‘Koekoek, haha! Oh, Ziyech! Doe het, hij kan erin! En het is 0-2! Neres! Neres! Neres! We danken je moeder en die van Ziyech ook!’, aldus commentator Sierd de Vos die zich in de achttiende minuut van de return tegen Real Madrid, wanneer David Neres Ajax op een 0-2 voorsprong zet, vergiste. Ja, Neres maakte de goal. Nee, het was niet Hakim Ziyech die zich met een pirouette vrijspeelde en de assist op de Braziliaan gaf. Het was Dušan Tadić, die die bewuste avond van 5 maart 2019 een legendarische wedstrijd speelde. We danken Tadic’ moeder.
We begrijpen Sierd wel. Tadic is een technisch begenadigde voetballer, maar voor alle trucendoosjes en andere hocus-pocus om je vingers bij af te likken moest je bij Ziyech zijn. Toch was het een moment van briljantie van juist Tadic die op het moment suprême zijn tegenstander Casemiro met een prachtige pirouette buitenspel zette en zo de inleiding gaf voor de vroege 0-2 van Neres.
We gaan even terug in de tijd, naar 27 juni 2018, de dag dat Ajax wereldkundig maakte dat Dusan Tadic Ajacied werd. De Amsterdammers kwamen uit een dramatisch seizoen dat voordat het al begon gedoemd was te mislukken toen het drama rondom Abdelhak Nouri zich voltrok. Ajax draaide in de maanden daarna niet, liep voor het eerst in decennia Europees voetbal mis en zag tenslotte ook nog trainer Marcel Keizer vlak voor de kerst sneuvelen. Erik ten Hag werd binnengehaald en had een project voor ogen, maar kon dat in zijn eerste half jaar nog niet in resultaat omzetten. Sterker nog, concurrent PSV kroonde zich kampioen door een 3-0 zege op Ajax. Pijnlijk.
Het was Ten Hag en directeuren Marc Overmars en Edwin van der Sar duidelijk dat een kwaliteitsinjectie nodig was en dat daarvoor het salarisplafond overboord moest. Belangrijke spelers kregen verbeterde contracten en op de transfermarkt durfde de club meer financiële risico’s te nemen. De vleesgeworden uiting daarvan kwam in juni en juli 2018, toen Ajax Daley Blind en dus Tadić presenteerde. De club betaalde grote bedragen en gaf beide spelers een fors salaris.
Zodoende ontstond min of meer een nieuw tijdperk waarin het investeren geblazen was op de transfermarkt. Vrijwel direct liet Tadić zich gelden in de voorronde van de Champions League. In die zes duels was de Serviër gelijk goed voor meerdere treffers en assists. Zijn waarde was min of meer al terugverdiend. Tevens bleek de miljoenenaankoop, Tadić kostte Ajax zo’n elf miljoen euro, een meer dan uitstekende klik te hebben met Ziyech, die andere dragende speler.
5 maart als bevestiging van status Ajax
Terug naar 5 maart 2019. Ja, de 1-4 zege op de toenmalig regerend Champions League-winnaar is reden genoeg om tot diep in de 22e eeuw op terug te kijken, maar het heeft een diepere betekenis in relatie tot Tadić. Met hem als aanvalsleider kwam Ajax zeer knap én ongeslagen een groepsfase door met Bayern München, Benfica en AEK Athene. De Amsterdammers deden nimmer onder voor Bayern München en in de enige echt moeizame wedstrijd tegen Benfica hielp Tadić zijn ploeg over het dode punt heen door bij een 1-0 achterstand halverwege de tweede helft de gelijkmaker op het scorebord te zetten.
In Madrid moest Ajax een 1-2 achterstand uit de heenwedstrijd wegpoetsen. Een schier onmogelijke opgave. Konden de Ajacieden misschien met een mazzeltje een verlenging eruit slepen? Makkelijker gezegd dan gedaan, daar een 0-1 zege wegens de toenmalige uitdoelpuntenregel uitschakeling zou betekenen.
Na zes minuten in het Santiago Bernabeu zette Ziyech zijn ploeg al op 0-1, nadat Tadić de bal aflegde op de Marokkaans international. Ruim tien minuten later volgde hét pirouetje, door het oog van De Vos verbonden aan Ziyech, in de realiteit uitgevoerd door Tadić, die vervolgens Neres diepstuurde en zag hoe zijn ploeggenoot zijn magische actie tot een assist promoveerde. Nee, Ajax kwam niet toevallig op voorsprong in de beginfase. Ajax was scherper dan Real Madrid en snel bleek ook dat Ajax veel beter was. Onder leiding van aanvalsleider Tadić, die als valse spits Europa in 2018 en 2019 het vuur aan de schenen legde.
‘Hoe krijgen wij deze man gestopt?’, moet menig verdediger van formaat zich hebben afgevraagd. Tadić draait, duwt en trekt zich met de bal aan de voet tegen zijn tegenstanders aan, ruimte vrijmakend voor opkomende Ajacieden. Vaak was dat een aanstormende middenvelder Donny van de Beek. Op die bewuste avond in Madrid vrijwel iedere ploeggenoot, die over het veld rende en vloog en de Madrilenen tierelier speelde.
Ook na ruim een uur spelen creëerde schaduwspits Tadić ruimte, net zoals hij dat in de zestig minuten daarvoor deed. Nu niet voor een ander, maar voor zichzelf. Randje zestien stond ‘ie, toen hij de bal van Van de Beek kreeg. Een kleine schijnbeweging hier, een kleine schijnbeweging daar en uithalen maar. In de linkerbovenhoek. Doelman Thibaut Courtois was kansloos. Tadić bekroonde zijn avond met een doelpunt. Alles wat de Serviër aanraakte veranderde die avond in goud. Natuurlijk zou hij zelf ook scoren.
Tita Tovenaar Tadić
Tadić had op die bewuste 5 maart een aura van magie om zich heen. Niets leek hem te stoppen. Sterker nog, niets kon hem daadwerkelijk stoppen. Of je nou Raphäel Varane of Nacho Fernandez was; het lukte je niet. Alles lukte bij de aanvalsleider van een legendarisch Ajax. De bekroning was voor Ajax een fabelachtige zege, voor Tadić persoonlijk een zeer eervolle beoordeling. De vermaarde Franse krant l’Equipe bekroonde de Ajacied namelijk met de perfecte score: een volle 10. Het was pas de tiende keer dat een voetballer de perfecte score kreeg voor het toen al ruim zeventig jaar bestaande blad. Tadić mocht zich in een rijtje scharen met Neymar, Robert Lewandowski en Lionel Messi. Juist, ja, met wereldtoppers.
Die avond in Madrid was een ijkpunt. Een ijkpunt dat iets bewees en duidelijk maakte aan de wereld. Ajax had niet toevallig een goede groepsfase achter de rug. Dit Ajax was met recht één van de beste teams van de wereld. Met Tadić als één van de absolute sterren. Niet alleen de club, maar ook de Servische international werd een wereldster. Sinds 5 maart 2019 hield heel voetbalminnend Europa rekening met Ajax. Dat de halve finale pas het eindstation zou worden, had tegen die tijd niemand ook meer verbaasd. Althans, de manier waarop wel, maar laten we het daar niet over hebben. Ajax was in het seizoen 2018/19 een topclub van het kaliber Liverpool en FC Barcelona en Tadić was één van de symbolen daarvan. Dat allemaal dankzij die alles bevestigende wedstrijd in het Santiago Bernabeu.
Die status kon het niet bijzonder lang volhouden. Zeker nadat Ajax in het jaar erop uit de groepsfase van de Champions League vloog en vervolgens in de Europa League in de val van Getafe trapte. In 2020/21 werd dan wel weer de kwartfinale van de Europa League bereikt en in het najaar van 2021 toonde Ajax zich weer aan de wereld door ongeslagen de Champions League-poule te winnen. Tadić was overal bij. De aanvoerder stuurde zijn troepen vooruit en ging zelf voorop in de strijd. In het Champions League-jaar, in de reis naar de kwartfinale van de Europa League en in die ongeslagen groep met Borussia Dortmund, Besiktas en Sporting Lissabon.
Het was echter klaar, zo bedacht Tadić zich deze zomer. Wat hij met Ajax heeft laten zien aan de wereld, kan voorlopig niet meer. Dat besef kwam deze zomer omhoog bij de vedette, die zijn contract liet ontbinden. En daarmee verloor Ajax zijn laatste tastbare herinnering aan 5 maart 2019.
Hoofdnieuws
Plaats reactie