Luuk de Jong lijkt tussen de regels door aan te geven dat de oorzaak van de vele opstootjes tijdens de bekerfinale tussen PSV en Ajax bij de spelers van de Amsterdamse club lag. De spits van PSV, die zelf ook veel kritiek kreeg voor zijn rol tijdens de bekerfinale, vertelt erover in een interview met Voetbal International.

De eerste helft van de bekerfinale tussen Ajax en PSV stond bol van gezeur, opgefokte opstootjes en kleine (geveinsde) blessures. De Jong geeft aan wat er in zijn ogen gebeurde. 'Ik had een beetje het gevoel dat Ajax na drie keer van ons te hebben verloren (dit seizoen, red.), er alles aan wilde doen het niet nog een keer zover te laten komen', begint De Jong zijn uitleg. 'Dat ze niks verweten kon worden en dat ze er werkelijk alles aan hadden gedaan om die beker te winnen. De belangen waren groot, het is een finale, er zit spanning op en dan komt er emotie bij kijken. Dat merkte je in het veld heel erg. Dan ben je niet helemaal jezelf, ga je op de grens spelen en soms eroverheen. Dat is ook menselijk, hoor. En het hoort ook bij voetbal, maar misschien ging het nu te ver.'

Een week eerder troffen PSV en Ajax elkaar in de competitie. Toen won PSV met 3-0 en kwam Ajax er eigenlijk niet aan te pas. 'De eerste wedstrijd waren wij voetballend agressief, maar in de beker gingen we in de eerste helft mee in dat spel van Ajax en ging het een negatieve kant op. Dat is wel iets waar we met zijn allen naar moeten kijken. In de rust hebben we besloten dat niet meer te doen, omdat wij veel beter kunnen voetballen dan we lieten zien. Dat zag je gelukkig ook in de tweede helft. Dan maken we ook de goal. In de verlenging waren er geen opstootjes meer, omdat bij iedereen de energie op was.’

Real Madrid en FC Barcelona

De Jong lijkt tot slot van mening dat er een balans gevonden moet worden in de mate van agressiviteit en emotie. ‘Soms krijgen we het verwijt dat er te weinig emotie of agressiviteit in het spel zit en kennelijk was het ditmaal te veel. Maar in Spanje zie je bij Real Madrid of Barcelona heel vaak dit soort wedstrijden. We beseffen heel goed dat wij als spelers en voorbeeldfunctie hebben, maar aan de andere kant blijven we ook topsporters die willen winnen ten koste van veel. Daar moeten we met elkaar een goede balans in zien te vinden.’