Nog maar een paar dagen en dan treedt Ajax in de Europa League-finale aan tegen Manchester United. Iemand die weet hoe het is om namens Ajax Europese finales te spelen is Sjaak Swart. De voormalig rechtsbuiten won de Europa Cup I zelfs drie keer. Ajax Showtime zocht Mister Ajax op en blikte in gesprek met de Amsterdammer vooruit op de tiende Europese finale van Ajax ooit.
Het is woensdagochtend, een week voor de finale, en we ontmoeten Swart in de kantine van golfclub De Hoge Dijk. Allereerst blikken we nog maar eens terug op de EC1-finale van 1969, tevens de eerste keer dat een Nederlandse club een Europese finale bereikte. ‘Dat was tegen AC Milan. Wij wonnen alles tot de finale en voor ons was het natuurlijk de eerste keer, terwijl je kon zien dat die Italianen al diverse keren een finale hadden gespeeld. Het spelletje wat zij speelden, noemden ze vroeger catenaccio. Dat was echt heel erg op de counter, daar stonden ze bekend om, maar wij zijn daar toen mooi ingetuind’, herinnert Swart zich nog goed.
Volgens Swart was Ajax de eerste twintig minuten de betere ploeg, had het twee keer moeten scoren, maar lukte dat niet. ‘En toen kregen we een counter om onze oren van een van hun bekendste spelers, Prati. Wij gingen weer aanvallen en opnieuw scoorden zij uit de counter: 0-2’, vervolgt de Amsterdammer, die Ajax nog wel zag terugkomen dankzij een rake penalty van Velibor Vasovic. ‘Ik dacht: de kansen zijn er, we waren niet minder, maar zij hadden een beetje meer geluk. Ik moet zeggen dat ik als rechtsbuiten hun linksback, Giovanni Trapattoni, de eerste twintig minuten helemaal wegspeelde.’
Swart zag in dat Ajax toen wel een aantal kansen kreeg, maar deze gemist werden. In dat opzicht is dat vergelijkbaar met het Ajax van nu. ‘Ajax heeft nu ook vaak wedstrijden waarin je veel meer doelpunten kunt maken en die je ook moet maken, zeker in de belangrijke wedstrijden. Kijk, wij maakten er nog wel een aantal en we wonnen ook vaak’, vervolgt hij, om daarna te vertellen dat AC Milan uiteindelijk met 4-1 won. ‘Daar hebben we van geleerd. We kwamen in 1971 terug en toen wonnen we hem drie keer achter elkaar. Ik vind nog steeds dat dat een prestatie van formaat is. Natuurlijk is Ajax overal een grote naam, maar als je drie keer achter elkaar wint, dan moet je wel drie jaar in topvorm zijn. Dat is zo anders nu.’
‘Spelers van Carl Zeiss Jena speelden vanwege sneeuw en ijs op spikes’
En daarmee doelt de ras-Ajacied op het feit dat de Champions League tegenwoordig heel anders in elkaar steekt. ‘Je wordt ingedeeld in een groep en dan kun je precies kijken of je een uitwedstrijd op een gelijkspel kunt spelen om dan toch op die eerste of tweede plaats te eindigen. Vroeger was het direct knock-out: één tegen één. Had je een slechte avond, lag je eruit’, vervolgt Swart, die met Ajax in 1970 ook een keer een nederlaag moest rechtzetten. ‘Dat was tegen Carl Zeiss Jena. Die uitwedstrijd hebben we op sneeuw en ijs gespeeld. Spelers van hen hadden spikes onder schoenen gedaan. Na twintig minuten stonden we met 3-0 achter. Begrepen we niets van, want wij lagen op de grond en zij bleven gewoon staan.’
‘Totdat vlak voor rust Wim Suurbier een haal over zijn benen kreeg. Vasovic pakte die gozer en zag die spikes. Zes man moesten toen hun schoenen wisselen en uiteindelijk werd het nog 3-1. Toen hadden we nog wel de krachten om tegen die gasten te zeggen: in Amsterdam killen we jullie. En het werd 5-1, terwijl we al na een minuut met 1-0 achter kwamen. Dat konden wij toen en we hadden er ook de ploeg voor. Zoals Ajax nu speelt, gaat het er een beetje op lijken en dat is alleen maar mooi. Dat zie je ook aan het publiek.’
‘Belangrijk dat er routiniers bijkomen bij Ajax’
In de kwartfinale en in de halve finale van de Europa League dit seizoen rekende Ajax af met respectievelijk Schalke 04 en Olympique Lyon. Na twee geweldige thuiswedstrijden, werd het in de return buitenshuis nog ongemeen spannend. ‘Als je thuis met 4-1 van Lyon wint, moet dat genoeg zijn. Dan moet je daar niet zo paniekerig met tien man komen te staan. Dat komt omdat Ajax een ploeg heeft die, ook in de competitie, verdedigend af en toe een keer niet goed staat en dan krijg je een goal tegen. In Europa is dat twee keer gebeurd. Tegen Schalke twee keer in drie minuten en tegen Lyon geloof ik twee keer in anderhalve minuut. Uiteindelijk sleep je je er met tien man doorheen en dat is ook een prestatie, maar het is niet nodig.’
Swart denkt te weten hoe dit probleem bij Ajax opgelost kan worden. ‘Het is belangrijk, en dat blijf ik steeds zeggen, dat er routiniers bijkomen. Een paar. Routiniers zijn spelers die wedstrijden bepalen en vertellen wat de spelers moeten doen. Vasovic sprak Nederlands, in tegenstelling tot Sánchez en Onana, en als je iets verkeerd deed, dan kreeg je op je sodemieter van hem. Hij was de killer achterin. Wij hadden ook een elftal dat vijf jaar met elkaar had gespeeld, dat kan niet meer.’
‘Eerst 150 of 200 wedstrijden in het eerste gespeeld hebben’
Dankzij de successen van Ajax in Europa neemt de interesse in de spelers van Ajax toe. Toch vindt Swart dat er op dit moment in Amsterdam misschien maar één speler is die echt klaar voor het grote werk in het buitenland is. ‘Dennis Bergkamp zegt het heel goed in Het Parool: je moet 150 tot 200 wedstrijden gespeeld hebben. Dan pas kun je zeggen of het een goede is. Als je een jonge jongen bent, wat maakt het dan uit? Als je zeventien jaar bent en je komt erbij, dan is 22 of 23 jaar toch voldoende? De meeste die verstand hebben, doen dat. Ik denk dat De Ligt het gewoon doet en Kluivert ook. Zijn vader zit er echt achteraan, dat weet ik van hem. En Dolberg moet ook blijven. Als hij nu naar Manchester City gaat, speelt hij vijf wedstrijden per jaar.’
Wie is er dan wel klaar voor het buitenland? ‘Klaassen, die is nu rijp. Op dit moment de enige van het team. Klaassen kan de Engelse top aan, maar die clubs daar hebben wel dertig spelers. En Ziyech dan? Hij zou eventueel ook weg kunnen, maar hij heeft het wel naar zijn zin en wil nog wel één of twee jaartjes bij Ajax blijven spelen.’
Afwezigheid Zlatan Ibrahimovic een groot voordeel
Over de Engelse top gesproken: in de finale van de Europa League treft Ajax met Manchester United een Engelse topclub. Ondanks het feit dat de Engelsen veel en veel rijker zijn dan Ajax ziet Swart kansen. ‘Ajax heeft zeker een goede kans. Wij hebben altijd goed gespeeld tegen Engelsen. Hoe dat kan? Zij spelen voetbal met honderd kilometer per uur. Als je dat tempo eruit haalt, gaan ze fouten maken en lopen ze elkaar in de weg. Dan krijg je gaten bij ze. Je zag dat ook tegen Celta. Die speelden niet eens verkeerd tegen United en konden gewoon winnen in de laatste minuut. Toch vind ik het beter dat we tegen United spelen, ook voor het affiche. Ik denk dat het 60/40 is, in het voordeel van Ajax. Zlatan is geblesseerd en Bailly geschorst.
Met de schorsing van Bailly is Manchester United hun meest gevreesde verdediger kwijt in de finale tegen Ajax, dus met welke spits gaan de Amsterdammers die gehandicapte verdediging nu bestrijden? Swart heeft ook hierover zijn mening. ‘Liever Traore of Dolberg? Dolberg wordt een hele goede, maar soms zie je hem een halfuur niet. Dan komt de bal niet of stuitert hij van zijn voet af, maar dan maakt hij ook weer een mooie goal zoals tegen Lyon. En Traoré, als hij zo speelt als thuis tegen Lyon of tegen Schalke dan heb je hem meer aan hem dan aan Dolberg.’
Er zijn ook mensen die zeggen dat het ontbreken van Zlatan Ibrahimovic een voordeel is voor Manchester United. De ploeg zou nu minder voorspelbaar zijn. ‘Dat is waar, maar hij trekt twee man mee hè. Wij hebben er in het centrum twee staan die daar niet tegen kunnen. Dan kun je hem een schop geven, maar hij komt dan drie keer zo hard terug. Hij is gemeen, flikt alles en met koppen komt hij boven iedereen uit.’
Bovendien, denkt Swart, zijn de vervangers van de Zweedse oud-spits van Ajax niet zo ervaren. ‘Het zijn jonkies, ze spelen ook voor het eerst een finale. Zij hebben wat dat betreft net zo’n druk als Ajax. Maar je moet je niet laten verrassen. Martial, Rashford en Lingard zijn snelle spelers’, vervolgt Mister Ajax, die weet dat Michael Carrick en Wayne Rooney de meest ervaren spelers zijn. Alleen: laatstgenoemde speelt nauwelijks meer. ‘Misschien dat ze Rooney nu wel opstellen.’
Veel te weinig kaarten voor Ajax-supporters
Een minpuntje vindt Swart het gegeven dat er door de UEFA maar 10.000 kaarten werden vrijgegeven aan de fans van Ajax voor de finale in Stockholm. ‘Dat is belachelijk, echt waardeloos. De UEFA had het andersom moeten doen. Twintigduizend voor Ajax, twintigduizend voor Manchester United en tienduizend voor de UEFA. Je maakt nu mee dat oud-spelers van Ajax geen kaartje kunnen krijgen. Ik ben uitgenodigd door Ajax, maar een Klaas Nuninga vraagt aan mij voor kaartjes. Alleen, ik kan er niet aan komen. Ik vind toch dat de spelers voorrang moeten hebben, ze hebben jaren voor de club gespeeld. Ikzelf was bezig voor mijn kleinzoon op de computer. Maar na vijf minuten…hup, uitverkocht!’, baalt Swart, die daarna wordt verteld dat veel kaartjes op Marktplaats worden verkocht. ‘Ja, die moeten aangepakt worden. Kaartjes afpakken en aan de mensen geven.’
Bart Veenstra (Twitter: @Bart_Veenstra | e-mail: b.veenstra@ajaxshowtime.com)
Jesse ter Haar (Twitter: @Jesseth0344 | e-mail: jitihi22@live.nl)
Plaats reactie