Ajax-trainer Erik ten Hag benadrukt dat de posities van zijn twee controlerende middenvelders misschien wel de belangrijkste posities in zijn elftal zijn. 'Het is voor mij de kop van het elftal', zegt de oefenmeester in gesprek met het Algemeen Dagblad. 'Het zijn de verbindingsspelers tussen verdedigen en aanvallen.'
Spelers die bij Ten Hag 'op zes' spelen dienen snel te kunnen denken en handelen. Hij verlangt dat spelers op die positie in de opbouw en aanvallend iets toevoegen. 'Helemaal in de dynamische speelstijl die we bij Ajax nastreven. Maar tegelijkertijd moet de controlerende middenvelder ook de balans bewaken bij balverlies, ballen afpakken en ruimtes kunnen bespelen.'
De laatste wedstrijden speelde Ten Hag met Lisandro Martínez en Edson Álvarez als zijn centrale duo op het middenveld. De coach is tevreden, maar weet ook dat het nog verfijnder en beter kan. 'Qua veroveringen en intercepties hebben ze het heel goed gedaan. Positioneel staan ze verdedigend goed, waardoor de balans in het elftal beter was.'
De coach gaat vervolgens ook individueel in op het duo. 'Álvarez heeft diepgang vooruit, schakelt snel om, en heeft daardoor een groot bereik. Dat laat hij ook zien in de opbouw, door continu in hoog ritme aanspeelbaar te zijn en te verbinden', aldus Ten Hag, die vervolgt over de andere nieuweling van Ajax. 'Martínez bleek als verbindingsspeler aan de bal van grote waarde. Dat zag je onder meer terug met zijn assist op Quincy Promes tegen Sparta. Beide spelers hebben een ongelofelijke drive. Elke wedstrijd gaan ze vol gas, en tegelijk willen ze zichzelf graag ontwikkelen.'
'Wedstrijd met één nummer zes'
Ten Hag weet nog niet of hij hét puzzelstukje heeft gevonden, zo geeft hij toe. De komende periode moet dat gaan uitwijzen. 'Met Heerenveen, Lille en PSV hebben we in acht dagen drie goede krachtmetingen. We gaan het zien, en met Marin, Eiting, Mazraoui, maar ook talenten als Ekkelenkamp en Gravenberch zijn er nog goede andere opties', is de coach vol vertrouwen, waarna hij tot slot nog wel een heel opvallende uitspraak doet. 'Bovendien sluit ik zeker niet uit dat er ook nog een moment komt dat we in een wedstrijd met één nummer zes spelen. Er is ruimte voor ontwikkeling, maar spelers bepalen uiteindelijk met hun prestaties zelf hoe en met wie je het beste kan spelen.'
Plaats reactie