Leo Beenhakker heeft Zlatan Ibrahimovic nooit willen laten vallen in zijn tijd bij Ajax. Dat vertelt Beenhakker, die destijds technisch directeur bij Ajax was, in gesprek met Voetbal International. Zondag is Ibrahimovic veertig jaar geworden en dus blikt Beenhakker terug op zijn tijd met de Zweedse spits.
Ibrahimovic kende een moeilijke start in Amsterdam. Na een teleurstelling zocht de Zweed Beenhakker op en altijd had de technisch directeur een luisterend oor. 'Ik kon begrip opbrengen voor die gozer omdat ik van Hasse Borg, de sportdirecteur van Malmö, wel had begrepen hoe lastig het voor Zlatan vroeger moest zijn geweest. Daarbij kon ik niet tornen aan de autoriteit van de hoofdtrainer. En om het helemaal ingewikkeld te maken raakte Zlatan in zijn eerste halve seizoen geen ene knikker', vertelt Beenhakker.
De Amsterdammers hadden 7,5 miljoen betaald voor Ibrahimovic, maar in zijn begintijd leek de Zweed geen killer. 'Die weken voelde ik na iedere wedstrijd steeds meer ogen in mijn rug prikken, zo van: Wat heeft die Beenhakker nu weer gehaald? Directeur Arie van Eijden keek ook al niet al te blij. Geduld, geduld, was het enige dat ik kon zeggen.’
Tijdens die gesprekken begon de nu veertigjarige spits over van alles en nog wat te klagen. 'Zodra hij gekalmeerd was gingen we serieus praten. Zei ik dat ik ‘m snapte, dat ik wel wist hoe het moest zijn, alleen op een flat in Diemen.' Uiteindelijk ging het om vertrouwen, vertelt Don Leo. 'Dat moeten ze voelen. En daarna heb je een moment nodig, een goede actie, een goal. Zo ging het bij Zlatan. Hij scoorde, daarna nog een keer, daarna ging-ie ook nog eens goed voetballen en vervolgens was-ie eroverheen. Mijn aandeel was niet groot, ik heb ‘m alleen nooit willen laten vallen, terwijl er mensen waren die dat wel een goed idee vonden.’
Plaats reactie