Louis van Gaal weet nog goed hoe hij zijn eerste stappen zette als hoofdtrainer in de voetbalwereld, zo laat hij blijken in de documentaire De eerste van Louis op ESPN. In het jaar 1992 volgde hij Leo Beenhakker als trainer van het eerste elftal van Ajax en dat ging niet zonder slag of stoot. Hij had nog geen grote reputatie en moest die stap voor stap gaan opbouwen. Uiteindelijk stond hij al na zijn eerste seizoen als trainer van Ajax met de UEFA Cup.
'Dat seizoen was een strijd op leven en dood voor mij. Ik werd niet geaccepteerd als de hoofdtrainer', aldus Van Gaal. 'Ik moest mijn plaats verwerven in de voetbalmaatschappij. Ik was een, zo werd het bekendgemaakt maar ik ben zelf weggegaan, ontslagen trainer bij AZ. Die komt bij Ajax, traint eerst de A1 en het tweede elftal, wordt assistent van Leo Beenbakker en wordt dan opeens hoofdtrainer. Dan stel je nog niets voor in de voetbalwereld. Dat moet je echt verdienen. De UEFA Cup was een bevrijding voor mij wat betreft die ontwikkeling.'
Danny Blind was op dat moment de aanvoerder van Ajax en werd geconfronteerd met de manier van werken van Van Gaal. 'Ik kende hem als medespeler, maar niet als trainer. Ik merkte in zijn werkwijze dat hij heel rigoureus was. Hij bleef bij hoe hij het zag en wilde doen. Vooral op het disciplinaire vlak. Op het vlak van dingen samen doen en als een team opereren. Niet alleen op het veld, maar ook daarbuiten. Daar heeft hij heel veel aandacht aan besteed.'
'Je kunt wel een mooi plan bedenken, maar het gaat om de bewaking van het proces', vervolgt de vader van huidig Ajacied Daley Blind. 'De bewaking zit hem in het corrigeren en mensen confronteren met fouten of gedrag dat afwijkend is. Om dat steeds maar te doen, moet je een sterke persoonlijkheid zijn. Dat is hij geloof ik wel.'
Media hielpen Van Gaal niet
Tijdens zijn eerste seizoen betrapten de media Van Gaal terwijl hij tegen zijn spelersgroep tekeerging in de kleedkamer. Het hielp hem niet, zo voelde hij zelf. 'Als wij slecht speelden, dan zei ik daar wat van. Ik ben een emotionele jongen en dat hoor je ook in die stem. Ik sprak de spelers erop aan, maar in de kleedkamer. Het is niet de bedoeling dat de media dat zouden filmen. Dat is in mijn ogen vals. Je hoort daar niet te staan en dat niet op te nemen. Zo werd mijn imago ook nog slechter.'
Plaats reactie