Urby Emanuelson bewaart goede herinneringen aan zijn doorbraak bij Ajax. De oud-speler van de Amsterdamse club debuteerde op achttienjarige leeftijd in het eerste elftal en werd al snel onder de hoede genomen van een aantal gearriveerde spelers. Ook trainer Henk ten Cate, tussen medio 2006 en eind 2007 hoofdtrainer, besloot te investeren in de ontwikkeling van de linkspoot.
‘Toen Henk ten Cate kwam, was ik achttien of negentien en hij is heel veel met mij bezig geweest', herinnert Emanuelson zich in de podcast Dave en Drenthe van Voetbal International. Een strenge leraar die heel kort op mij zat en aan het begin van het seizoen gaf hij me een spiegel mee naar huis. Dat heeft me heel erg geholpen in mijn ontwikkeling tijdens mijn Ajaxperiode. Zijn woorden heb ik altijd wel met mij meegenomen.’
Volgens Ten Cate was de spiegel een middel om Emanuelson zich steeds af te laten vragen of hij er alles aan deed om een betere voetballer te worden. ‘Dat was zeker confronterend, maar ik ben altijd wel kritisch geweest op mijn eigen spel. Mijn manier van spelen kon bij hem soms overkomen alsof ik laks was of minder geïnteresseerd. Maar dat was ook de speler die ik was op het veld. Door die spiegel ben ik toch wel bezig geweest om mijn uitstraling wat te veranderen om hopelijk wat beter te gaan spelen.’
Tekst gaat verder onder de foto.
De huidig assistent van Frank Peereboom bij Jong Ajax werd in zijn beginjaren in Ajax 1 vooral geholpen door spelers die net als hijzelf hun jeugdopleiding in Amsterdam genoten: Wesley Sneijder, Nigel de Jong, Rafael van der Vaart en John Heitinga. Emanuelson had veel aan de hulp van zijn iets oudere medespelers. Voorheen was het gebruikelijker dat oudere spelers jonge talenten uitdaagden, maar de geboren Amsterdammer merkte hier weinig van. 'Richard Witschge was bijvoorbeeld wel iemand die jongere spelers ging testen, maar toen was ik er nog niet.’
Een wedstrijd die Emanuelson zich altijd blijft herinneren is het 2-2 gelijkspel tegen Internazionale in februari 2006. De linkspoot stond tegenover de Portugese ster Luis Figo, hield zich knap staande en gaf zelfs een assist op Mauro Rosales. ‘Ik speelde toen een hele goede wedstrijd. Hij (Figo, red.) had moeite om mij te passeren en ik kon mijn aanvallende impulsen altijd wel kwijt. Alleen verdedigend moest ik wel scherp zijn. In de eerste helft stonden we met 2-0 voor en toen gingen ze aanzetten, waardoor het nog 2-2 werd. Je zag aan Figo dat het een moeilijke avond voor hem was; acties die niet lukten. Dan groei je in zo’n wedstrijd.’
Plaats reactie