BoJA: Van Bladeren en zijn Ajax-droom

door SJvanveen 17

BoJA: Van Bladeren en zijn Ajax-droom

door SJvanveen 17

Laatst geüpdatet

Hij zeurt niet, werkt hard, geniet van het leven als profvoetballer en gaat de gezonde concurrentiestrijd met álle keepers bij Ajax meer dan graag aan: Stan van Bladeren. Het contract van de goalie loopt na dit seizoen af, hij keept – áls hij op doel staat bij de beloften – prima, maar hoorde nog niets van de club. Reden te meer om af te spreken met vader Ton van Bladeren en spelersbegeleider David Endt.

Het is grauw buiten als op een doordeweekse dag de avond is aangebroken. Ik loop naar binnen bij het Van der Valk Hotel in Leiden, waar Ton met een glas cola voor zich al aan tafel zit. De vader van Stan is voetbalgek in de positieve zin van het woord. Tegelijkertijd detacheert hij hypotheek en financieringsspecialisten. Ik wil praten over zijn zoon en Ton vindt de aandacht voor Stan leuk. Als de koffie, thee en lekkernijen op tafel staan, begint de dialoog. ‘Kunnen we teruggaan naar toen Stan naar Ajax ging?’, vraag ik. ‘Stan stond van kinds af aan in het vizier van Ajax’, is het eerste antwoord, waarna het gesprek over de ras-Ajacied losbarst.

‘Hij kon heel goed voetballen’, begint Ton. ‘Op een zaterdag in de F’jes was een jongen die doorgaans keeper was afwezig. Stan moest tussen de palen staan, deed dat die zaterdag voor het eerst en de dinsdag die volgde kregen we een brief van Ajax. Hij was gescout.’ Endt kijkt op en reageert vol verbazing. ‘Wat zeg jij nou? Op één wedstrijd?’, vraagt hij. ‘Ja, op één wedstrijd’, antwoordt Ton. ‘Ik vergeet het nooit meer.’

Van amateurs, naar Oranje, naar noodlot
Op het complex van V.V. Foreholte startte de voetballoopbaan van Stan, die pas jaren later gestalte kreeg bij Ajax. De familie van de doelman had opgroeien in eigen omgeving hoog in het vaandel staan en dus bleef Stan tot zijn veertiende voetballen bij de plaatselijke amateurvereniging in Voorhout. Toevalligerwijs ook dé club van Edwin van der Sar; voormalig topkeeper, huidig algemeen directeur van Ajax en het idool van Stan.

BoJA: Van Bladeren en zijn Ajax-droom

Vanuit de C1 vertrok Stan naar Ajax. Na een aantal proeftrainingen werd hij aangenomen en mocht hij direct voor vijftien dagen mee naar een toernooi in Singapore. ‘Hij had alleen geen kleding’, lacht Ton. ‘Dus had hij Ajax-kleren geleend van Sejad Nevabi, een vriend van hem die toentertijd nog bij Ajax speelde. Stan maakte indruk, mocht zelfs de finale spelen waarin ze wonnen. Vanaf dat moment ging het snel. Binnen vijf, zes maanden is hij van de Eerste Klasse amateurvoetbal naar Oranje gegaan.’

Stan kreeg het steeds meer naar zijn zin in Amsterdam. Hij keepte veel wedstrijden, ontwikkelde zich in rap tempo, ging zonder horten of stoten door naar oudere lichtingen en had kans om als zeventienjarige sluitpost mee te gaan naar het EK van het Nederlands elftal Onder-19 jaar in Griekenland. Vlak voor vertrek sloeg echter het noodlot toe. ‘Hij stapte nota bene in de laatste oefenwedstrijd tegen Jong Ajax in een konijnenhol’, legt Ton uit. Stan lag er een tijd uit, kwam terug, raakte licht geblesseerd aan zijn schouder, waarna hij weken na zijn terugkeer de grootste tegenslag te verwerken kreeg. ‘Na een botsing was het écht heel goed fout. Hij is geopereerd aan zijn schouder, moest maanden revalideren, maar is goed begeleid. Het was rot, maar prima verzorgd door de medische staf van Ajax’, vertelt Ton.

Concurrentiestrijd
In de tussentijd kwam het eerste elftal van Ajax steeds dichterbij, maar Stan bleef down to earth. De twintigjarige keeper is inmiddels voor het tweede jaar lid van de selectie van Jong Ajax, al laat een officieel debuut in Ajax 1 nog op zich wachten. De concurrentie is groot in de hoofdstad, maar dat brengen Stan en zijn familie niet van de wijs. Volgens vader Ton is zijn zoon een rustige, zelfbewuste, leergierige en ambitieuze jongen en dat verandert – ondanks de moordende concurrentie en keepersaantallen – niet.

‘Diederik Boer ging weg en dan heb je een nieuwe keeper nodig’, begint Ton. ‘Ajax koos toen voor een talentvolle midden-twintiger in de persoon van Benjamin van Leer en waar je toen mee te maken kreeg, was het volgende: André Onana kwam terug van een toernooi, Van Leer moest wennen aan het hoge trainingsniveau en kreeg pijntjes, Norbert Alblas brak zijn pols, Peter Leeuwenburgh was nog geblesseerd en Stan verliet ook een training vroegtijdig. Dat je dan als professionele organisatie denkt: we moeten schakelen, vind ik vanuit de Ajax-gedachte volledig terecht. Als het halen van Kostas Lamprou dan consequenties heeft voor Stan, dan zij dat zo’, aldus Ton, die geduld betracht. ‘Als ik kijk naar het keepersbestand staat Onana op één. Aansluitend heb je een groep van vier keepers; Lamprou (26), Van Leer (25), Alblas (23) en Stan (net twintig). Als je in die lijn kijkt, denk ik: gewoon doorgaan.’

Kansen voorkomen
En dat doet Stan dan ook. De keeper is volledig fit en als hij speelt bij Jong Ajax, doet hij het meer dan naar behoren. Uit bij Cambuur Leeuwarden (1-2) was hij de grote man, op bezoek bij Helmond Sport (1-4) was hij ondanks het veroorzaken van een penalty ijzersterk en ook tegen Jong FC Utrecht (2-1), FC Eindhoven (2-3), FC Dordrecht (3-0) en FC Den Bosch (1-0) werden drie punten gepakt in de Jupiler League. De clean sheets in de laatste twee duels die Stan keepte, vinden Ton en Endt geen verrassing. Coaching is namelijk een van zijn grootste kwaliteiten. ‘Hij coacht op een dusdanige manier, dat als er iets gebeurt, het vaak in zijn kracht terechtkomt’, vertelt Ton. ‘Een jeugdtrainer zei eens dat als een ander op doel had gestaan, het een doelpunt was geweest. Als Stan op doel had gestaan, was het niet eens een kans.’

Endt begrijpt de woorden van Ton en reageert: ‘Veel keepers coachen om gehoord te worden. Maar een van de belangrijkste dingen is rust geven aan je omgeving. Je eigen emotie moet onder controle zijn. Het gaat erom dat je impact hebt. Die heb je als je op het goede moment en met het goede volume iets zegt. Er zijn echter keepers die de hele wedstrijd coachen. Dan wordt het monotoon en horen spelers het verschil tussen noodzakelijk en niet-noodzakelijk niet meer. Het is over-coaching. Trainers zeggen vaak dat je meer moet coachen, maar het gaat niet om kwantiteit. Kwaliteit is de sleutel naar succes.’

Gianluigi Buffon is volgens Endt het schoolvoorbeeld van bovenstaande. ‘Ik nam een gedragen shirt van Buffon een keer mee naar de zaak. Stan kwam ook langs en hij vroeg vol enthousiasme: is dit het shirt van Buffon? Ik vond het mooi dat hij enthousiast werd en open reageerde op iets van iemand die voor álle keepers een voorbeeld moet zijn qua gedrevenheid. Buffon is een grootheid. Dat vond Stan ook, al is hij opgegroeid met Edwin.’

‘Hij (Van der Sar, red.) was een voorbeeld van hoe je speelt met ruimte’, vervolgt Ton. ‘Ajax staat vaak hoog en dat betekent dat je als keeper ver voor je goal staat, zonder oog te verliezen voor wat achter je gebeurt. Stan heeft dat als voetballende keeper altijd gedaan, dat hoef je hem niet te leren. Het is zijn lef, gecombineerd met inzicht en zijn tweebenigheid.’

Ajax als droom
Met de échte kwaliteiten van een Ajax-keeper wil Stan zijn weg naar succes vervolgen bij Ajax. Sinds hij kon ‘lopen en denken’ is Stan Ajacied en het absolute doel is het eerste elftal. ‘Wat is er nou mooier?’, vraagt Ton zich af. ‘Het klinkt cliché, maar hij wil dat écht en is overtuigd dat hij het kan.’ Of de droom werkelijkheid wordt, is nog ongewis. Het contract van Stan loopt na dit seizoen af, maar het kamp-Van Bladeren wacht rustig af. ‘De ambitie moet niet de droom in de weg zitten. Dat moet gestoeld zijn op een zeker realisme. Is het het waard om nog twee jaar te wachten, in het voorportaal te zitten en dan toe te slaan? Of is het slimmer om meteen te vertrekken?’, stelt Endt.

Ton besluit: ‘Je kunt erop vooruitlopen, maar je kunt er nu geen enkel zinnig woord over zeggen. Hij moet zijn ding blijven doen, enthousiast blijven, het verschil maken op het veld en dan komt het goed. Hij heeft zijn officieuze debuut gemaakt tegen Lyon, het was een bewogen jaar, maar ik zie dat hij stabiel is en progressie maakt. Als ik kijk naar potentie ten opzichte van anderen en ook leeftijd in ogenschouw neem, denk ik dat het er heel goed uitziet. Stan kijkt er hetzelfde tegenaan. Hij gaat met iedereen de strijd op een gezonde manier aan en zal nooit raar doen. Daar worden hij en anderen niet beter van. Natuurlijk zijn er altijd winstpunten en marges die hij moet behalen, maar hij is overtuigd van zichzelf en zijn kwaliteiten. Uiteindelijk is het enige dat je kunt beïnvloeden je eigen prestatie.’

BoJA: Van Bladeren en zijn Ajax-droom


Sjors van Veen
(Twitter @SjorsvanVeen) | email: s.vanveen@ajaxshowtime.com

Lees meer Blik op Jong Ajax:

Seizoen 4
#1 - Kansen voor Mazraoui en Bergsma?
#2 - Fritten, Belgische logica en voetbal
#3 - Het Verhaal Achter: Zian Flemming
#4 - Angstaanjagende avond in Helmond
#5 - Ajax moet herboren Sidoel koesteren
#6 - Reiziger is duidelijk en onnavolgbaar
#7 - Temper de hype Dennis Johnsen

Seizoen 3

Lees meer over:
Plaats reactie
Laad meer reacties

Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.