Columnist Sjoerd Mossou vindt dat het Nederlandse voetbal zich in de afgelopen weken enorm voor schut heeft gezet. In zijn column in het Algemeen Dagblad vraagt de verslaggever zich af waar visie, leiderschap, eensgezindheid en solidariteit zijn gebleven. 'Vooralsnog is het nergens te vinden', schrijft hij.

Mossou zag dat de KNVB opriep om de Europese inkomsten onderling te verdelen, aangezien er sprake is van een extreme situatie. 'Het is al gênant genoeg dat zo'n oproep nodig is', schrijft Mossou. Hij schrijft dat het gaat om fatsoen. 'Ben je bereid elkaar te helpen in een noodsituatie, of vecht je uitsluitend voor je eigen belang? Zoek je samen naar een oplossing, of maak je er een potje van?'

De columnist schrijft dat je in de sport elkaars concurrent bent, maar ook elkaars bondgenoot. 'Zonder competitie geen voetbal, maar in de kleuterklas van het Nederlandse voetbal is het ieder voor zich, met de KNVB als een overspannen leraar die het ook allemaal niet meer weet', aldus Mossou, die dat dodelijk voor de beeldvorming noemt. 'En oliedom bovendien. Het profvoetbal stond al ergens achteraan in de rij als het om steun van de overheid gaat, terecht of niet, maar dat maakt het allemaal niet minder desastreus voor een sector die tot 1 september volledig platligt.'

Mossou vraagt zich dan ook af wie de lobby in Den Haag op zijn schouders gaat nemen. 'Oh ironie. De clubs die zo hysterisch roeptoeterden dat de competitie onmiddellijk moest worden stopgezet, hebben er nu belang bij dat het voetbal zo snel mogelijk weer kan opstarten, want anders verzuipen ze zelf net zo hard. Het Nederlandse voetbal heeft zichzelf de laatste weken op onwaarschijnlijke wijze voor schut gezet. Probeer dat nog maar eens recht te breien.'