Mike van der Hoorn kijkt met goede gevoelens terug op zijn periode bij Ajax. In gesprek met Voetbal International blikt hij terug op zijn periode in Amsterdamse dienst. De 31-jarige verdediger maakte in de zomer van 2013 de overstap van FC Utrecht naar Ajax. Na drie jaar in Amsterdamse dienst koos hij voor een avontuur bij Swansea City en speelde hij nog een jaar bij Arminia Bielefeld. Sinds 2021 is de verdediger weer terug in de Domstad.
'‘Ik was twintig jaar toen ik bij Ajax terechtkwam. Tot dat moment ging alles voortvarend en kreeg ik vooral veel positieve woorden en complimenten. Ik was nog jong, veelbelovend, en er werd gekeken naar mijn goede punten. Bij Ajax lag de lat hoger, was de druk groter, en kwam er ook kritiek.' In zijn eerste jaar bij Ajax kreeg Van der Hoorn veel kritiek. De routinier van FC Utrecht bleek niet zo'n prater, waardoor hij alles opkropte. 'In die tijd was de mentale ondersteuning ook veel minder aanwezig bij de clubs. Dat was tien jaar geleden nog veel meer een taboe in de voetballerij, waardoor ik er ook vooral zelf mee rond bleef lopen, en dat was niet goed voor mijn spel', aldus Van der Hoorn, die het een goede ontwikkeling vindt dat er meer gerichte hulp is van mental coaches voor voetballers.
Penaltymoment met Balotelli
In zijn eerste jaar was Van der Hoorn al actief in de Champions League. Een van de momenten die hem het meeste is bijgebleven is het penaltymoment tegen AC Milan in oktober 2013. Ajax kwam die wedstrijd vlak voor tijd op voorsprong door een kopbal van Stefano Denswil, maar de Amsterdammers gaven de voorsprong toch nog uit handen. 'Ver in blessuretijd greep Balotelli mij in het strafschopgebied vast. Ik was onervaren en probeerde hem voor me te houden, waardoor het leek alsof niet hij maar ik een overtreding maakte. Er was nog geen VAR en Balotelli speelde het slim. Strafschop voor Milan. Zij maakten gelijk en ik was de schlemiel. Zo’n moment kon dan nog heel lang in mijn kop zitten en dat maakte ik vaker mee in mijn beginperiode bij Ajax.’
Stormram Van der Hoorn
In de tweede helft van zijn Ajax periode veranderde zijn rol binnen het team. 'Er was achter Arkadiusz Milik geen tweede spits, dus als we iets moesten forceren, werd ik naar voren gestuurd. Dat kreeg op een gegeven moment wel een grappige uitwerking. Bij Excelsior maakte ik op deze manier een belangrijke treffer en dat zorgde voor een kantelpunt in mijn verhouding met de supporters', vertelt hij daarover. 'Door mijn rol als stormram werd ik een soort cultheld.'
Van der Hoorn hoorde veel mensen zeggen dat Ajax een kille club was, maar hij ervaarde dat anders. 'Mensen binnen de club die er al lang rondlopen, zoals teammanager Herman Pinkster of manager communicatie Miel Brinkhuis, zijn fijne, warme mensen, die me echt overal mee hebben geholpen. Het is altijd leuk om hen weer te zien.'
Periode bij Ajax eindigde anders dan verwacht
De periode van Van der Hoorn bij Ajax eindigde in mineur. De veelbesproken kampioenswedstrijd van Ajax op bezoek bij De Graafschap is een zwarte bladzijde in zijn carrière. 'Wat heb ik nog vaak aan die middag teruggedacht. In de eerste helft hadden we het allang moeten beslissen, maar we lieten het na en na rust ging het helemaal mis. Ik werd nog naar voren gestuurd, maar kon ook niets meer forceren. Wat een dramatisch einde van mijn periode bij Ajax was dat.’
Toch kijkt de routinier van FC Utrecht positief terug op zijn tijd in Amsterdam. 'Ik heb een kampioenschap meegemaakt, mooie wedstrijden in de Champions League mogen spelen en mezelf verder ontwikkeld. Het was bijzonder en ik heb echt nooit spijt gehad van mijn keuze. Alleen soms pakt het iets anders uit dan het ideaalplaatje. Ik was niet top bij Ajax, maar ook niet slecht.’
Plaats reactie