De kogel is door de kerk; Sven Mislintat is weg. Er was simpelweg niet genoeg vertrouwen in hem. Tevens staat Ajax op het punt het jaarverslag over vorig seizoen (2022/23) te presenteren. De forse winst onder de streep lijkt op een succes, maar de onderliggende cijfers zijn minder positief. Om over het sportieve nog maar te zwijgen. Daarom was een complete nieuwbouw afgelopen zomer logisch. Een financiële terugblik op de transferzomer laat zien dat Mislintat het onder de opgelegde beperkingen goed deed, maar ook risico’s moest nemen. Daarmee werd hij het gezicht van een hersteloperatie die veel breder in de organisatie uitgevoerd moet worden.
Geschreven door: José de la Verde
Mislintat kreeg de opdracht
Toen in april 2023 officieel werd aangekondigd dat Sven Mislintat formeel ging starten op 19 mei, was zijn opdracht duidelijk. Er moest een bezem door de selectie plus er moest een nieuwe trainer komen. Daarvoor kreeg hij redelijk de vrije hand vanuit de RvC, in de traditie van technisch directeuren in Duitsland.
Het verloop is bekend; een record aantal van twaalf spelers (ex. jeugd) werd aangetrokken. Daarvoor werd opgeteld zo’n 110 miljoen euro uitgegeven, maar wel met enige financiële bedachtzaamheid. Eerst verkopen en ruimte maken, voordat er gekocht kon worden. Een samenspel dus van de directie; met name tussen de financieel directeur en de directeur voetbalzaken. Een andere directeur voetbalzaken had hetzelfde budget gehad met dezelfde randvoorwaarden.
De financiële mogelijkheden vanuit de jaarrekening
Mislintat is verantwoordelijk voor de namen en deals, maar moet zich houden aan de financiële mogelijkheden. Daarvoor geeft bij een beursgenoteerd bedrijf het jaarverslag belangrijke aanknopingspunten, omdat de jaarrekening een gedetailleerd inzicht geeft in de cijfers van de club.
De versimpelde manier om die cijfers te bekijken is om te beginnen met het operationeel resultaat. Dat zijn de inkomsten en uitgaven zonder transfers tegenover elkaar gezet. Uitgaven zijn bovenal salaris (spelers, staf en overige 400+ fte), daarnaast wedstrijdkosten, administratiekosten, huur stadion, reis- en verblijfkosten. In 22/23 vallen de salariskosten waarschijnlijk hoger uit dan de 109 miljoen euro van 21/22, toen al ruim 55 procent van de 197 miljoen euro totale kosten.
Inkomsten zijn met name sponsoring, merchandise, recettes, seizoenkaarten en business seats. De welbekende ‘Champions Leaguebegroting' betekent dat de kosten zo’n 50 miljoen euro hoger zijn dan de inkomsten. Tel daarbij dus de UEFA premies van deelname aan de Champions League, dan speelt Ajax ongeveer quitte.
Naast het operationele resultaat, zijn er nog de transfers (of: vergoedingssommen). Inkomende transfers worden verwerkt als afschrijvingen, met als richtlijn een totaal van zo’n 60 miljoen euro. Daar tegenover staat het transferresultaat; wat er onder de streep (en boekhoudkundig) overblijft van uitgaande transfers. Daar komen ook nog eventuele doorverkoopopbrengsten, solidariteitsbijdragen en bonusconstructies van eerdere transfers bij.
Naast Champions League, moet Ajax dus minimaal 60 miljoen euro overhouden aan transferverkopen om geen verlies te draaien. Deze koers is al jaren geleden ingezet; financieel moet de club elk jaar Europees presteren én grote uitgaande transfers bewerkstelligen.
De financiële randvoorwaarden voor 23/24
De extreem hoge salariskosten van 22/23 gaan worden verbloemd door de eveneens hoge transferopbrengsten. Salaris is namelijk een structurele post en transferopbrengsten eenmalig of in ieder geval wisselend. De eerste randvoorwaarde is dan ook niet verrassend (en bekend); de salarishuishouding moest omlaag.
In 23/24 speelt Ajax geen Champions League, maar Europa League. De Europese inkomsten dalen daardoor met misschien wel zo’n 40 miljoen euro. Dus moet er tot wel 100 miljoen euro verdiend worden met transfers om geen verlies te draaien. Goede Europa League-prestaties kunnen eventueel zo’n 10-15 miljoen euro extra opleveren. Dat waren dus ook de tweede en derde randvoorwaarde: totaal zo’n 60 miljoen euro aan afschrijvingen en 100 miljoen euro aan transferresultaat.
De transferzomer van 2023
Een enorm hectische transferzomer volgde en om een lang verhaal kort te maken; Mislintat slaagde erin om voor alle drie de randvoorwaarden grote stappen te zetten tijdens deze complete renovatie.
Salarissen
Veel grootverdieners vertrokken: Dusan Tadić, Edson Ávarez, Jurriën Timber (door zijn verlenging), Daley Blind en Davy Klaassen. Daarnaast werd er bekendgemaakt dat een nieuwe salarisconstructie ingevoerd is die veel meer gekoppeld is aan prestaties. Pas als er Champions League gehaald wordt, worden er door bonussen ook Champions League-waardige salarissen uitgekeerd. Eerste randvoorwaarde afgevinkt.
Inkomende transfers (afschrijvingen)
Dan de inkomende transfers, in de vorm van afschrijvingen. Nu communiceert Ajax alleen het totaal hiervan en niet op individueel niveau. En van individuele transfers worden alleen de grotere transferbedragen bekendgemaakt. Kleinere transfers, transfers van jeugdspelers, tekengeld bij verlengingen en transfervrije spelers, vergoedingen van staf en eventuele uitgekeerde bonussen als onderdeel van transfers zijn niet of minder bekend. Dat maakt dat het een inschatting is hoe hoog het totaal aan afschrijvingen op het moment na de transferzomer is. Pas de (half)jaarcijfers van volgend jaar maken dit officieel.
Op basis van gecommuniceerde transferbedragen is er zo’n 17 miljoen euro aan afschrijvingen uitgegaan en 20 miljoen euro ingekomen. Neem je de wintertransfers van januari 2023 nog mee, lijkt er per saldo dus een stijging van zo’n 2 miljoen euro aan totale afschrijvingen ten opzichte van eind 22/23. Gezien de mogelijk sterke daling van salariskosten (en minder mogelijke bonussen uit oudere transfers), kan hier extra ruimte zijn en blijven de afschrijvingen daarmee vooralsnog acceptabel.
Transferresultaat
Rest de opbrengst van de transfers, oftewel het transferresultaat. Met drie grote transfers, Timber, Alvarez en Kudus werden grote stappen gezet. Wel werd er wat verlies geleden op het transfervrije vertrek van Klaassen, Tadić en Kik Pierie, maar dat leek voor lief genomen te worden vanwege de salariskosten die daardoor verdwenen. Opstekers waren de doorverkooppercentages van Ryan Gravenberch en Noa Lang.
Ook het transferresultaat op dit moment is een inschatting. Van de transfersom gaan een eventuele solidariteitsbijdrage en doorverkoop nog vanaf. Waar die nog vaak bekend zijn, is het deel dat naar de zaakwaarnemer(s) en speler gaat niet transparant. Alles samen is dit door de bank genomen zo’n 25 procent en voor het transferresultaat gaat de resterende afschrijving (of boekwaarde) er ook nog vanaf.
Het voorlopige transferresultaat is zo’n 85-90 miljoen euro. Nog niet helemaal 100 miljoen euro, maar mogelijk dat er nog wat bonussen worden uitgekeerd, plus koopopties van verhuurde spelers. Er lijkt aan deze randvoorwaarde voldaan te kunnen gaan worden, want het duurt nog even tot het einde van het boekjaar.
Het boekjaar is pas net begonnen
Het boekjaar begint en eindigt op 1 juli. Er is nog ruim negen maanden te gaan, met daarin sowieso nog een transferwindow in de winter. Daar kunnen dus nog veranderingen plaatsvinden in de financiën, zeker door het ontslag van Mislintat en de organisatorische onrust. Worden er nog spelers aangetrokken? Gaan er nog of alweer spelers weg? Hoe verloopt de verhuur van spelers? Zijn er nog andere meevallers vanuit bonussen, doorverkoop of solidariteit?
Conclusies zijn dus wat voorbarig, maar er liggen goede fundamenten. Financieel dan, sportief is natuurlijk een ander verhaal. En organisatorisch wéér een ander verhaal. Prestaties beïnvloeden niet alleen transferkeuzes, maar ook inkomsten uit Europa, recettes, merchandise, etc. En niet te vergeten waarde van spelers. Stabiliteit in de top zou hier helpen, maar die blijft nog altijd uit.
Verder kijken: wel of geen Champions League
Het lijkt dus beter op orde te zijn qua financiën dan vorig seizoen. De nieuwe salarisconstructie verlicht de druk, omdat het operationele tekort minder hoog is bij het mislopen van de Champions League. Hoeveel precies is niet duidelijk, maar een grove schatting van tussen de 5 en 15 miljoen euro lijkt plausibel. Wordt het volgend seizoen weer Europa League (of lager), dan is het gat misschien geen 100 miljoen euro, maar nog altijd minimaal 85 miljoen euro. Dat moet gecompenseerd worden door de verkoop van spelers, maar juist met (veel) nieuwe spelers wordt dat lastig.
Boekhoudkundige waarde van nieuwe spelers
Eerder werd geschetst hoe te komen van een transfersom tot een transferresultaat. Vooral de factor ‘resterende afschrijving’ is bij nieuwe spelers groot en maakt het lastig om tot een goed resultaat te komen. Een rekenvoorbeeld.
Los van de teamprestaties in de competitie of Europa, kan een speler uitblinken en veel geld waard worden, zie bijvoorbeeld Kudus afgelopen seizoen. Stel dat Sutalo zo’n speler is en een Engelse club biedt 50 miljoen euro voor hem. Na de 25 procent kosten (intermediairs, speler, solidariteit, etc.) blijft er 37,5 miljoen euro over. Zijn boekwaarde is dan nog minimaal 16,4 miljoen euro. Er blijft dan misschien net iets meer over dan 20 miljoen euro. Een club biedt 40 miljoen euro voor Forbs? Transferresultaat is net onder de 19 miljoen euro.
De weg naar 85 miljoen euro is op deze manier lang. Ter vergelijking; van de 43 miljoen euro voor Kudus bleef zo’n 26 miljoen euro over, van Alvarez’ 38 miljoen euro zo’n 22 miljoen euro. Timber was gunstiger voor het transferresultaat (34 miljoen euro van 40 miljoen euro), omdat zijn boekwaarde als zelf opgeleide speler vrijwel nihil is. Deze tijdelijke ‘droogte’ aan verkoopbare spelers, inclusief eigen jeugd, is gevolg van het ontbreken van stabiel technisch beleid na het wegvallen van Overmars. Mislintat lijkt bij alle aankopen wel uitgegaan te zijn van verkoopwaarde in de toekomst om te voorkomen dat het opnieuw gebeurt.
Jeugdspelers leveren meer op
Een gevoelig onderwerp; de eigen jeugd. Jonge spelers de kans geven en talent afleveren is niet alleen de kern van de club, het is ook belangrijk in het businessmodel. De verkoop ervan levert namelijk relatief veel meer op. Een consequentie van veel nieuwe spelers is dat er minder plek is voor jeugdspelers. Misschien is het verband ertussen ook wel andersom; te weinig talent vraagt om aankopen. Of het is van beide een beetje. Onder de streep blijft er een tekort aan verkoopbare jeugdspelers.
In de huidige selectie zijn alleen Taylor en Rensch zelf opgeleide spelers die hiervoor op papier in aanmerking komen op korte termijn. Brobbey heeft alweer afschrijvingen doordat hij (terug)gekocht werd. Natuurlijk zijn er de talenten als Hato, Vos en Misehouy. Alleen zijn zij nog erg jong en hebben nog niet echt de waarde van een speler die al enkele jaren vlieguren maakt in Nederland en Europa. Plus, idealiter leveren ze eerst enkele seizoenen sportieve waarde aan de club.
Ook mét Champions League moet er verkocht worden
Het probleem met de boekhoudkundige waarde van spelers is er ook als er op een of andere manier alsnog Champions League gehaald wordt dit seizoen. De extra inkomsten uit UEFA-premies worden dan deels gebruikt om hogere salarissen of bonussen uit te keren. De rest is niet voldoende om de afschrijvingen te compenseren. Spelers worden misschien wel aantrekkelijker en meer waard vanwege dergelijk succes, maar de rekensom voor het transferresultaat blijft hetzelfde. En (in alle gevallen) raak je je beste spelers weer kwijt.
Eigen vermogen totdat er duurzaam beleid is
Het lichtpuntje is het grote eigen vermogen van Ajax, want als er niet genoeg verkocht (of verdiend) wordt, resulteert dat in een verlies. Daarmee krimpt het eigen vermogen, maar met een eigen vermogen van ruim 250 miljoen euro, heeft Ajax de buffer om verlies te lijden in een jaar, zonder dat dat betekent dat ze financieel ongezond zijn.
Dat zou de mogelijkheid geven om je (beste) spelers niet ‘gedwongen’ te hoeven verkopen, ze langer vast te houden en te bouwen aan een team. Zo kom je dan weer in een situatie waar je geleidelijker je spelers kunt verkopen. Spelers koop je dan als gerichte versterking of als opvolging op termijn. Een dergelijk duurzaam beleid werkt natuurlijk het beste met een technisch directeur en een staf die langer samenwerken.
Wat er anders had gekund
Eens in de zoveel tijd uitgebreider herbouwen is bijna niet te vermijden, maar twee jaargangen achter elkaar is wel een probleem. De oorsprong van de huidige problemen liggen in de jaren Overmars. Al in zijn laatste jaar was er te weinig geïnvesteerd in de selectie. Mislintat en Ajax moesten sowieso grondig aan de slag.
Had het met minder aankopen gekund? Misschien wel. Zo was de verkoop van Kudus of Timber niet financieel noodzakelijk, want het eigen vermogen had het verlies opgevangen. Maar beiden wilden weg, plus ze waren nu gewild en veel waard. De ruimte die er was door alle vertrekkende spelers heeft Mislintat gebruikt om meerdere (jongere) spelers aan te trekken die nog verkoopwaarde hebben, en minder hoge salarissen hebben. Minder aankopen, maar grotere namen hebben dat voordeel niet, net als oudgedienden terughalen.
Wat wel had gekund en had geholpen, was sneller handelen geweest. Het credo ‘we wachten op onze nummers één’ klonk geruststellend, maar was ook ingegeven door financiële terughoudendheid. Er hadden meer risico genomen kunnen worden door ook eens te kopen vóórdat er verkocht was. Keuzes en afwegingen waar vooral de CFO en RvC verantwoordelijk voor zijn.
Kortzichtige focus op Mislintat
Ajax ligt altijd onder een vergrootglas, zeker in een fase van (noodzakelijke) veranderingen. Al sinds het vertrek van Overmars is het organisatorisch en technisch niet op orde bij Ajax. Het leek deze zomer structureel aangepakt te worden. Mislintat voerde zijn opdracht vanuit Ajax grondig en met dadendrang uit, hield zich aan de voorwaarden van de CFO en werd zo het gezicht van de operatie.
Door alle focus en gebruikelijke kritiek vanuit de media en oud-Ajacieden ging het vooral over maken of breken van Mislintat. Dat problemen dieper en breder in de organisatie lagen, kwam maar beperkt aan bod. Dat hoefde ook echt niet meer toen de situatie met de Sosa-transfer zich aandiende. Er werd daar gesproken over onafhankelijk onderzoek en corporate governance regels, maar uiteindelijk draait het allemaal om vertrouwen en steun.
Mislintat leek zich niet bezig te houden met alle interne (en externe) politiek die Ajax rijk is. Dat heeft hem misschien wel zijn kop gekost, want toen hij eindelijk opkeek van zijn werkzaamheden, zag hij dat hij te weinig vrienden had. De vraag is dan of hij te weinig bezig is geweest met die steun vergaren, of dat de anderen in de top van de organisatie juist te weinig bezig waren met grondig hun eigen werk doen.
Plaats reactie