Bekende Nederlanders en Ajax. Waarom zijn ze fan geworden van de Amsterdamse club en hoe beleven zij de wedstrijden van hun grote liefde? Komen ze vaak in het stadion of kijken ze de wedstrijden liever thuis of in de kroeg? En wat vinden ze eigenlijk van het huidige Ajax? In de rubriek ‘Onze Trots’ gaan we op zoek naar de liefde voor Ajax van de BN’ers. In deel 7: Robert ten Brink, presentator van onder meer All You Need Is Love.
Al meer dan 25 jaar presenteert Ten Brink het programma All You Need Is Love. Maar de geboren Amsterdammer kennen we natuurlijk ook van Lingo, Lotto Weekend Miljonairs of Holland’s Got Talent. Daarnaast is Ten Brink een fervent aanhanger van Ajax. Genoeg reden om hem eens op te zoeken.
We spreken af bij de studio’s van Endemol, gelegen in de schaduw van de Amsterdam ArenA. Een drukke dag vandaag; er worden opnames gedaan voor het ieder vast bekende spel met de koffers. Gelukkig weten we een ruimte te vinden waar we even rustig kunnen zitten. De loting voor de kwartfinale van de Europa League heeft zojuist plaatsgevonden en met Schalke 04 ziet Ten Brink mogelijkheden. ‘De weg naar de finale ligt open’, is zijn eerste enthousiaste reactie.
Café Heuvel aan de Spiegelgracht
Nadat de loting is besproken, gaat het gesprek over naar het ontstaan van de liefde voor Ajax. Toen Ten Brink opgroeide was Ajax niet zijn enige favoriete club. ‘Ik was natuurlijk voor Ajax omdat ik uit Amsterdam kwam, maar je had ook Blauw-Wit en DWS en mijn vader speelde bij De Spartaan. Je had in die buurten allerlei clubs en Ajax zat in Oost. Dus het was niet zozeer dat je in die tijd meteen voor Ajax was, die hele landelijke gekte van tegenwoordig was er toen nog niet. Als je nu naar de kijkcijfers kijkt, zie je bij Ajax twee miljoen kijkers. Bij Feyenoord zouden dat er 1,6 miljoen zijn.’
Toch maakte Ten Brink, geboren in 1955, de hele opkomst van alle kampioenschappen mee van Ajax. ‘In 1966 en 1967 heb ik Cruijff heel vaak zien spelen. Ik ben ook nog bij zijn afscheidswedstrijd tegen Bayern München geweest. Cruijff was de beste, hij liep ook gewoon langs iedereen heen. Dat zegt misschien ook wel wat over het defensief vermogen van die ploegen uit die tijd, maar je ziet het in de beelden. En als je daar gewoon bij was, is dat natuurlijk magisch. Het is hetzelfde als je nu Lionel Messi ziet spelen.’
De presentator noemt de Ajax-gekte, rond het einde van de jaren zestig, vergelijkbaar met de beatlemania. ‘Het was gewoon wereldtop. Alleen Wim Suurbier zat de volgende middag gewoon stomdronken in Café Heuvel aan de Spiegelgracht. Dat was gewoon heel gezellig allemaal. Of ze hadden wedstrijdoverleg en dan gingen ze met z’n allen op het Leidseplein in een biefstukrestaurant lunchen en even een sigaretje roken: "Jongens, ik trap hem wel voor en dan schiet jij hem erin!". Totaal anders dan nu, maar wel wereldtop.’
‘Door het hek glippen gebeurde natuurlijk wel’
Voordat Ten Brink naar Ajax ging, ging hij zoals gezegd vaak naar wedstrijden van Blauw-Wit en DWS. ‘Dat waren kleine veldjes. Kon je gewoon binnenlopen en dan kocht je gewoon een kaartje. Toen was ik een jaar of zes, zeven. Het echte Ajax-werk is vooral het Olympisch Stadion geweest voor mij. Ik was toen een jaar of dertien’, vervolgt hij, om eraan toe te voegen dat de sfeer op de staantribune achter het doel geweldig was. ‘Daar stond ik ook bij de afscheidswedstrijd van Cruijff. Door het hek glippen gebeurde natuurlijk wel. En Ome Cor stond de kaartjes te knippen, een hele andere tijd.’
Een seizoenkaart had Ten Brink toen nog niet, maar een aantal wedstrijden kon hij niet overslaan. ‘De wedstrijden tegen bijvoorbeeld Feyenoord werden altijd in het Olympisch Stadion gespeeld, daar gingen we vaak heen. Wij woonden daar in de buurt, dus dan liep je gewoon naar het stadion. Ik kwam wel heel weinig in De Meer. Mijn vrouw is daar in de buurt opgegroeid, zij kan je uren vertellen hoe dat dan weer was. Maar voor mij waren het vooral de grotere wedstrijden in het Olympisch Stadion.’
Ajax in het Olympisch Stadion. Robert ten Brink zag hier vele wedstrijden van de Amsterdamse club.
De andere wedstrijden keek Ten Brink voornamelijk via de televisie. ‘De mistwedstrijd tegen Liverpool (1966) heb ik gewoon thuis met mijn vader en moeder bekeken. Later keek ik ook gewoon veel thuis, ben niet het type die met een krat bier gaat juichen. Al heb ik de laatste jaren met wat bekenden uit het vak waar we zitten thuis afgesproken om dan een uitwedstrijd te kijken. Tegenwoordig heeft iedereen FOX Sports en dan zet je dat gewoon op. Zo hadden we ook een vakantiehuisje op Vlieland en het eerste wat geregeld werd, was dat we Ajax konden zien.’
Ten Brink herinnert zich vervolgens dat de supporters van Ajax en Feyenoord destijds nog door elkaar heen zaten. ‘Dan scoorde Feyenoord en werden die Rotterdammers echt uitgescholden: “Vuile! Pleur op, man!”. Maar die gekte dat de uitsupporters er niet bij zijn bij de Klassiekers, daar snap ik niets van. Ik ken überhaupt de haat tussen Ajax en Feyenoord helemaal niet in mijn omgeving. Tegen PSV wel, maar bij Feyenoord denk ik: “Ach, dan hebben die mensen daar ook eens wat”. En daarnaast vind ik Feyenoord leuk voetballen. PSV speelt vuil en gemeen, dat heb ik helemaal niet met Feyenoord. Ik ken zelfs mensen bij Ajax die ook een seizoenkaart bij Feyenoord hebben. Stel dat Ajax geen kampioen wordt is dat natuurlijk afschuwelijk, maar tien keer liever de titel aan Feyenoord verliezen dan aan PSV. Als je moet kiezen.’
'Wij reizen veel en overal waar je komt is het: Ajax Amsterdam!'
In de eerste jaren dat Ajax speelde in de Amsterdam ArenA had Ten Brink nog geen seizoenkaart. ‘De eerste jaren van de ArenA heb ik daardoor niet meegemaakt. Pas sinds vijftien jaar ben ik er vaste klant. Ik ben zo stom geweest. Toen de ArenA werd geopend, kon je van die vaste plaatsen kopen. Dat hebben veel vrienden van mij toen gedaan, maar ik niet. Later kon ik er gelukkig wel tussenkomen.’
De Amsterdammer heeft twee seizoenkaarten voor vak 120 en daarom zijn er in huize Ten Brink weleens discussies over wie er naar het stadion mag. ‘We zijn thuis allemaal gek van Ajax. Wanneer ik niet kan door mijn werk, dan is er altijd wel iemand die er gaat zitten. Binnenkort ga ik weer reizen voor Love Is In The Air. Werd er meteen gecheckt wanneer ik in Nederland zou zijn. “Wanneer gaan jullie dan weg, ben je er op 2 april?”, vroegen ze. ‘”Nee, dan ben ik er gewoon”, antwoordde ik’, doelt hij op de aankomende Klassieker.
Maar wanneer Ten Brink op reis gaat, wordt hij overal ter wereld geconfronteerd met Ajax. ‘Wij reizen veel en overal waar je komt is het: Ajax Amsterdam! Wij komen in Australië, Japan, Chili, Canada. In Azië is het zeker een grote club. En Zuid-Afrika heeft natuurlijk de connectie met Ajax Cape Town. Iedereen kent dat’. Toch is Ajax voor hem vooral heel erg Amsterdam. ‘Dat vind ik ook het leuke aan de jongens uit de jeugdopleiding. Ik heb de jaren meegemaakt dat iemand als Piet Keizer gewoon het café binnenkwam. Heel nors en typisch Amsterdams: dat kwam echt voort uit deze stad. Het is een soort trots dat je krijgt, als Amsterdammer.’
‘Met een bek vol tanden’
Naast Keizer houdt Ten Brink ook veel mooie herinneringen over aan Johan Cruijff. Naast dat de presentator ‘El Flaco’ aan het werk heeft gezien in De Meer en het Olympisch stadion, is hij de Ajax’ grootste voetballer aller tijden meerdere keren tegen het lijf gelopen. ‘Ik was op het oude Wembley, we waren daar met een ploeg van HMG, het oude RTL. Nederland speelde tegen Engeland. Jordi Cruijff speelde nog mee. Afschuwelijke wedstrijd, Oranje verloor ook met 4-1 of zo. Cruijff kwam na afloop met een grote delegatie door die catacomben op ons afgelopen en Cruijff kwam recht op me afgelopen. Hij zegt: hallo, leuk om u een keer een hand te geven. Ik stond met een bek vol tanden.’
Nog geen twee jaar later staat Ten Brink in dierenwinkel bij hem in de buurt en zelfs daar kwam hij de ‘eeuwige nummer 14’ tegen. ‘Sta ik daar voor het konijnenvoer en wie komt binnen? Johan Cruijff. Hij zegt: hoe is het? Gebeurde hetzelfde. Ik wist gewoon weer niet wat ik moest zeggen. Hij vond het gewoon gezellig, een beetje door Amsterdam rondklooien.’
Tegenwoordig is het anders. Veel Ajacieden komen nog maar zelden onder de mensen, al zijn er volgens Ten Brink zeker nog uitzonderingen. ‘Dat hangt van de spelers af. Heitinga zie je geregeld in de pizzeria en komt je netjes een handje geven.’ Bij de dierenwinkel kom je ze niet meer tegen. ‘Ze lopen wel de hele dag door de PC Hooftstraat natuurlijk.’
Johan Cruijff in een onderonsje met Gerd Müller tijdens zijn afscheidswedstrijd tegen Bayern München, waar Robert ten Brink bij was. (Foto: Tumblr).
'Inzien dat er meer is dan geld en voetbal'
Ondanks dat je de huidige spelers van Ajax niet snel meer in de dierenwinkel tegenkomt, werkt Ajax er hard aan om haar spelers betrokken te houden bij de maatschappij. Een goed initiatief volgens Ten Brink. ’Ik weet niet of andere clubs dat ook doen, maar ik heb dat meegekregen uit de goede doelen hoek waar ik actief voor ben voor Ajax. Je hoort af en toe hoe ze omgaan met de jeugd. Dat ze zorgen dat ze goed eten, normale huisvesting hebben, leren voor zichzelf te koken. Voor hetzelfde geld staan ze iedere avond bij de McDonald’s en dan weer reizen naar een gastgezin of weet ik veel wat. Ze krijgen dingen bijgebracht zoals een ziekenhuisbezoek. Er is meer in het leven dan voetbal.’
‘Ik vind het goed dat de spelers daar in meegenomen worden’, vervolgt de presentator. ‘Dat ze ook langs die ziekenhuizen gaan. Bovenin in het VU-ziekenhuis hebben ze voetbalveldjes aangelegd en daar gaan de spelers dan naar toe. Het is juist goed dat die spelers inzien dat er meer is dan geld en voetbal. Niet iedereen heeft brede schouders die de weelde kunnen dragen, denk aan onze vriend (Memphis Depay, red.) die naar Manchester United ging en drie Bentleys bestelde.’
'Wat er toen gebeurde, gelooft niemand'
Ten Brink kijkt met weemoed terug op de tijden van het voetbal waar Ajax de wereld mee overwon, maar dat komt ook door het behoorlijk verval in het huidige spel van de Amsterdammers. Volgens de tv-presentator heeft Ajax constant te maken met hetzelfde patroon. ‘Begin van het seizoen zie je zo’n ploeg opbouwen. Heel slecht en heel moeizaam. Dat je denkt ‘Oh my god, oh my god.’ En dan ineens dan staat het en dan loopt het, met af en toe een enorme terugval. Hoe kan dat? Gebeurt er dan iets met elkaar of zo? Dat er gewoon geen fut in zit, geen pit in zit. Terwijl je weet wat er op het spel staat. Het gebeurt gewoon niet. Hoe kan dat nou? Het zijn toch professionals?’
De verbazing bij Ten Brink eindigt daar niet. De liefdesdokter van Nederland ziet in de kleinste momenten van Ajax de grootste vormen van onprofessionaliteit. ‘Nog iets waar ik nooit wat van begrijp. Kijk, ik kan niet voetballen. Ik kan echt niet voetballen. Ik heb gewoon niet dat gevoel. Ik kan ook niet golfen. Ik heb drie jaar gegolfd en twee keer een bal geraakt. Maar wat ik niet snap, als je een hele week dingen oefent, dat je een hoekschop nog steeds verkeerd neemt. Hoe kan een hoekschop te hard zijn? Wat is dat voor onzin? Ik weet dat het de druk is. Maar het is raar.’
Ook eind vorig seizoen overtrof Ajax in slechte zin alle verwachtingen van Ten Brink. Ajax verspeelde de titel op laatste speeldag bij de Graafschap. ‘We hadden toevallig een paar dagen daarvoor op de middenstip een groot galadiner. Daar had ik Frank de Boer alvast gefeliciteerd met het kampioenschap. Hij zei: ‘Nou nog even wachten’ en ik zei: "Kom op man, tegen de Graafschap. Waar hebben we het nog over?". Wat er toen gebeurde, gelooft niemand.’
'Kluivert, die vind ik echt ongelooflijk'
Niet alleen Ten Brink zag dat de prestaties van de club uit Amsterdam in het voorgaande seizoen Ajax-onwaardig waren. Frank de Boer vertrok en Ajax trok met Peter Bosz een nieuwe trainer aan. De vaste waardes onder De Boer belandden op de bank en vaste wissels kregen steeds meer speeltijd. Anwar El Ghazi, Riechedly Bazoer, Nemanja Gudelj vertrokken met veel bombarie bij de club. Ten Brink begrijpt wel waarom Bosz ze vrij gemakkelijk liet gaan. ‘Wanneer het niet okay voor de groep is of wanneer ze raar gaan doen, is het de beste oplossing. Maar het lijkt me sowieso een hel voor iedere trainer om te werken met zo’n groep jonge jongens, die allemaal zwemmen in het geld. Lijkt me heel heftig.’
Door het vertrek van Gudelj, Bazoer en El Ghazi kwam er wel plek vrij voor verse talenten. Volgens Ten Brink zeker geen verkeerde ontwikkeling. “Ik moet zeggen dat al die jonkies, die echte jonkies, die nu uit de jeugdopleiding komen echt fantastisch zijn. Echt een beetje de sfeer van toen Cruijff en Keizer begonnen. Zoals Kluivert, die vind ik echt ongelooflijk. Als die je ziet spelen, die heeft zoveel inzicht. Hij is zo intelligent. Er staan ineens weer supertalenten op, allemaal verstandige jongens en ze komen ook nog eens uit de buurt.’’
Justin Kluivert, in de ogen van Robert ten Brink een ongelooflijk talent!
Ondanks dat de presentator vrij huiverig was voor de komst van Bosz, is Ten Brink nu erg te spreken over de huidige wind die bij Ajax waait. 'Ik dacht echt: "Wat is dit voor man?". Hij deed zo nukkig. Scoorde Ajax en speelde hij alsof hij niet blij is. Ik had ook echt moeite om afscheid te nemen van De Boer. Nu vind ik het fantastisch. Je ziet het helemaal groeien en ik snap het, nu. Of ik De Boer mis? Je moet niet vergeten dat we met hem al die kampioenschappen hebben meegemaakt. De eerste keer stond iedereen te huilen op de tribune. Ik was erbij, ja. Dat vergeet je niet. Het hele stadion telde af toen. 10, 9, 8, en de scheids floot af op aftellen van het publiek. Dan kan je wel zeggen: Frank de Boer dit en dat. Dat is wel des Ajax. Als Ajax slecht speelt, laten veel mensen Ajax vallen. Je kunt ook denken: het was een mindere wedstrijd, we gaan er weer voor.’
De sjaal op de hoofdfoto is te verkrijgen in onze webshop!
Lees meer 'Onze Trots':
Deel 1: Jan Roos
Deel 2: JayJay Boske
Deel 3: Viggo Waas
Deel 4: Roue Verveer (AS Kerstspecial)
Deel 5: Sevn Alias
Deel 6: Frank van der Lende
Bart Veenstra (Twitter: @Bart_Veenstra | e-mail: b.veenstra@ajaxshowtime.com)
Harry Vlug (Twitter: @H_Vlugger | e-mail: harryvlug@gmail.com)
Plaats reactie