Nunnely: 'Sorry als ik mij niet kan inhouden'

door Reinand Visscher 25

Nunnely: 'Sorry als ik mij niet kan inhouden'

door Reinand Visscher 25

Laatst geüpdatet

Hij weet nog niet of hij vrijdag gaat juichen als hij scoort in Amsterdam. Ché Nunnely is zijn voormalig werkgever nog niet vergeten en is erg dankbaar voor de zeven jaar die de rechtspoot doorbracht op Sportpark de Toekomst. Dit weekend gaat een langgekoesterde droom in vervulling: spelen in de Johan Cruijff ArenA. De oud-Ajacied doet dit echter wel bij de tegenpartij, in het shirt van zijn nieuwe club Willem II.

Na twee seizoenen in Jong Ajax, waar de aanvaller na een aardig eerste seizoen in het tweede seizoen vaker de bank warm hield dan in het veld stond, viel de keuze deze zomer op de club uit Tilburg. De middenmoter bood Nunnely een kans die in Amsterdam uitbleef, namelijk spelen in de Eredivisie. Dit bleek geen loze belofte. Trainer Adrie Koster koos in veertien van de vijftien competitiewedstrijden voor Nunnely als basisspeler.

Ook buiten het veld heeft Nunnely zich inmiddels gesetteld. De twintigjarige is in Tilburg gaan wonen in een appartementencomplex, waar we beneden worden opgevangen. We bewegen ons vervolgens via de parkeergarage naar boven naar zijn appartement. Onderweg wordt de aanvaller aangesproken door een groepje mannen op leeftijd. Zijn spiksplinternieuwe auto valt in de smaak. Maar, zo klinkt het met een knipoog in een sterk Brabants accent: 'da hedde gij helemaal niet verdiend jong'. Het clubje doelt op de ruime voorsprong op ADO Den Haag van het weekend ervoor die werd verspeeld, waardoor de Tricolores slechts met een punt huiswaarts gingen. Nunnely kan het geintje wel waarderen, grijnst zijn tanden bloot en roept terug dat de auto niet van de club is.


Een goed gemutste Nunnely vertelt dat hij goed op zijn plek zit bij zijn nieuwe club.

Bij binnenkomst nemen we plaats op de bank, kijkend over Tilburg. Vanzelfsprekend wordt er meteen teruggekeken op de wedstrijd Willem II - PSV, waarin Nunnely de Tilburgers hoogstpersoonlijk met twee doelpunten aan de overwinning hielp. 'Je krijgt natuurlijk berichtjes van oude teamgenoten: doe PSV pijn. Ik ken Steven Bergwijn ook goed, van tevoren wordt er dan een beetje over en weer geplaagd. Als je dan twee keer scoort is dat fantastisch. Het is leuk om belangrijk te zijn tegen een topclub.' Het bleek een startschot van een goede reeks. In de laatste drie duels was Nunnely goed voor drie goals en drie assists. 'Je stelt natuurlijk doelen voor jezelf op. Voorafgaand aan het seizoen wilde ik vooral basisspeler worden en laten zien wie ik ben. Ik wil het liefst in de dubbele cijfers terechtkomen, maar het is niet zo dat als ik op acht goals eindig het seizoen dan mislukt is. Belangrijk zijn voor het team is de hoofdzaak.'

Met Adrie Koster aan het roer, geassisteerd door Gery Vink, is er behoorlijk wat Ajax-DNA aanwezig in de technische staf van de Tilburgers. Dit is volgens de rappe buitenspeler ook wel terug te zien in het spel van Willem II. 'We spelen altijd 4-3-3 en proberen aanvallend te spelen, maar wel met snelle counters. Ook sommige trainingsvormen die ik bij Ajax in de jeugd bij Gery deed komen nu ook weer terug. Hij was ook de eerste die mij belde om te vragen of ik openstond voor een transfer. Het was fijn dat ik wist dat Willem II een goed beeld had van mij, van wat ik kon. Niet dat ik binnen werd gehaald omdat ik Ajax achter mijn naam had staan.'

Weerzien met Ajax

'Ik zeg je heel eerlijk: Ajax-uit is lastig, heel lastig. Maar we gaan van het positieve uit. Misschien heeft Ajax een slechte dag en hebben wij een goede dag. Wij gaan in ieder geval voor het hoogst haalbare', kijkt hij met hoop doch enig realisme uit naar het treffen met zijn voormalige club. Nunnely koestert in zijn hart nog steeds een warm plekje voor Ajax. 'Het wordt mijn eerste keer in een volle ArenA. Het brengt niet echt een andere spanning mee, maar ik vind het wel echt iets heel moois. Mijn droom is altijd al om in de ArenA te spelen. Nu ga ik in de ArenA tégen Ajax spelen, dat is wel even wat anders, maar toch. Noa is natuurlijk mijn maatje, maar ik heb in de jeugd bijvoorbeeld ook met Donny, Sergiño, Carel en Nous gespeeld. Maar ook die andere jongens zijn goede bekenden.'


Nunnely was in 2012 al bijna rond met PSV, maar Ajax kaapte de aanvaller op het laatste moment weg.

Als rechtsbuiten van de bezoekende partij in de Johan Cruijff ArenA weet je één ding vrijwel zeker: je krijgt te maken met Nicolás Tagliafico, de vaste linksback van Ajax die altijd met het mes tussen de tanden speelt. 'Hij is een hele goede back. Hij speelt ook niet voor niets in het nationale elftal van Argentinië. Maar je moet daar op dat moment gewoon schijt aan hebben en je eigen ding doen. Ik kijk nu niet per se extra naar hem, want ik kijk sowieso al naar elke wedstrijd van Ajax en weet dus hoe Tagliafico speelt. Wat zijn zwakke punten zijn? Haha, ik ga nu natuurlijk geen dingen verklappen!'

Bang is Nunnely allerminst, maar het respect voor Ajax is er zeker. 'Of ik ga juichen als ik scoor? Poeh.. Weet ik nog niet.. Of ik moet met een omhaal scoren of zo. Maar ik denk anders gewoon heel ingetogen. Ik ga niet op m'n knieën glijden, zeg maar. Ik ga echt niet zo hard juichen als tegen PSV! Ik heb mijn hele leven bij Ajax gespeeld, de club is altijd goed voor mij geweest. Ik wil gewoon respect tonen naar Ajax. Respectloos is een groot woord, maar uitbundig juichen zou ik niet erg respectvol vinden van mijzelf. Als ik een wereldgoal maak en ik kan mezelf niet inhouden, dan alvast sorry daarvoor.'

Jeugdjaren in Amsterdam

Vanaf zijn twaalfde speelde Nunnely in het wit-rood-wit van Ajax, dat hem overnam van FC Utrecht. Al had het niet veel gescheeld of Nunna speelde voor PSV, dat hem eerder dan Ajax al wilde inlijven. 'Ik was al best lang met PSV aan het praten en zou er gewoon heen gaan, maar toen kwam Ajax. We waren al aan het kijken of ik ergens in Eindhoven in een gastgezin moest, dus we waren al best ver. Maar ik was voor Ajax en woon in Almere, dus dat was in alles een betere optie. Toen zei ik tegen m’n moeder: hé mam, we gaan naar Ajax! Toen hebben we PSV gebeld en sorry gezegd.' Nunnely keek in Amsterdam vervolgens eerst de kat uit de boom. 'In de groep waar ik terechtkwam was iedereen wel echt een mannetje. De eerste keer was het gewoon kijken van: oké, hoe gaat alles hier? Maar eenmaal echt bij Ajax was het gewoon meteen heel gezellig. En ik deed het ook meteen goed, dat maakt het natuurlijk ook wel makkelijker.'

Van alle wedstrijden in de jeugd staan de duels met Feyenoord met stip op één van zijn favorietenlijst, vooral in Rotterdam op Varkenoord. 'We wonnen daar vaak. Een keer maakte Gino (Dekker, red.) na een goal een sliding op zijn knieën voor die fans. Toen moesten we na de wedstrijd onder begeleiding van stewards van de kleedkamer naar de bus. Het was altijd wel extra leuk om daar te spelen.' De fans van de tegenpartij waren overigens niet de enige die Nunnely en zijn teamgenoten op scherp zetten. Trainer John Heitinga kon er ook wat van. 'Hij heeft aardig wat Klassiekers gespeeld en weet wat er gevraagd wordt. Op zulke momenten komt bij dat soort trainers de speler in hen weer een beetje omhoog. Dat is wel mooi om te zien voor ons als spelers.'


Nunnely viert zijn goal in een mini-Klassieker met de Amsterdamse achterban.

'Natuurlijk heb je met de ene trainer meer een klik dan met de ander, maar voor mij had dat niets te maken met de achtergrond van een trainer als speler', vervolgt Nunnely. Een grote profcarrière kan een pré zijn, maar is absoluut geen noodzaak bij een (jeugd)trainer. De rechtspoot is daarbij de moeilijkste niet. 'Er is nooit een trainer geweest waar ik het echt niet mee kon vinden, maar ik denk dat ik ook niet echt het type ben dat lastig is om mee te werken. Echte ruzie heb ik eigenlijk nooit meegemaakt. Ook met tegenstanders niet. Ik ben echt een lieve jongen, hè?'

Een lieve jongen of niet, de twintigjarige Almeerder draait zijn hand niet om voor een plagerijtje. 'Ja, als je bij de jeugdelftallen van Oranje komt dan kom je natuurlijk die jongens van Feyenoord tegen. Dat zijn gewoon vrienden, maar je plaagt ze wel met hun slechte velden en zo, al schijnt dat ondertussen te zijn verbeterd. Bij Ajax was ik vooral lastig tegen Navvie en Deyo (Bakboord en Zeefuik, red.), die twee zijn licht ontvlambaar, snap je? Dat maakt het leuk. Toen ik een keer net iets te lang doorging vloog ik na de training wel van de één naar de andere kant in de kleedkamer. Haha, je moet geen grapjes maken met Deyo.'

Nunnely kan zijn grijns moeilijk bedrukken als gevraagd wordt wie van hen meer moeite had met zijn meerderen bij Ajax. 'Haha, wie denk je?' Bij de naam van Dest is het bingo. 'Kijk, Sergiño heeft zijn eigen stijl. Hij kwam vroeger gewoon met een haarbandje en met zweetbandjes om naar de training. Gewoon zo van: ik ben Ronaldinho. Maar dat is ook zijn kracht, dat zie je nu. Hij speelt in en met Amerika en doet even een akka. Dan zeg je wel echt: ik ben Sergiño en wie ben jij dan? Dat vind ik echt mooi aan hem, dat eigene.'


Nunnely kijkt uit naar het weerzien met zijn vrienden en bekenden vrijdagavond in Amsterdam.

De stap naar het profvoetbal

Een reden voor zijn immer positieve stemming waren zijn sportieve prestaties. Nunnely wandelde met speels gemak door de Amsterdamse jeugdopleiding. De mentale klap was daarom des te harder toen hij bij Jong Ajax ineens geen vaste basisspeler was. 'Van de jeugd naar Jong Ajax heb ik het wel moeilijk gehad. Ik heb altijd alles gespeeld, was altijd een van de beste. Dan is het niet leuk om zonder reden op de bank te komen.' Het eerste seizoen was Nunnely nog belangrijk, daarna werd er vaak gekozen voor anderen. 'Het was wel een leerzame periode. Mentaal ben ik sterker geworden. Ik wil niet zeggen dat ik blij ben met die periode, maar het heeft mij wel sterker gemaakt. Ik kan nu beter met zulke momenten omgaan. Het kan niet altijd gaan zoals jij het wilt.'

In het internationale voetbal, maar ook specifiek bij Ajax, wordt er de afgelopen jaren steeds minder gebruik gemaakt van klassieke buitenspelers, hetgeen Nunnely zijn kansen deed slinken. De rechtspoot zag de Ajax-jeugd en Jong Ajax de systemen en spelprincipes van Ajax 1 doorvoeren. 'Het laatste seizoen bij Ajax merkte je dat er wat anders werd gevraagd. Er werden meer middenvelders op de flanken gezet. Ik heb sinds toen mijn spel deels veranderd en geprobeerd afwisseling te brengen in mijn spel, maar mijn snelheid is uiteraard mijn gevaarlijkste wapen.'

Na het hervinden van zijn spel en het rendement in de afgelopen weken lijkt Nunnely's transfer naar Willem II vooralsnog een gouden greep. Er schuilt nog steeds een echte Ajacied in hem, maar duidelijk is wel dat hij gebrand is om zich te laten gelden. Ook aanstaande vrijdag in de Johan Cruijff ArenA tegen zijn oude maatjes.

Finn Dekker (Twitter: @FinnDekker | e-mail: f.dekker@ajaxshowtime.com)
Reinand Visscher (Twitter: @ReinandVZR | e-mail: r.visscher@ajaxshowtime.com)

Lees meer over:
Plaats reactie
Laad meer reacties

Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.