De komende maanden zullen de jeugdspelers van Ajax niet in actie komen. Trainen op Sportpark de Toekomst zit er vanwege de coronacrisis ook niet bij. Hoe nu verder? En voor welke leeftijdsgroep is het voorlopig niet in een groep kunnen trainen het meest schadelijk? Ruben Jongkind, voormalig hoofd talentontwikkeling bij Ajax, spreekt erover met Ajax Showtime.
Jongkind legt uit dat het belangrijk is voor een sporter om in ieder geval te blijven bewegen. 'Stel dat je helemaal niets doet, dan verlies je relatief weinig in de eerste twee weken, maar na die twee weken ga je echt zwaar achteruit, heel snel. Ook het technische gedeelte. Het gevoel met de bal, de beslissingen die je in het veld moet nemen en de handelingssnelheid gaan na twee tot drie weken snel achteruit', aldus de oefenmeester, die vertelt over spelers die door het scheuren van een kruisband ook maandenlang aan de kant staan. 'Het is niet per se zo dat het dan einde carrière is. Kijk maar naar Veltman, die heeft het twee keer gehad, dus je kunt best een periode zonder. Maar je bent een deel van je opleiding kwijt. Je kunt je potentie niet helemaal benutten.'
Aan de andere kant kan deze voetbalstilte voor sommige jeugdspelers zelfs een voordeel zijn. 'Het wil niet zeggen dat als je een tijdje niets doet het heel slecht is. Het kan ook zijn dat het voor kinderen die lang "in het rood" hebben gezeten om wat voor reden dan ook - thuissituatie, studie, puberteit - juist beter is om even een paar maanden het gas eraf te halen. Sommigen kunnen herstellen, hebben energie om te verbeteren en te groeien of te repareren. Om zeg maar even te herstellen van een zware periode.'
'Bed en tafel opzij om toch wat te kunnen doen'
Jongkind legt uit dat men bij FC Volendam, waar hij adviseur is, er bij het eerste en tweede elftal bovenop zit. 'Zij trainen gewoon vol door. Dat betreft ook voetbaltraining. Dat kun je weliswaar niet in groepen doen, maar in je eentje of met z'n tweeën kun je heel veel doen. We zijn veel met technische vormen bezig en daar zitten ook jongens van zeventien of achttien bij.'
Maar waar kunnen die spelers trainen nu de complexen gesloten zijn. 'Dat is allemaal creatief, hè. Wij hebben er twee in België zitten, zij zijn helemaal gelocked. Zij mogen alleen maar in de tuin voetballen. Sommigen doen het binnen, omdat ze in een appartement wonen. Dan zetten ze even de tafel of het bed opzij, zodat ze toch een aantal vierkante meters hebben waarop ze wat kunnen doen. Om in ieder geval even het balgevoel te houden. In Nederland kunnen we gewoon naar buiten, zodat er met twee man getraind kan worden. Het voetbaltechnische gaat gewoon zoveel mogelijk door, net als het loopgedeelte en het krachtgedeelte.'
'Voetballer zal zijn talent niet verliezen'
Toch kunnen spelers voorlopig niet trainen op bijvoorbeeld het positiespel en dat is een aderlating voor voetballers. 'Maar het is niet zo dat je er straks helemaal niets meer van kan, al mis je zeker in de jeugdfase heel veel. Dat is jammer, want het is net alsof je een blessure hebt. Dat je nog wel aan kracht- en looptraining kunt doen, is uiteraard wel een voordeel ten opzichte van iemand met een zware blessure. Als je echt niets zou doen, dat is wetenschappelijk bewezen, ga je na twee weken echt snel naar beneden en na drie maanden ben je echt heel wat kwijt. Dan zit je bijna op de bodem, als je niets zou doen.'
Jongkind verzekert echter dat een voetballer 'zijn talent niet zal verliezen'. 'Dat zijn vastgelegde neurale paden, dat zit in je brein. Als je het veld opgaat, hebben de meeste spelers een of twee weken nodig om het gevoel terug te krijgen en dan ga je weer.'
'Meest schadelijk voor onderbouw en bovenbouw'
Qua ontwikkeling is nu echter een pauzeknop ingedrukt. 'En die tijd krijg je niet meer terug. Dat is zeker voor kinderen die in een fase zitten waarin de hersenen het meest plastisch zijn - dus de fase waarin ze juist veel kunnen leren - een gemiste kans', zegt Jongkind, die daarmee doelt op de onderbouw. 'Voor voornamelijk de onderbouw is het vervelend. In de middenbouw kun je nog zeggen: die jongens zitten in de groei. Als je er dan even uit ligt, kan dat ook wel positief zijn. We hebben vaak gezien in onderzoeken dat kinderen die terugkomen van vakantie enorm gegroeid zijn, echt centimeters.'
Ook in de bovenbouw is het een enorme aderlating dat er nu niet gevoetbald en getraind kan worden. 'Je komt nu in de laatste fase van het seizoen. Je raakt vermoeid, de wedstrijden stapelen zich op en dat is juist de fase waarin je de stap naar het eerste kleiner maakt. De O19 zit nog in de Youth League en al zijn het maar één of twee wedstrijden: ze kunnen veel verschil maken in een carrière van een speler. Het lijken details, maar dat zijn het niet.'
De vraag is voor welke leeftijdsgroepen deze fase het meest schadelijk is. 'Ik zou zeggen: de onderbouw, waarin elke dag er weer één is waarin je veel leert. Hoe langer het duurt, hoe slechter het is. En de bovenkant. De jongens die tegen het eerste elftal aan schurken. De spelers van O17, O19 en Jong Ajax dus. Voor hen is het een heel vervelende situatie. Het is er ook niet eentje, maar iedereen. Voor een club is dat moeilijk op te vangen. Voor mij zijn dit de twee lastigste fases.'
Wat betreft de bovenbouw kan gezegd worden dat deze spelers nu wedstrijden missen in de Youth League en Future Cup. 'De toernooien zijn graadmeters. Spelers ontwikkelen zich dan mentaal in korte tijd. Dat moet je niet onderschatten', aldus Jongkind, die ook het belang van Jong Ajax benoemt. 'Zij spelen nu wedstrijden waarin het er echt omgaat en voor de tegenstanders geldt dat ook. Clubs strijden nu nog voor een periodetitel of promotie. Die potjes kunnen een groot verschil maken', aldus Jongkind, die 'zijn' FC Volendam laatst met 4-0 zag winnen van Jong Ajax. 'Dat is enorm leerzaam voor spelers van Jong Ajax. Jong Ajax was toen heel jong met een paar O17-spelers. Je komt dit soort wedstrijden ook later wel weer een keer tegen, maar het is nu een gemis dat je niet meer kunt inhalen.'
'Spelers moeten zelf weten wat ze willen én waarom ze het willen'
In de tussentijd kunnen spelers zich mogelijk op andere vlakken verbeteren. Zo gaf Donny van de Beek eerder aan dat hij door individuele krachttrainingen en looptechnieken - onder de noemer performancetraining - sneller en sterker is geworden. 'Je ziet dat bij spelers met langdurige blessures ook, zij komen er op bepaalde onderdelen sterker uit. Dat heeft ook te maken met hoe de organisatie is binnen een club. Bij sommige clubs wordt er in het normale trainingsrooster geen tijd voor gemaakt of wordt het als minder belangrijk gezien. In de tijd van Donny bekeken we wat hij nodig had. Hij moest sterker en sneller worden, anders zou hij op zijn positie in de absolute top in de problemen komen. Hij kon verbeteren in zijn looptechniek en explosiviteit. Dan ga je daarmee aan het werk. Dat pakte hij ook zelf op in overleg met ons buiten de club met Harm Greving. Dat was op dat moment even belangrijker dan een standaard positiespelletje of een rondo, als je de keuze zou moeten maken, want dat kon hij wel. Je hoeft dat gelukkig ook niet continu te doen, maar je kunt wel een bepaalde fase een focus op dit onderdeel aanbrengen.'
Jongkind geeft vervolgens een mooi voorbeeld uit het verleden. 'Johan Cruijff vertelde mij het verhaal dat zijn toenmalige trainer Jany van der Veen, toen Johan zestien jaar was, hem een aantal maanden op atletiek stuurde. Van der Veen wist dat Cruijff al op vroege leeftijd in het eerste zou komen vanwege zijn voetbalkwaliteiten, maar dat hij niet sterk en snel genoeg zou zijn. Als je dit nu zou voorstellen, verklaren ze je voor gek, maat dit vind ik altijd een mooi voorbeeld.’
Volgens Jongkind is de grootste uitdaging nu de organisatie op afstand. Daarbij is ook de motivatie van de spelers zelf erg belangrijk. 'Als club moet je iets doen om de jongens op afstand te helpen. Dat kun je niet online in één keer doen. Het moet van tevoren georganiseerd zijn en het moet in de cultuur van de club en in de mind van de spelers zitten. Ze moeten weten hoe en wat ze moeten doen zonder dat je elke dag uitleg hoeft te geven. Anders is het ook geen doen. Wie gaat het controleren? Elke dag checken of iedereen zijn taken wel doet, is vanaf afstand lastig.'
En daarbij komt Jongkind tot slot op het coachparadigma. 'Jeugdspelers zijn vaak een middel om een wedstrijd te winnen. Dan krijgen ze vaak instructies over wat ze moeten doen. Maar het gaat erom dat de spelers zelf weten wat ze willen én waarom ze het willen. Dan gaan ze het vanzelf doen en leren', zegt Jongkind, die benieuwd is hoe voetballers omgaan met voor zichzelf trainen, terwijl ze in veel gevallen bijna alles krijgen voorgekauwd. 'Sommige jongens zullen geen idee hebben wat ze moeten doen. Zelfs als ze een schema hebben, zullen sommige spelers heel veel moeite hebben om zichzelf te motiveren.'
Situatie bij Ajax
In de Ajax Podcast lieten jeugdtrainer John Heitinga (O19) en Dave Vos (O17) weten hoe men bij Ajax de jeugdspelers aanstuurt. Heitinga: 'We hebben dagelijks contact met de spelers. Met facetime bellen we, dan lopen we met het programma één voor één door. Het belangrijkste is dat ze fit blijven. Ze doen duurloopjes, we bieden ze oefeningen aan en ze zijn bezig met beelden. We proberen het proces op afstand te bewaken.'
Vos vertelt over de fysieke gesteldheid van de jeugdspelers van Ajax, waarbij hij aangeeft dat ze wel fit blijven. 'Maar het ritme van wedstrijden spelen, dat is wel anders. Daar zal je een periode voor nodig hebben. Hoe groot dat verschil zal zijn, ligt aan de duur van deze periode. Iedereen is bewust van alles. Bij de jongens speelt het.'
Bart Veenstra (Twitter: @Bart_Veenstra | e-mail: b.veenstra@ajaxshowtime.com)
Plaats reactie