Brian Brobbey voelt zich goed bij Ajax, zo vertelt hij in gesprek met Ajax TV. De spits is de grens van vijftig doelpunten voor de club gepasseerd en dat ziet ook hijzelf als een fraaie mijlpaal. Het maakt hem trots en blij, want als spits doet hij niets liever dan scoren.

Dit seizoen komt de jonge aanvaller moeilijk tot scoren, maar thuis tegen Maccabi Tel Aviv was het weer zover. Met een doelpunt en twee assists was hij belangrijk voor Ajax en dat doet zijn gemoed goed. 'Ik voel me wel oké. Het is een beetje hetzelfde als vorig seizoen. In het begin was het toen ook moeilijk om goals te maken, maar toen ik begon te scoren, ging het lopen.'

Om zijn afronden te perfectioneren, doet Brobbey naast de reguliere teamtrainingen extra werk bij Ajax. 'Net na de training was ik met Erik Heijblok, onze assistent-trainer en Chuba (Akpom, red.) bezig', vertelt Brobbey op het moment van het interview. 'Aannames en de bal gelijk panklaar leggen voor het doel. Als je me kent, weet je dat ik van doelpunten houd. Ik slaap anders niet goed.'

Tekst gaat verder onder de foto.

Dat hij vijftig keer het net heeft weten te vinden namens Ajax stemt hem meer dan tevreden. 'Het geeft me een trots gevoel, blij ook', zo omschrijft hij het. 'Ik had het niet zelf bijgehouden, maar zag het op Instagram. En mijn broers zeiden het ook tegen me. Het zijn er best veel. Het hadden er sowieso meer moeten zijn. Als ik alles had gescoord, had ik nu honderd goals.'

Brobbey: 'Het gaat goed, iedereen kent zijn taken'

Het neusje voor de goal voelt Brobbey te hebben. 'Maar dat is normaal als spits', meent hij. 'Ik denk dat iedereen dat heeft. Chuba en Wout (Weghorst, red.) ook. Als spits wil je scoren of assists geven, maar liever scoren. Na de wedstrijd, als ik thuis ben, kijk ik het misschien vijftien keer terug. Ik vind het na de wedstrijd sowieso moeilijk om te slapen. Dan ga je nadenken over wat je beter had moeten doen.'

Waar Ajax vorig seizoen veel moeite kende, kent de club in het huidige seizoen meer succes. Brobbey voelt dat en spreekt zich erover uit. 'Ik denk dat het heel goed gaat met het team. Iedereen weet wat zijn taken zijn, alles is duidelijk. De trainingen zijn pittig, dat is altijd lekker. Als je daarna naar huis gaat, denk je: we hebben hard getraind.'