Morten Olsen weet dat Francesco Farioli als beginnende buitenlandse trainer van Ajax vooral goede resultaten nodig heeft om de mensen achter zich te krijgen. De Deen, die voor Farioli de laatste buitenlandse trainer van Ajax was, weet als geen ander hoe het werkt in Amsterdam.

Bestel het nieuwe derde shirt van Ajax in de Ajaxshop!

Olsen begon in Amsterdam met vijf overwinningen op rij en volgens de Deen is het maar al te belangrijk om goed te starten. 'Het geloof moet er meteen zijn. Je moet overtuigen en de mensen direct achter je krijgen. Binnen en buiten de ploeg. Dat lukt vaak alleen met resultaat. Wij deden het met veel doelpunten in de beginfase, dat werkte wel mee', vertelt Olsen in een interview met Ajax.nl.

Inmiddels is Olsen 75 jaar oud, woont hij in Brussel en is het bijna tien jaar geleden dat hij stopte met actief werken in de voetballerij. Tegenwoordig kijkt hij lang niet zoveel wedstrijden meer als voorheen. 'Nadat ik jaren geleden ben gestopt bij het nationale elftal, ben ik ook gestopt met veel voetbal kijken. Ik keek misschien wel 400 wedstrijden per jaar. Als wedstrijden mij tegenwoordig niet bevallen vind ik het ook wel lekker om te Netflixen', lacht hij.

Opvolger van Louis van Gaal

In zijn periode bij Ajax was dat wel anders. Hij was in 1997 de opvolger van Louis van Gaal bij de Amsterdamse club. 'Het voetbal van Ajax was de manier waarop ik zelf wilde spelen, maar ook hoe ik als trainer een team wilde laten spelen. We hadden geweldig materiaal en ik heb genoten van mijn anderhalf jaar in Amsterdam. Ik heb nog steeds veel vrienden daar, het was heel mooi.'

Olsen weet dat mooi voetbal belangrijk is, maar beseft ook dat het een sport is die vooral om winnen draait. 'Met alleen mooi voetbal word je geen kampioen, zeker niet met veel nieuwelingen. Ik werkte met een over-mijn-lijk-mentaliteit. Wie de tegenstander ook was, wat voor weer het was: we moesten gewoon winnen', zegt Olsen, die bij Ajax snel successen wilde boeken. Enkele jaren voor zijn komst won de club immers de Champions League. 'Maar ze moesten ook accepteren dat dat even kon duren', aldus de Deen, die dus goed begon en zelfs de dubbel won in zijn eerste seizoen. 'Het was ongelofelijk, we scoorden zo veel in de eerste drie duels.'