Groningen en in de Europa League tegen Getafe. Varela liet in die wedstrijden niet, zo zegt hij zelf, zijn 'ware gezicht' zien. 'Tegen Spakenburg heb ik de bal twee keer aangeraakt en bij FC Groningen heb ik ook mijn kwaliteiten niet laten zien. Het was lastig om na zo’n lange tijd weer onder de lat te staan, maar dat is geen excuus.'

Ook het onderonsje met Getafe was geen succes. 'Voor de wedstrijd tegen Getafe wilde Erik ten Hag me laten spelen met Jong Ajax tegen Jong FC Utrecht (7-2, red.). Die avond ging echt alles fout. Ik was boos op mezelf en dacht achteraf: dit was typisch zo’n dag dat ik beter binnen had kunnen blijven. Tegen Getafe heb ik helaas ook niet mijn ware gezicht kunnen laten zien.'