Nou weet ik niet hoe het huwelijk van Koning Willem-Alexander en zijn Argentijnse Koningin Maxima gaat, maar het huwelijk tussen Ajax en zijn Argentijnse aankopen is op zijn minst een beetje bipolair te noemen. De meest lachwekkende aankoop ooit was Ivan Gabrich die destijds voor een recordbedrag van 9 miljoen gulden, dus een slordige 4 miljoen euro werd gekocht. En tussendoor kwamen er nog een paar langs. Allemaal geen spelers die een blijvende indruk hebben gemaakt.
Maar toen werd het januari 2018 en kocht Ajax, de tot nu toe, beste Argentijn die ooit het rood en wit heeft mogen dragen. Voor ongeveer hetzelfde bedrag als dat Ajax in 1996 voor Gabrich had betaald kwam NICOOOOOOOOOOOOOOO! NICOLAS TAGLIAFICO! En ja, die CAPS-LOCK stond expres aan. Er zijn weinig aankopen waar ik de laatste jaren enthousiaster van ben geworden dan die van NICOOOOOOO! Nico is onze held op Noord B. Laat de naam Nico bij ons op het vak vallen en de superlatieven vallen als een moessonregen over je heen.
Amsterdammers korten namen graag af. Nicolas? Dat vinden we een veels te lange naam. Met je Nicolas. Stel je niet zo aan. Vanaf nu heet je gewoon Nico. Toen we zijn achternaam lazen in de opstelling voor zijn debuutwedstrijd wisten we ook niet hoe we dat moesten uitspreken: ‘Hoe heet die gozer? Tagliatelle?’ Nee. Tagliafico. Spreek uit: Taljafieko. Het viel eigenlijk best wel mee. Niemand die er nu z’n tong er nog over breekt.
Hij streek neer in Amsterdam in het rampseizoen 2017/2018 en maakte op 21 januari 2018 zijn debuut in de klassieker tegen Feyenoord. Een speler die namens River Plate de superclassico’s tegen Boca Juniors in kolkende stadions als ‘El Monumental’ en ‘La Bombonera’ heeft gespeeld raakt daar niet van onder de indruk. Die eet zijn tegenstander op als een speculaasje bij een kopje lauwe thee. Die weet wat gevraagd wordt in dat soort wedstrijden. Hoewel, dat dachten we ook van Magallan, maar dat liep helaas even anders.
Maar terug naar Nico: die had niet lang nodig om de supporters voor zich te winnen. Binnen een kwartier was iedereen bij ons op Noord B fan van hem: we hebben weer een echte verdediger. Met z’n 1.71 niet bepaald een kolos van een vent, maar wel eentje die niet z’n poot terugtrekt, die met een gezonde felheid de duels ingaat en die ook nog eens goed kan voetballen. Een éénmansleger. De vier miljoen die Ajax voor hem heeft neergeteld was een koopje. Pikant detail is dat Feyenoord eerder ook interesse in hem had, maar die kozen toch maar voor Ridgeciano Haps van AZ. Maar goed, zulke inschattingsfouten heeft Ajax ook wel eens gemaakt. Ajax kon Virgil van Dijk voor een schamel miljoentje kopen van FC Groningen, maar koos er voor om Mike van der Hoorn voor vier miljoen van Utrecht overnemen. De rest is geschiedenis. Onze Mikey bikkelt in het Championship bij Swansea. Virgil is bij Liverpool de duurste verdediger van de wereld met een Champions League en een titel als Europees voetballer van het jaar op z’n palmares. Het kan verkeren.
Nico staat ook symbool voor de koerswijziging binnen Ajax die gewoon noodzakelijk was om mee te blijven doen in Europa. Niet alleen maar met jongetjes van twintig proberen de oorlog te winnen, maar juist ook een paar iets oudere jongens erbij halen. Ervaring, persoonlijkheid en gogme. ‘Personality goes a long way’, is één van mijn favoriete Pulp Fiction-quotes. Niet iedereen wordt, zoals bijvoorbeeld Clarence Seedorf , geboren op z’n veertigste. Die lulde op z’n vijftiende al als een oude wijsgeer. En voetbalde ook al heel op jonge leeftijd als een routinier.
Dat Nico deze zomer bleef Ajax bleef, na een vette salarisverhoging, was voor Ajax misschien wel het beste nieuws van de transferzomer. De man is elke euro die hij verdient meer dan waard. Mijn oproep: lieve Marc Overmars, doe alles om Nico te behouden. Geef de man alles wat z’n leeuwenhart begeert. Geld, auto’s, huizen, vrouwen, etentjes en de hele klerebende: Nico betaalt het allemaal terug. En worden er allemaal gelukkig van. Gegarandeerd.
Wat de ‘oorlog’ van zondag tegen Feyenoord gaat brengen moeten we afwachten, maar aan het éénmansleger uit een voorstadje van Buenos Aires zal het in elk geval zeker niet liggen.
Door Rodney Rijsdijk
Plaats reactie