Maurits Hendriks wordt vanaf 11 november lid van de directie van Ajax. De voormalig technisch directeur van NOC*NSF gaat vooral aan de slag bij de jeugdopleiding en het vrouwenvoetbal. Eerder was Hendriks actief als chef de mission van de Olympische Spelen van 2012, 2014 en 2016.

Joop Alberda, sportbestuurder en oud-volleybalcoach, is van mening dat de overstap naar een grote rol binnen het voetbal zeker mogelijk is. Vaak wordt gezegd dat je een verleden in het voetbal moet hebben om te slagen in een rol die Hendriks nu op zich neemt. Alberda stelt tegenover de Volkskrant dat het weldegelijk mogelijk is om de overstap te maken, ondanks de grote cultuurverschillen.

Kennis van buitenaf

Alberda voegde zich in 2006 bij de staf van Guus Hiddink in Rusland. Voor een jaar lang was Alberda daar technisch adviseur. 'Ik denk dat het heel belangrijk is dat je bereid bent om heel onzichtbaar te werk te gaan. Maurits komt van buiten met een hoog profiel. Ik zou hem adviseren: je hebt dat profiel niet in het voetbal. Dus luister vooral.' Toch zijn er genoeg mensen die wel slagen in de voetballerij zonder achtergrond in de betreffende sport. Neem Toon Gerbrands. Ook hij was eerst volleybalcoach. Van 2002 tot 2018 werd Gerbrands vervolgens directeur bij AZ. Vanaf 2019 nam hij dezelfde rol in bij PSV.

Als grootste sport in Nederland word het voetbal altijd onder het vergrootglas gelegd. Terwijl de olympische sporten maar eens in de vier jaar in de spotlights staan. Daarom vertelt Alberda dat het je positie erg kwetsbaar maakt. 'In het voetbal moet je een trackrecord hebben om geaccepteerd te worden in de kleedkamer. Dan is het echt een voordeel als je uit de sport zelf komt.' Gerard Kempers - actief in de schaatswereld - is er van overtuigd dat het aanstellen van Hendriks een goede stap is van Ajax. 'Als je met hulp van mensen uit de olympische sporten die ontwikkeling in vijf à zes jaar door kunt maken, dan ben je als club spekkoper.'