Ajax Boekenkast: ‘Je bent niet meteen mislukt als je ‘maar’ één wedstrijd voor Ajax 1 speelt’

door Brent Tomassen 28

Bron AS

Ajax Boekenkast: ‘Je bent niet meteen mislukt als je ‘maar’ één wedstrijd voor Ajax 1 speelt’

door Brent Tomassen 28

Bron AS

Laatst geüpdatet

Door de jaren heen is er altijd volop geschreven over het wel en wee van Ajax en zo zijn daar ook talloze boeken uit ontstaan. Verhalen die menig Ajacied nog tot in lengte van jaren blijft herinneren, maar ook nieuwe inzichten uit eerdere gebeurtenissen worden vaak tot boekvorm verheven. In de 'Ajax Boekenkast' spreken we met auteurs van Ajaxboeken die deel uitmaken van de recente en minder recente historie van de club. In deel 8: Jeroen Geradts over ‘Eenmalige Ajacieden' uit 2024.

Jeroen Geradts (1983) is sinds 1990 Ajacied met een zwak voor het Ajax uit zijn jeugdjaren. Door de jaren heen ontwikkelde hij zich tot kenner van de club en de daarbij behorende boeiende en iets minder boeiende feiten. In zijn eerste boek 'Eenmalige Ajacieden' komen een aantal van deze feiten samen. Geradts sprak negen oud-Ajacieden die allen het eerste elftal haalden, maar na hun debuut niet meer in actie kwamen voor de Amsterdamse club. Voor een gesprek met Jeroen spreken we af in Arnhem.

‘Ik ben geboren in 1983 en ik denk dat ik al vanaf 1990 met mijn vader meekeek naar Studio Sport’, vertelt Geradts over zijn eerste Ajax-herinneringen. ‘Op zondag had je toen nog dat het hele programma gespeeld werd om half drie ‘s middags en dat je ‘s avonds met je vader naar Dennis Bergkamp zat te kijken. Dat maakte wel dat je als zevenjarige verliefd werd op een stiftje van Bergkamp. Ik denk dat daar de liefde voor Ajax is ontstaan. En dan neemt je vader je een keer mee naar het stadion. Ik weet het nog: Vitesse - Ajax in 1992/93. Uitslag: 2-2. Dat was zo’n happening. Vanaf dat moment wordt het alleen maar groter en ga je dingen verzamelen; je verslindt alle magazines en verzamelt alle boeken.’

Geradts vertelt dat het idee voor het schrijven van zijn boek is ontstaan uit een interesse voor het onthouden van bepaalde feiten. ‘Ik weet bepaalde dingen, waarbij anderen denken: wat is dit voor een onzinnig feitje? Waarom weet jij dit? Dat is leuk. Ik denk dat ik voor mezelf een keer een lijstje heb opgesteld met Ajacieden die ik zelf kon bedenken die daadwerkelijk maar één keer hebben meegedaan. Ik heb zelf in het verleden in een eerste elftal gespeeld, gelukkig vaker dan één keer, maar dat was voor mij wel het moment dat ik dacht: hoe kan het dat je als groot talent maar één keer bij de wedstrijdselectie zit, mag invallen of zelfs in de basis start en daarna niet meer? Ik snapte dat niet. Toen ben ik zelf namen gaan opnoemen die ik sinds 1990 bewust heb meegemaakt. Daarna ga je checken: staan deze echt op de lijst?’

‘Toen dacht ik dat als er ooit een boek zou komen over deze spelers, dan ga ik dit zeker lezen’, vervolgt de auteur. ‘Het is een item dat me gewoon aanspreekt en het heeft een bepaalde romantiek die hopelijk in die verhalen terug zal komen. Drie jaar geleden, na de geboorte van onze jongste zoon, dacht ik: dit boek gaat er gewoon nooit komen, omdat niemand zo gek is om met zo’n onderwerp aan de gang te gaan. Toen heb ik zelf de stoute schoenen aangetrokken en was ik benieuwd of ik dit zelf zou kunnen en waar de hoofdrolspelers voor openstaan. Mijn doel was wel meteen: ik wil hun verhaal horen en niet wat supporters ervan vinden of wat op internet te vinden is. Vooral: hoe hebben zij het ervaren? Uiteindelijk heb ik iedereen vanaf 1990 met één duel in Ajax 1 benaderd via social media. De negen die er nu instaan, reageerden meteen enthousiast en stonden ervoor open om mee te werken.’

Generatiegenoten Bechan en Quansah

Het negental Ajacieden dat Geradts voor zijn boek gesproken heeft zijn: Elijah Louhenapessy, Raphaël Supusepa, Kiran Bechan, Kwame Quansah, Erik Heijblok, Donovan Slijngard, Geoffrey Castillion, Mickey van der Hart en Benjamin van Leer. ‘Persoonlijke favoriet was wel Kiran Bechan’, antwoordt Geradts desgevraagd. ‘Hij debuteerde toen hij achttien was, ik was toen zelf ook achttien, en heb hem nog in de Shell Jeugdcompetitie zien spelen. Dat was toen op tv op de zaterdagmiddag. Daar zag je al dat het echt een flankenflitser was met prachtige acties, of hij nu links- of rechtsbuiten speelde. In alles een typische Ajax-buitenspeler. Ik dacht dat het wel echt vet zou zijn als mijn generatiegenoot hieraan mee wilde werken.’

‘Ergens had ik dit ook wel met Kwame Quansah, ook omdat hij voor mijn gevoel een beetje van de radar was verdwenen’, zo herinnert Geradts zich. ‘In de Ajax-jeugd was Quansah echt ‘het grote talent’. Hij heeft ook een aantal keer een lichting overgeslagen, waardoor je dacht: er komt dadelijk een kanon aan. Ik heb ook oud-ploeggenoten en -trainers gevraagd voor het boek en oud-teamgenoot Karim Bridji zei: “Toen ik in de jeugd met hem speelde was Kwame echt een vent en een kop groter, maar toen we later bij Heracles speelden was ik de grote van de twee.”'

Ajax Boekenkast: ‘Je bent niet meteen mislukt als je ‘maar’ één wedstrijd voor Ajax 1 speelt’
Kwame Quansah op de rug bij Karim Bridji, waarmee hij eerder samenspeelde in de jeugd van Ajax. Bridji: 'Toen ik in de jeugd met hem speelde was Kwame echt een vent en een kop groter, maar toen we later bij Heracles speelden was ik de grote van de twee.'

Geradts moet even nadenken over de vraag wiens verhaal hem het meest verrast heeft. ‘Aan de ene kant was dat Kwame, ook omdat ik nog niet veel wist van zijn pad vanaf zijn kindertijd in Ghana tot debuteren in Ajax 1. Nu ik het teruglees, denk ik: wauw, jij was twaalf, dertien jaar toen je zonder gezin het vliegtuig instapte in Ghana richting Nederland. Ook nog in de winter, een grote cultuurshock kun je je bijna niet voorstellen. Ook nu ik zelf kinderen heb, zou ik me niet kunnen voorstellen dat ik mijn zoon of dochter op die leeftijd alleen naar de andere kant van de wereld stuur.’

‘Heijblok at zijn boterhammen op de wc, omdat hij er niet tussen kon komen’

‘De ander was Erik Heijblok. Ik wist dat hij een keeper was en dat hij bij De Graafschap een vol seizoen had gespeeld, maar eigenlijk was hij voor mij de onbekende. Ik was me er tijdens mijn research niet eens van bewust dat hij ook in de jeugd van Ajax heeft gespeeld.’ Heijblok debuteerde in 2007 voor Ajax tijdens een bekerduel met Kozakken Boys, dat de Amsterdammers na verlenging wonnen met 1-2. Momenteel is Heijblok keeperstrainer van Jong Ajax en verving hij tijdens de laatste maanden van het vorige seizoen de zieke Anton Scheutjens als keeperstrainer van Ajax 1.

‘Ik denk dat Erik gewoon een heel mooi persoon is waarmee ik kan lachen en waar ik nog steeds goed contact mee heb. Echt een gouden vent’, zegt Geradts met een lach. ‘Hij was heel open over hoe hij zijn periode in de jeugd van Ajax heeft meegemaakt, ook al was het maar één seizoen. Maar ook voor hem was het een soort cultuurshock. Hij was toch ‘het boertje uit Noord-Holland’ en kwam in het arrogante en harde Amsterdamse schoolleven terecht. Daarover heeft hij verteld dat hij op de wc zijn boterhammen heeft zitten eten, omdat hij er niet tussen kon komen. Dat vond ik bijzonder.’

Ajax Boekenkast: ‘Je bent niet meteen mislukt als je ‘maar’ één wedstrijd voor Ajax 1 speelt’
Geradts (rechts) voerde mooie gesprekken met Erik Heijblok voor zijn boek. 'Echt een gouden vent.'

De schijntrap van Slijngard: ‘Iedereen trapt er gewoon in’

Een Ajax-talent dat volgens Geradts een beetje ondergesneeuwd is door de jaren heen, is Donovan Slijngard. De linksback debuteerde op 18 mei 2008 tegen FC Twente (0-0). Toch zong zijn naam destijds niet echt rond in de ArenA. ‘Ik denk dat dit bij Donovan minder was, maar eigenlijk best gek als je ziet dat hij ook Talent van De Toekomst is geweest (de huidige Abdelhak Nouri Trofee, red.). Als je kijkt naar de namen die hij voor en na zich heeft gehad, heeft bijna iedereen meerdere wedstrijden voor Ajax 1 gespeeld’, vertelt Geradts. ‘Ik wil niet zeggen dat ze een mooiere carrière hebben gehad, maar wel bij grotere clubs gespeeld dan Donovan. Misschien heeft hij een beetje pech gehad met de situatie waarin Ajax zich bevond. Henk ten Cate die het seizoen begon, maar al snel naar Chelsea ging, daarna Adrie Koster die het overnam en Marco van Basten die met een schone lei wilde beginnen. En hij had de pech dat hij Vermaelen, Vertonghen en Emanuelson voor zich had.’

Ajax Boekenkast: ‘Je bent niet meteen mislukt als je ‘maar’ één wedstrijd voor Ajax 1 speelt’
Donovan Slijngard tijdens zijn debuut voor Ajax in duel met FC Twente-aanvaller Stein Huysegems.

Tussen de gesprekken die Geradts voerde met Slijngard, sprak de schrijver ook boezemvriend Rydell Poepon. In gesprek met de spits, die Ajax 1 uiteindelijk net niet haalde, ontdekte Geradts dat Slijngard zijn typerende acties nog niet verleerd is. ‘Donovan was wel een voetballer die je meteen herkent. Natuurlijk door zijn dreads, maar ook door zijn acties en zijn handelsmerken: de schijntrap en de sliding tackle. Ik ben een keer naar IJsselmeervogels - Noordwijk gegaan, toen speelde hij bij Noordwijk. Daar heb ik heel lang met Rydell Poepon staan praten en Rydell heeft alleen maar staan lachen van: “Kijk, daar is ‘ie weer!" Hij zei ook: “Sinds wij in de jeugd van Ajax speelden, was hij daar een kei in." Poepon speelde toen bij IJsselmeervogels, maar was geblesseerd. Hij heeft toen zijn rechtsbuiten nog gewaarschuwd: “Let nou op die schijntrap!" En toen hij gemaakt werd: 'Kijk, iedereen trapt er gewoon in.”’

Frank de Boer kritisch op debutant Castillion

Regelmatig zijn talenten uit de jeugdopleiding van Ajax vergeleken met sterren uit het verleden om hun kwaliteit te kunnen duiden. Maar bij weinig spelers ging deze vergelijking zo ver als bij Geoffrey Castillion. ‘Geoffrey, de ‘nieuwe Kluivert’, had geweldige kwaliteiten, maar op mentaal vlak had hij wel stappen kunnen zetten’, weet Geradts nog. ‘Maar hij had daarin de pech dat hij debuteerde op bezoek bij ADO Den Haag, een paar dagen later meedeed bij Jong Ajax en daar zo zwaar geblesseerd raakte dat hij de rest van het seizoen niet meer in beeld was. Dan krijg je natuurlijk zo’n tegenslag, want wat als hij niet geblesseerd was geraakt? Dan had hij waarschijnlijk niet in dit boek gestaan.’

Castillion maakte zijn opwachting in Ajax 1 op 20 maart 2011. Ajax verloor met 3-2 van ADO Den Haag en trainer Frank de Boer herinnerde zich in het gesprek met Geradts vooral nog de rol van de aanvaller bij de winnende goal van de Hagenaars. Volgens de oefenmeester had Castillion bij de paal moeten staan, waar uiteindelijk de treffer viel. ‘Ik heb Frank de Boer er zelf over gesproken en dit was één van de herinneringen die hij er zelf aan had. Ik kon me het zelf niet herinneren en heb daarom tot in den treure die laatste goal nog terug zitten kijken met de vragen: waar staat hij dan, wat had hij moeten doen, wat deed hij en wat had Frank de Boer eigenlijk van hem verwacht? Ik kan me ook voorstellen dat dit even langs je heen gaat als debutant en dat je vooral het verschil probeert te maken in aanvallend opzicht. Ik denk dat dit ook de tijd was dat je vol werd gestopt met informatie langs de lijn uit de multomappen van Carlo L'ami.’

De twee meest recente ‘eenmalige Ajacieden’ die Geradts sprak voor zijn boek, zijn twee keepers die beiden hun debuut maakten tegen een amateurclub in het bekertoernooi: Mickey van der Hart en Benjamin van Leer. ‘Dit betekende voor beiden heel veel’, stelt Geradts. ‘Ik zag laatst dat Benjamin nog een post deelde van het moment dat hij tekende bij Ajax. Daar zit echt trots bij. Helemaal bij Mickey, want die komt echt uit een Ajax-familie en al zijn vrienden zijn ook voor Ajax. Hij heeft niet zoiets van: ik heb maar één keer mee mogen doen en dat was tegen een amateurclub. Nee. Ik heb voor Ajax mogen spelen. Hij is er echt trots op. Natuurlijk zijn het niet de wedstrijden waarvan je achteraf denkt: dit zijn de allermooiste, maar ze hebben wel allebei hun debuut mogen maken in Ajax 1. Vanuit daar hoopten ze op iets meer, maar ze kenden allebei hun plek: Benjamin achter Onana en Mickey kwam op jonge leeftijd als derde keeper bij de selectie.’

‘Er had misschien meer ingezeten, maar ik denk dat Mickey echt heel jong was en bij Benjamin zaten er best veel blessures bij die roet in het eten hebben gegooid. Benjamin zei zelf: “De stap van Roda, waar we bijna elk jaar vochten tegen degradatie, naar Ajax, dat in de top speelt en elk jaar de Champions League in zou moeten, dat is gewoon een te grote stap geweest.”’

Ajax Boekenkast: ‘Je bent niet meteen mislukt als je ‘maar’ één wedstrijd voor Ajax 1 speelt’
Benjamin van Leer keepte slechts één officieel duel voor Ajax 1. Op 20 september 2017 staat hij onder de lat in het met 1-5 gewonnen uitduel met SVV Scheveningen in het KNVB Bekertoernooi.

Polletje van Van der Hart

Het bekendste moment uit de loopbaan van Van der Hart is ongetwijfeld het ‘polletje’ tegen Ajax. In het voorjaar van 2015 speelt de doelman met Go Ahead Eagles, dat hem huurt van Ajax, tegen zijn eigenlijke werkgever. Vlak voor tijd staat het 1-1 als Wesley Verhoek namens Kowet de bal terugspeelt op Van der Hart. De bal lijkt gemakkelijk weggetrapt te kunnen worden, maar stuitert vlak voor de keeper op, waardoor hij mistrapt en de bal het doel in rolt: 1-2.

‘Dat heeft hem niet veel goed gedaan op dat moment. Of dat invloed heeft gehad op zijn toekomst bij Ajax, dat denk ik niet’, zegt Geradts. ‘Maar Ajax gaat natuurlijk ook verder en je hebt natuurlijk relatief grote namen voor je, je bent nog steeds jong en hebt misschien onvoldoende laten zien om een terugkeer bij Ajax echt af te dwingen. Hij zou geen eerste keeper worden bij Ajax, daar was hij zelf heel realistisch in. Maar dan is de vraag: ga je voor een rol als tweede keeper of denk je: ik heb bij Go Ahead gezeten, ik ga mijn carrière elders uitbouwen om aan meters te komen? Ik denk dat die laatste keuze voor hem goed heeft uitgepakt, want hij heeft best wat mooie clubs erna gehad.’ Van der Hart keepte later voor onder meer PEC Zwolle en FC Emmen en staat nu onder contract bij sc Heerenveen.

Ajax Boekenkast: ‘Je bent niet meteen mislukt als je ‘maar’ één wedstrijd voor Ajax 1 speelt’
Het ergste dat je als doelman kan overkomen, overkomt Mickey van der Hart uitgerekend tegen Ajax. Een polletje zorgt ervoor dat de doelman mistrapt, waarddor Ajax met 1-2 wint op bezoek bij Go Ahead Eagles.

‘Natuurlijk staat het ‘polletje’ heel erg op mijn netvlies, maar wat had het dan daadwerkelijk voor impact?’, wil Geradts kwijt over het incident in 2015. ‘Ik snap alle geintjes wel en het wordt ook tot in den treure herhaald op tv en social media. Maar hoe is dit daadwerkelijk voor zo’n jongen geweest op die leeftijd en in zo’n wedstrijd? Was dit niet tegen Ajax gebeurd, maar tegen Roda JC, hoe was dan de impact geweest? Hij zegt er ook over: “Ik kan die bal duizend keer trappen en 999 keer raak ik hem. Op de training kan dit een keer gebeuren en kunnen ze er om lachen, maar nu gebeurde het precies in die wedstrijd.”’

Van Leer maakte een vergelijkbaar moment mee in het shirt van Sparta Rotterdam, weet Geradts. ‘Heb je dat doelpunt van Antony vaak teruggezien bij Benjamin van Leer?’ In september 2020 wint Ajax met 0-1 op Het Kasteel, waarbij de doelman niet vrijuit gaat bij de winnende treffer van de Braziliaan. ‘In eerste instantie denk je: dat ziet er niet lekker uit. Maar is het een blunder? Ik heb ook tien keer moeten kijken en dan heb ik het er met hem over. Hij zegt: “Kunstgras stuitert echt anders dan gras. Het is echt een samenloop van omstandigheden. En ja, ik zie er niet goed uit. Maar is het een blunder? Nee, het is echt geen blunder.” Mooi hoe ze dat ook zelf hebben ervaren. Hetzelfde geldt voor Mickey. Die bal stuitert zo lullig op.’

‘De Boer wist niet meer wie Boccara was’

Momenteel staan er 45 namen op de lijst van Ajacieden met één duel voor Ajax 1, waarvan Geradts er negen sprak voor zijn boek. Toch kan hij nog een aantal spelers noemen die hij graag had willen spreken. Eén van die namen is Ilan Boccara, die in het seizoen 2012/13 inviel op bezoek bij sc Heerenveen. ‘Zelfs Frank de Boer wist niet eens meer wie hij was’, onthult Geradts. ‘Hij kwam erin voor Schöne, op het moment dat Ajax met tien man stond. Het stond 2-2, dus het was spannend. En daarna? Niks meer. Frank de Boer kon het zich niet meer herinneren. Maar ik zou Boccara graag willen vragen: hoe vind je zelf dat je voetbalcarrière is verlopen?

Geradts moet even nadenken als hij gevraagd wordt wie hij denkt dat de volgende naam is die zich bij de ‘eenmalige Ajacieden’ zal aansluiten. ‘Ik had het Tom de Graaff gegund. Die heb ik vorig seizoen en dit seizoen bij Jong Ajax echt geweldige potten zien keepen. Ik had hem graag dit seizoen als derde keeper erbij gezien en hem zijn debuut gegund zien worden.’ Vooralsnog lijkt De Graaff niet te debuteren voor Ajax 1; hij vertrok recentelijk naar FC Utrecht.

Tot slot heeft Geradts tijdens het schrijfproces van zijn boek een belangrijke les meegekregen. ‘Je bent niet meteen mislukt als je ‘maar’ één wedstrijd voor Ajax 1 speelt, want voor die gasten geldt: ik heb in Ajax 1 gespeeld. Ze hebben er meer dan jij en ik samen gespeeld. Het gaat er niet om dát je maar één keer in Ajax 1 hebt gespeeld, maar waarom is dat dan? Ik denk dat we door het gemak waarmee we dingen gooien op social media, echt het belang van de persoon achter de voetballer vergeten. Dit mag er echt meer zijn.’

Brent Tomassen (X: @Brent_Tomassen | E-mail: b.tomassen@ajaxshowtime.com)

Meer Ajax Boekenkast:

Deel 1: 'Een student had mijn stuk over Real Madrid-Ajax op het toilet hangen'
Deel 2: 'Verschillen tussen Cruijff en Van Gaal werden enorm opgeblazen'
Deel 3: 'Richard vond "Patatgeneratie" een rare term'
Deel 4: 'Het Ajax-shirt straalt souplesse uit'
Deel 5: ‘Ik denk dat Nouri als icoon en verbinder ongelooflijk belangrijk is geweest’
Deel 6: ‘Cultimago kleeft een beetje aan die spelers’
Deel 7: 'Kroes heeft een soort directheid, die we niet gewend zijn van bestuurders’

Lees meer over:
Plaats reactie
Laad meer reacties

Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.