Bertrand Traoré kijkt nog altijd met een bijzonder gevoel terug op de Europa League-reeks met Ajax in het seizoen 2016/2017. De aanvaller speelde zich naar grotere populariteit bij de fans van de club en beleefde een jaar dat hij nooit meer zal vergeten. Een prijs kwam er niet uit voort, maar Traoré - vandaag de dag actief bij het Aston Villa van Steven Gerrard - sluit niet uit dat hij daar ooit nog met Ajax voor gaat.
'Dat hangt een beetje af van het verloop van mijn carrière', vertelt hij in alle eerlijkheid aan Voetbal International. 'De ervaring die ik bij Ajax heb opgedaan is uniek. Daarom zal ik niet snel zeggen dat ik nooit terugkeer bij Ajax. Misschien ooit op een dag, je weet het nooit. Nederland is toch een beetje mijn thuis. Ik ben dankbaar voor de kansen die ik heb gekregen in jullie land. Daarnaast heb ik er veel vrienden en heb ik me altijd enorm welkom gevoeld.'
Als vanzelfsprekend zijn de succesvolle wedstrijden in de Europa League het hoogtepunt voor de linkspoot. Zijn mooiste herinnering aan de reeks in dat toernooi? 'Dat was natuurlijk die halve finale thuis tegen Olympique Lyon. Dat is denk ik nog steeds de beste wedstrijd uit mijn carrière. Dat potje was iets speciaals. De fans waren ongelooflijk en het stadion was echt een gekkenhuis. Ik voelde al toen we het veld opkwamen. Het was prachtig om op die dag zo’n prestatie op de mat te leggen.'
In de finale kwam Traoré uiteindelijk tegen José Mourinho te spelen. Het was een bijzondere dag voor hem, want bij Chelsea werkte hij nog samen met de Portugees. 'Na de wedstrijd bedankten we onze fans en kwam Mourinho naar me toe en gaf me een knuffel. Hij zei dat ik een fantastisch seizoen had gehad en dat hij trots op me was. Tot op de dag van vandaag heb ik nog wel het gevoel dat we die finale tegen Manchester United hadden kunnen winnen. We hadden een beter team en hadden die beker kunnen pakken. Misschien kom ik ooit wel terug naar Ajax en winnen we de Champions League.'
'Abdelhak Nouri was beter dan de rest'
In Amsterdam kwam Traoré met meerdere jonge spelers te werken die later de Europese topcompetities zouden bestormen, maar één speler bleef hem in het bijzonder bij. 'Er was één jongen waarvan ik dacht: deze is beter dan de rest. Dat was Abdelhak Nouri. Hij was gewoon te goed. Het is ongelooflijk triest wat er na mijn vertrek met hem is gebeurd. Frenkie was toen ook al ongelooflijk goed. We speelden op de training vaak met de basisploeg tegen de reserves. Die jonge gasten deden zulke bijzondere dingen.'
Plaats reactie