Vanaf het moment dat de eerste geruchten over de komst van Mohamed Ihattaren naar Ajax de wereld in werden gebracht, is er een haast onvoorstelbare druk op de schouders van het talent komen te vallen. Na een vervelend vertrek bij PSV en een rampzalig verlopen avontuur in Italië lijkt Ihattaren bij Ajax te gaan voor de laatste kans om zijn grote belofte te vervullen. Zijn komst ging gepaard met de boodschap dat we geduld met hem moesten hebben en hem de tijd moesten geven om in alle rust aan zijn terugkeer te werken. Men zou er goed aan doen om die woorden ook nu Ihattaren weer terug op het veld is in gedachten te houden.
Al jaren geldt Ihattaren als één van de meest veelbelovende talenten op de Nederlandse velden en al vanaf zijn doorbraak bij PSV hoopten veel Ajacieden stiekem dat de creatieveling een keer de overstap zou maken naar de hoofdstad. Toen eind januari 2022 de bevestiging kwam dat dit eindelijk stond te gebeuren, was dat genoeg reden tot enthousiasme en euforie onder de Amsterdamse achterban. Het feit dat het via een flinke omweg was gegaan en dat Ihattaren bij lange na nog niet fit genoeg was om ook maar op een manier serieus bij te dragen aan Ajax’ potentiële succes, mocht de pret niet drukken.
Bij zijn komst maakte alles en iedereen bij Ajax meteen één ding duidelijk: Ihattaren ging in Amsterdam een proces starten. Er lag een plan voor hem klaar, waarin hij zich in gestaag tempo en via Jong Ajax zou optrainen, totdat hij terug op niveau was en bij het eerste elftal aan kon sluiten. Daarvoor waren een aantal dingen vereist: scherpte, focus en de juiste mentaliteit van Ihattaren, maar ook rust, geduld en begrip van de buitenwereld, want dit proces zou niet binnen enkele weken zijn afgerond.
Nadat de eerste hype rond de komst van Ihattaren was gaan liggen, kwam die rust er ook. Totdat Erik ten Hag voorafgaand aan Ajax’ uitduel met SC Cambuur begin maart naar een update over Ihattaren gevraagd werd. Het antwoord: het talent kon nog niet rennen. Ten Hag leek zich vrijwel meteen te realiseren dat dat nogal hard klonk, waarop hij snel de nuancerende woorden ‘op Eredivisie- en Champions League-niveau’ aan zijn uitspraken toevoegde. Die nuancerende woorden leken velen toch gemist te hebben, want in de dagen daarna was bijna niets anders te horen dan ‘Ihattaren kan niet rennen’.
Mede ingegeven door een tumultueuze Klassieker en de door de interlandperiode ingelaste pauze in het seizoen ging de storm rond Ihattaren weer enigszins liggen. De eerste vrijdag na de interlandperiode was het echter definitief gedaan met de rust: de linkspoot stond namelijk voor zijn debuut in Jong Ajax. In navolging van Ajax Showtime bracht zo’n beetje elk Nederlands medium het nieuws over de terugkeer van Ihattaren en dus wist de twintigjarige dat die avond in het Rat Verlegh Stadion, waar Jong Ajax aantrad tegen NAC Breda, alle ogen op hem zouden zijn gericht.
Na een uur spelen betrad Ihattaren, onder luid boegeroep van het thuispubliek, het veld. Aan zijn optreden vielen enkele dingen op. Allereerst was het goed om te zien dat Ihattaren het voetballen verre van verleerd was. Dat begon al tijdens zijn warming-up in de rust waarbij hij een lange bal van een teamgenoot achteloos met de buitenkant van de hak uit de lucht plukte.
Tijdens de wedstrijd zelf bleek het talent bovendien nog over zijn voetbalintelligentie te beschikken. Toen hij enkele minuten na zijn entree door Christian Rasmussen werd ingespeeld op de rand van de zestien en de Deen Ihattaren met een loopactie buitenom alle aanleiding gaf om de bal terug te geven, zag de rechtsbuiten van dienst een betere optie en ging hij in de zestien de combinatie aan met Kristian Hlynsson, om zo de ruimte voor een schot te creëren dat erin was gegaan, ware het niet dat een Bredaas been er nog net tussen kon komen.
Toch was ook duidelijk dat Ihattaren nog altijd midden in het eerdergenoemde proces zat. Het talent oogde nog wat fors en op het veld was ook duidelijk te zien dat hij conditioneel nog wel wat stappen te zetten had voor hij klaar was om het tempo op Eredivisie- en zeker Champions League-niveau bij te benen. Mocht dat echter een verrassing heten? Natuurlijk niet. Vergelijk de Ihattaren die in Breda voor het eerst in een Ajax-tenue te bewonderen was met de Ihattaren die begin februari op De Toekomst gespot werd of de Ihattaren die in januari lopend door Utrecht gefotografeerd werd en je krijgt een indruk van het werk dat hij in de maanden sinds zijn komst bij Ajax verricht heeft.
Dat Ihattaren nog niet de voetballer is waar menig voetbalfan verliefd op werd, is evident. Zo werd zijn invalbeurt in de bekerfinale verre van het droomdebuut dat velen voor zich zagen. Daarbij schetsen Ihattarens doelpunten en assist tegen TOP Oss en VVV-Venlo een iets te romantisch beeld van zijn spel als geheel tijdens die wedstrijden. De technicus komt steeds beter in zijn ritme en laat gelukkig steeds regelmatiger zien hoe verschrikkelijk goed hij kan voetballen, maar al terug op topniveau? Nee, dat is hij uiteraard nog niet.
Geluiden dat de middenvelder annex aanvaller conditioneel nog niet op niveau is en nog stappen moet zetten als het bijvoorbeeld gaat om het afjagen en druk zetten op de tegenstander zijn dan ook niet veel meer dan het intrappen van een open deur. Uiteraard is Ihattaren conditioneel nog niet waar hij moet komen, uiteraard heeft Ihattaren nog stappen te zetten als het gaat om de arbeid die hij op het veld verricht en uiteraard moet hij nog actiever worden zonder bal, zowel in verdedigend als in aanvallend opzicht. Maar dat is niet meer dan logisch.
Juist omdat hij in veel opzichten nog stappen dient te zetten, speelt hij in Jong Ajax. Ook het feit dat hij nu een paar keer bij het eerste is aangesloten, betekent niet het einde van Ihattarens terugkeerproces, het is slechts een volgende stap daarin. Met John Heitinga heeft hij bij Jong Ajax gelukkig een trainer voor de ploeg die keer op keer aantoont enorm goed te zijn voor de individuele ontwikkeling van de spelers. Niemand zal zich zo bewust zijn van de afstand die hij nog af te leggen heeft als Ihattaren zelf, dus geef hem dan ook de tijd, rust en het geduld om dat te doen.
Vanaf het allereerste moment dat Ajax zijn belofteteam inschreef voor de destijdse Jupiler League, werd één ding duidelijk gemaakt: Jong Ajax blijft een opleidings- en ontwikkelingselftal. Hoewel er uiteraard bepaalde prestaties worden verwacht, zijn die ondergeschikt aan de ontwikkeling van de talenten. Het zou eenieder dan ook goed doen om die vuistregel in gedachten te houden als het aankomt op Mo Ihattaren.
Bademba Barrie (Twitter: @Bademba__Barrie | E-mail: B.Barrie@Ajaxshowtime.com)
Plaats reactie