Het is chaos op de transfermarkt, spelers komen niet meer uit voor hun clubs omdat ze liever een transfer maken, en dus denkt schrijver Menno Pot in deze tijden graag terug aan oud-Ajacied Wamberto. 'Pipo was geen wereldster, dat wist hij zelf ook wel. Elke keer dat hij de Arena in zicht kreeg, voelde hij scheutjes geluk en dankbaarheid door zijn lichaam sidderen: dolblij dat hij zich Ajacied mocht noemen. Speler van Ajax!', schrijft Pot in zijn column in Het Parool.
Pot schrijft dat Wamberto in zes jaar Ajax 122 wedstrijden speelde en het ene moment basisspeler was, maar het andere moment weer bankzitter kon zijn. 'Maar hij bleef altijd lachen met dat guitige kinderkoppie van 'm, want hij was Ajacied en wilde dat eeuwig blijven. We gingen van hem houden, omdat hij zo trots was Ajacied te zijn, nooit verzaakte en eigenlijk ook best veel belangrijke doelpunten maakte.'
Volgens de columnist heeft Ajax tien keer zo veel plezier beleefd aan Wamberto als aan de hoger aangeslagen figuren Kinkladze, Luque, Leonardo en Sulejmani samen. 'Zolang Wamberto leeft, zal er minimaal één Braziliaan met een Ajaxhart zijn. Bij elk door een aureool van coolness omgeven toptalent dat het na een jaartje wel weer welletjes vindt, en een paar weken later dat hele Ajax is vergeten, groeit mijn liefde voor Wamberto. Kochten we er maar vaker eentje zoals hij.'
Plaats reactie