De TU Eindhoven start een grootschalig onderzoek naar aerosolen en het coronavirus op sportlocaties en gebruikt daarvoor de Johan Cruijff ArenA - de thuisbasis van Ajax - als testlocatie. Het onderzoek moet fundamentele kennis opleveren zodat sportgebouwen veilig en toegankelijk zijn voor publiek tijdens een pandemie.

Men onderzoekt hoe aerosolen, en daarmee mogelijk het coronavirus, zich verspreiden op sportlocaties. De TU Eindhoven doet onder meer onderzoek in de Johan Cruijff ArenA en sportcentrum Papendal. Het coronavirus kan zich op directe wijze - via uitwisseling van grote speekseldruppels - en op indirecte wijze - via besmette oppervlakken - verspreiden. Overdracht kan waarschijnlijk ook plaatsvinden via aerosolen. Deze hele kleine speekseldruppels kunnen in de lucht blijven hangen en grotere afstanden dan anderhalve meter afleggen. In een stadion of sporthal zou verspreiding via aerosolen bij sporters en toeschouwers daardoor mogelijk kunnen zijn.

In de Johan Cruijff ArenA doet men nu eerst metingen zonder publiek, met kunstmatige aerosolgeneratoren op de tribune. Deze generatoren verspreiden een vergelijkbaar aantal aerosolen als enthousiaste voetbalsupporters. Daartussen zijn diverse sensoren geplaatst om op die manier een goed beeld te krijgen van de verspreiding van hele kleine speekseldruppels.

Ajax hoopt in januari te testen met publiek

Tot slot onderzoekt men of aerosolen uit de lucht gefilterd kunnen worden met een luchtreinigingssysteem met plasma- , glasvezel- en koolstoffilters, dat naast de stoelrijen is
geplaatst. De TU Eindhoven, de Johan Cruijff ArenA, de Plasmamade en Ajax willen - zodra de overheid toestemming geeft - ook testen met publiek. De hoop is dat deze tests in januari kunnen plaatsvinden.

Onderzoek naar infectierisico

De onderzoekers kijken ook naar de dosis en de levensduur van het virus in aerosolen. Ook het infectierisico, de druppel- en aerosolentransmissie door individuen, de
aerosolenconcentraties in sportgebouwen en de bewegingen van mensenmassa’s in
sportgebouwen worden onderzocht. Men ontwikkelt ook een algemene risicoanalysemethodologie die de sportsector en de overheid kan helpen hun richtlijnen en protocollen verder te verfijnen. De eerste resultaten worden begin 2021 verwacht.

Foto: TU Eindhoven

Bart Veenstra (Twitter: @Bart_Veenstra | b.veenstra@ajaxshowtime.com)