Marvin Zeegelaar vond zijn Ajax-tijd een geweldige ervaring. De vleugelverdediger weet dat hij niet de makkelijkste jongen was, maar geeft ook aan veel geleerd te hebben sinds die tijd. Na zijn tijd in Amsterdam vervolgde Zeegelaar zijn carrière bij negen andere clubs in zes landen.
'Toen ik een jaar of zestien was, scoutte Bryan Roy me. Toen ging het meteen best snel', aldus Zeegelaar tegen het Algemeen Dagblad. 'Van de A2, naar de A1 en naar Jong Ajax. Daar had trainer Marco van Basten mijn debuut gezien. Een paar dagen later debuteerde ik, tegelijk met Daley Blind, in het eerste elftal. Het shirt dat ik droeg tegen mijn oude club Volendam, heb ik nog steeds. Voor mijn vader was het een emotioneel moment. Hij is gek van voetbal en als Amsterdammer ook van Ajax.'
Op eigen benen staan
'Ik heb daarna nog een paar wedstrijden gespeeld. Daar bleef het helaas bij.' Hij speelde in totaal vier wedstrijden in het eerste van Ajax. 'Het was een grote switch voor me. Ik was niet de makkelijkste jongen. Ik kon lastig zijn. In welk opzicht? Dat doet er niet meer toe. Het was ook niet dat ik continu lastig was. Maar je bent jong en je doet soms gekke dingen. Naarmate je ouder wordt, leer je voor je beroep te leven.'
'Spijt? Van sommige dingen wel', vertelt Zeegelaar eerlijk. 'Maar het was ook een geweldige ervaring. Ik was onderdeel van een mooie lichting met bijvoorbeeld Christian Eriksen. Ik werd een half jaar verhuurd aan Excelsior. Daar heb ik nog best veel gespeeld, maar we beseften dat het voor mij goed was om in het buitenland op eigen benen te gaan staan.' Uiteindelijk ging Zeegelaar van Ajax naar Espanyol. Daarna volgde Elazigspor (Turkije), Blackpool, Rio Ave (Portugal), Sporting Portugal, Watford en nu Udinese.
Plaats reactie