Ajax is de nieuwe nummer tien op basis van Europese coëfficiënten van de UEFA, zo meldt de voetbalbond via de officiële website. Door de goede Europese prestaties van de Amsterdammers de laatste jaren in de UEFA Champions League en Europa League verdringt Ajax de vorige nummer tien Atlético Madrid.
De lijst wordt aangevoerd door Manchester City met een coëfficiënt van 131.000, waarmee het Bayern München passeert op de ranglijst. De Duitse topclub heeft een coëfficiënt van 130.000. Liverpool blijft derde met een coëfficiënt van 123.000.
Verder zien we dat Paris Saint-Germain en het Manchester United van Erik ten Hag, Antony, Lisandro Martínez, Christian Eriksen en Donny van de Beek een plek gestegen zijn. Dit gaat ten koste van respectievelijk Real Madrid en Juventus die een plaats gezakt zijn ten opzichte van 2021.
Chelsea en FC Barcelona behouden hun respectievelijke vierde en zevende plaats in de ranking. Het verschil in coëfficiënt tussen Ajax en nummer negen Juventus is overigens niet groot: 89.000 om 90.000. Daarmee lijkt een versteviging in de ranglijst van de UEFA in 2023 serieus tot de mogelijkheden te behoren.
Plaats reactie